Doventolkzorg
Doventolkzorg helpt doven bij het voeren van gesprekken. De aanspraak geldt voor een maximum aantal uren per kalenderjaar. Als de verzekerde dovenonderwijs volgt of gevolgd heeft, bestaat er sowieso aanspraak op doventolkzorg.
Doventolkzorg biedt ondersteuning bij het voeren van een gesprek in de leefsituatie, bijvoorbeeld bij een bezoek aan huisarts of specialist, een notaris, de kerk, een conferentie of een ouderavond op school.
Een verzekerde heeft zonder meer aanspraak op doventolkzorg als hij of zij:
- dovenonderwijs volgt of heeft gevolgd;
- op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wia) een vergoeding ontvangt voor een doventolk op het werk of bij het volgen van onderwijs; of
- vóór 1 januari 2006 op basis van de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet voor vergoeding van een doventolk in de leefsituatie in aanmerking kwam.
In de overige gevallen moet een verzekerde aan zijn zorgverzekeraar een verklaring van de huisarts of behandelend keel-, neus- en oorarts overleggen waaruit blijkt dat hij of zij op doventolkzorg is aangewezen.
Doventolkzorg maximaal 30 uur per kalenderjaar
De aanspraak op doventolkzorg is beperkt tot maximaal 30 uur per kalenderjaar. Als een verzekerde doofblind is, is er aanspraak op maximaal 168 uur per kalenderjaar.
In bijzondere gevallen kan het uitvoeringsorgaan deze maxima verhogen. Mogelijke redenen zijn:
- religieuze activiteiten (kerkbezoek, conferenties, Bijbelschool, jeugdkampen, enz.);
- vrijwilligerswerk;
- politieke werkzaamheden (lidmaatschap gemeenteraad, vrijwilligerswerk bij gemeenteraadsfractie);
- bezoek aan arts of het ondergaan van behandelingen/therapieen;
- gesprekken op school of met kinderbescherming, voogdij-instellingen, advocaten, enz.;
- uitoefening van hobby of (niet-werkgerelateerde) cursussen;
- het trainen met een blindengeleidehond (voor een doofblinde).
Deze opsomming is niet uitputtend. Zowel de reden voor extra uren als het aantal extra uren staan ter beoordeling van de zorgverzekeraar.
Doventolkzorg moet minimaal 30 minuten duren
De aanspraak op doventolkzorg bestaat alleen als de zorg minimaal 30 minuten duurt. Dit heeft te maken met de declaratiesystematiek van doventolken. Ook als een tolk minder dan 30 minuten tolkt, zal het uitvoeringsorgaan 30 minuten aan de verzekerde toerekenen.
Eisen aan de tolk
Er is aanspraak op vergoeding van doventolkzorg als deze zorg wordt verleend door een Tolk Gebarentaal, een Schrijftolk of een tolk in opleiding tot Tolk Gebarentaal of Schrijftolk. Om vergoeding van getolkte uren te krijgen moet de Tolk Gebarentaal en de Schrijftolk in het register van de Stichting Register Tolken Gebarentaal en Schrijftolken zijn ingeschreven. Schrijftolken moeten met goed gevolg de Minorenopleiding voor Schrijftolk aan het Seminarium voor Orthopedagogiek hebben doorlopen.
Bron: CVZ