Longkanker: kleine stapjes vooruit

Array

Longkanker: het blijft een beenharde diagnose. Maar er is ook reden tot voorzichtig optimisme. Dankzij de nieuwe moleculaire therapieen kunnen sommige patienten met een uitgezaaide tumor nog jaren een kwaliteitsvol leven leiden. Intussen wordt ook gezocht naar manieren om longkanker vroeger op te sporen.

Patienten bij wie een vlekje op de longen is ontdekt, staan voor een bange periode. Meestal moeten ze één tot twee weken wachten op de diagnose. ‘Dat is zwaar, maar we kunnen niet anders’, zegt pneumologe dr. Annelies Janssens. ‘Er moeten heel wat onderzoeken gebeuren voor we een antwoord hebben op belangrijke vragen: is het longkanker? En zo ja, welk type? In welk stadium bevindt de ziekte zich? Pas als we dat weten, kunnen we de patient precies zeggen hoe hij ervoor staat.’

Een exacte diagnose is essentieel doordat de behandeling meer dan ooit afhangt van het type kanker. ‘Lange tijd werd er alleen een onderscheid gemaakt tussen kleincellige en niet-kleincellige longkankers’, verduidelijkt pneumoloog prof. dr. Paul Germonpré. ‘Bij de kleincellige varianten zijn de kankercellen, zoals de naam zegt, kleiner dan bij de niet-kleincellige longkankers. De laatste jaren maken we echter ook binnen die laatste groep een verdere opdeling. Sinds een tweetal jaar is dat onderscheid ook bepalend voor de therapiekeuze.’

De behandelingen zijn de afgelopen jaren sterk geevolueerd. Zo gebeurt het nog maar zelden dat een patient alleen een operatie ondergaat. Meestal krijgt hij nadien ook chemotherapie, omdat die de resultaten verbetert. Ook zijn er nieuwe soorten chemotherapie bijgekomen en krijgen meer patienten met een uitgezaaide longtumor na hun eerste behandeling een onderhoudstherapie.
Kankercellen na vier weken uitgeroeid

De kans op volledige genezing blijft klein. Maar vijftien procent van de patienten is vijf jaar na de diagnose nog in leven. Toch is er ook hoopgevend nieuws. Er wordt veel verwacht van de zogenaamde doelgerichte moleculaire therapieen. Het gaat om medicijnen die zich, afhankelijk van het type tumor, op specifieke eigenschappen van de kankercel richten. De belangrijkste zijn de EGFR-remmers, die vooralsnog alleen worden ingezet bij patienten met een uitgezaaide kanker. Bij een specifieke subgroep met een bepaalde mutatie in de kankercellen – zo’n tien procent van alle longkankerpatienten – heeft die therapie een spectaculair effect.

‘We hebben hier uitbehandelde patienten gezien bij wie de kankercellen na vier weken volledig verdwenen waren en die nu al jaren een goede levenskwaliteit hebben’, zegt Germonpré. ‘Die mensen zullen wellicht vroeg of laat hervallen, maar als je weet dat de prognose bij een uitgezaaide longkanker gemiddeld minder dan een jaar is, betekent dat een geweldige vooruitgang.’ Het is de bedoeling om de therapie ook te testen bij patienten met minder ver gevorderde longkanker.

Een ander medicijn waar onderzoek naar gebeurt, de zogenaamde ALK-inhibitor crizotinib, zou bij zo’n drie procent van de longkankerpatienten effect kunnen hebben. Het gaat dan om patienten met een wijziging in het ALK-gen. De kans is groot dat er op vrij korte termijn nog andere doelgerichte geneesmiddelen bijkomen. Nieuw is ook een vaccin tegen longkanker, dat wordt gegeven aan geopereerde patienten. Ongeveer een derde van hen heeft een type longtumor die daar gevoelig voor zou zijn. Onderzoek moet uitwijzen of zo’n vaccin de kans op herval doet dalen.
Knopen doorhakken

In vergelijking met pakweg tien jaar geleden krijgen patienten nu veel meer een behandeling op maat. Een multidisciplinaire aanpak is daardoor meer dan ooit cruciaal. Germonpré: ‘Wekelijks is er bij ons een patientenbespreking met de pneumoloog-oncoloog, de chirurg, de radiotherapeut, de patholoog-anatoom en de arts van de nucleaire geneeskunde. We bespreken dan nieuwe patienten en hakken knopen door. Waar nemen we een stukje weefsel weg voor de diagnose? Gaan we opereren of bestralen? En opereren we meteen of geven we eerst chemotherapie?’

Bij patienten die worden geopereerd, wordt een stuk longweefsel, soms zelfs een volledige long, weggenomen. Toch is de levenskwaliteit na de behandeling doorgaans vrij goed. Germonpré: ‘We gaan uiteraard niet over één nacht ijs. Als we van oordeel zijn dat een operatie de levenskwaliteit te zeer zou aantasten, kiezen we voor radiotherapie.’
Wordt longkanker een chronische ziekte?

Alle behandelingen ten spijt valt de grootste vooruitgang nog altijd te verwachten van vroegtijdige opsporing. Hoe vroeger de tumor wordt ontdekt, hoe groter de kans op volledige genezing. De meeste patienten krijgen echter pas klachten als de ziekte al verder gevorderd is. Bij ongeveer de helft is de kanker bij de diagnose al uitgezaaid.

Germonpré: ‘Ook screenen ligt niet voor de hand. Het probleem is dat je op een scan moeilijk het onderscheid kunt maken tussen een beginnende longtumor en bijvoorbeeld een goedaardig gezwel. En je kunt moeilijk tientallen patienten opereren van wie er maar één longkanker heeft. Een alternatief zou kunnen zijn om het gezwelletje nauwgezet op te volgen, zodat je meteen kunt ingrijpen als het zou groeien.’

De tijd dat er aan longkanker niets te doen was, is alleszins voorbij. ‘De meeste patienten kunnen we niet definitief genezen, maar we kunnen wel proberen om ze zo lang mogelijk in een goede conditie te houden’, zegt Germonpré. ‘We behandelen dan niet meer de kanker, maar de patient, en zullen bijvoorbeeld niet doorgaan met een therapie als die te veel nevenwerkingen heeft.’ ‘Patienten grijpen elke kans op een betere prognose en meer levenskwaliteit met beide handen aan’, zegt Janssens.

Germonpré is voorzichtig hoopvol voor de toekomst. ‘Nu al zijn er patienten die tot vijf jaar overleven met een uitgezaaide longtumor. Dat zag je vroeger zo goed als nooit. Ik zeg niet dat longkanker op korte termijn naar een chronische ziekte zal evolueren, maar voor een kleine groep zal het wellicht wel zo zijn.’

Bron: dienst longziekten UZA verschenen in magUZA # 81 & kanker.be

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen