Nauwelijks allochtone orgaandonoren
Array‘Overheden moeten gesprek aangaan’
Er zijn in Nederland nauwelijks allochtone orgaandonoren. Binnen veel niet-westerse migrantengemeenschappen is orgaandonatie een taboe. Zo denken veel moslims dat de islam doneren verbiedt.
Dat beeld is onjuist, zo betoogde de Pakistaanse professor Farhat Moazam, hoofd van het Center of Biomedical Ethics and Culture in Karachi, zondag op het ELPAT-congres over orgaandonatie en –transplantatie in Rotterdam. Volgens haar wordt er door islamitische geestelijken wereldwijd heel verschillend gedacht over of de Koran orgaandonatie toestaat. De meerderheid van de moslimgeleerden ziet het afstaan van organen als “toegestaan en prijzenswaardigâ€, aldus Moazam. Maar een aantal invloedrijke moefti’s, die veel gezag hebben onder de bevolking van islamitische landen, hebben fatwa’s (een juridisch advies in de islam) tegen orgaandonatie uitgesproken. Dit verklaart volgens Moazam waarom bij veel moslims het beeld bestaat dat doneren volgens de islam niet is toegestaan.
Ook in Nederland speelt het probleem, zegt Michael Bos, senior wetenschappelijk adviseur bij de Gezondheidsraad. Het aantal organen dat afkomstig is van allochtonen is volgens hem heel klein. “Het is daarom een taak voor de overheid om met vertegenwoordigers van allochtone bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld via de moskee in contact te treden en hen ervan te overtuigen dat hun geloof donatie niet in de weg staatâ€, aldus Bos. Farhat Moazam deed in haar presentatie op het congres dezelfde oproep. Ze pleitte ervoor dat overheden over de hele wereld in gesprek gaan met geestelijk leiders om de religieuze taboes rond orgaandonatie bespreekbaar te maken.
Door de geringe kennis van orgaandonatie staan de meeste allochtone nierpatienten in Nederland lang op de wachtlijst voor een postmortale nier, zegt psychologe Emma Massey van het Erasmus MC. “De mogelijkheid een levende nier te ontvangen van een familielid of bekende blijft zo ook buiten beeld. Dat is jammer, want er zijn relatief meer nierpatienten onder mensen met een niet-westerse achtergrond.†Meer en betere voorlichting en communicatie richting minderheden zijn hard nodig, meent ze. “Dat vergt een voorzichtige benadering en het kost tijd, maar we kunnen dat potentieel aan donoren niet veronachtzamen.”