Helft langdurig vermoeide kinderen blijft chronisch moe

Array

UMC Utrecht
Vermoeidheid bij kinderen blijft vaak
Utrecht, 17-03-2010

Bijna de helft van langdurige vermoeide kinderen eindigt met de diagnose `chronisch vermoeidheidssyndroom’. Dat concludeert kinderarts Rob Bakker in zijn proefschrift. Sporten in verenigingsverband verkleint de kans op chronische moeheid, individueel sporten juist niet.

Rob Bakker analyseerde ruim 90 kinderen van 8 tot 18 jaar met aanhoudende moeheidsklachten die door de huisarts naar de kinderarts zijn verwezen. Een jaar na het eerste onderzoek blijkt de helft van vermoeide kinderen nog steeds zoveel klachten te hebben dat ze voldoen aan de diagnose `chronisch vermoeidheidssyndroom’. Bakker laat verder zien dat deze langdurig vermoeide kinderen voorafgaand aan hun klachten in vergelijking met leeftijdsgenoten minder lichamelijk actief waren en dat ze minder sociale activiteiten hadden.

Ook blijkt dat sporten in verenigingsverband minder vaak samengaat met aanhoudende moeheidsklachten, voor individueel sporten geldt dat niet. Vooral de sociale context van sporten lijkt dat verschil te maken. “Sporten op eigen houtje brengt eerder een risico op overbelasting met zich mee”, verklaart Bakker. “Maar het kan ook zijn dat kinderen die lid zijn van een sportclub sowieso al verschillen van kinderen die individueel sporten.”

Bakker analyseerde ook het effect van een educatieve film op de moeheidsklachten. In de film vertellen langdurig vermoeide kinderen hoe ze van hun klachten af zijn gekomen of er mee hebben leren omgaan. De helft van negentig kinderen met langdurige moeheidsklachten kreeg de film thuis te zien, de andere helft niet. Een jaar later onderzocht Bakker de kinderen opnieuw. In tegenstelling tot wat Bakker verwachtte had de film geen positief effect. De kinderen waren nog even moe als een jaar eerder, maar verzuimden vaker op school en waren minder gemotiveerd. “Kennelijk zorgt de film naast de erkenning van hun klachten voor een versterking van het ziektegedrag.”

Bakker benadrukt het belang van `slaaphygiene’ voor tieners in het algemeen en voor vermoeiden in het bijzonder. Verstoring van het dag/nacht ritme blijkt niet alleen tot een slaaptekort te leiden maar ook tot slechtere slaapkwaliteit. Een regelmatig dag/nachtritme is belangrijker dan uitslapen in het weekend. “De belangrijkste oorzaak van slaaptekort bij middelbare scholieren is de vroege aanvangstijd van de school. Waarom beginnen de lessen niet een uur later? Allicht zullen sommige leerlingen het ’s avonds alsnog laat maken, maar zo’n groep houd je toch.”

Rob Bakker werkt als kinderarts in het Antoniusziekenhuis in Sneek. Hij promoveert op 18 maart aan het UMC Utrecht. Kinderartsen Prof. dr. Wietse Kuis, dr. Elise van de Putte en kinderpsycholoog Prof. dr. Gerben Sinnema van het UMC Utrecht begeleidden zijn onderzoek.

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen