Investeringsfonds kan (bio)farmaceutische onderzoek versterken

Het oprichten van een investeringsfonds voor de Nederlandse levenswetenschappen kan tegengaan dat het (bio)farmaceutisch onderzoek in Nederland verder verloren gaat. Een gericht actieplan heeft grote waarde voor de gezondheidszorg en de economie. Een dergelijk fonds moet worden gevoed met bijdragen van zowel private als publieke partijen.
Met deze boodschap benadert Nefarma dezer dagen overheid en politiek als vervolg op de turbulente ontwikkelingen van de afgelopen twee maanden.
In vijf punten vat Nefarma de visie op het behoud en de versterking van de (bio)farmaceutische industrie samen.

1. Het behoud van farmaceutische onderzoek in Nederland
De voorgenomen sluiting van de onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling van MSD (voorheen Organon) in Oss is een aderlating voor het (bio)farmaceutisch onderzoek in ons land. Het bedrijf was de op twee na grootste private R&D-investeerder van ons land.
Het behoud van farmaceutisch onderzoek in Nederland is echter meer dan pogingen de besluitvorming van MSD terug te draaien. Er gebeurt nog zoveel meer. Dat mag niet óók verloren gaan. Internationale farmaceutische bedrijven investeren in Nederland honderden miljoenen per jaar aan klinisch onderzoek. Kleinere biotechnologische ondernemingen zijn succesvol in het afsluiten van grote onderzoekscontracten met grote bedrijven. Het aan de wieg staan van innovatieve ontwikkelingen is goed voor de economie, maar ook voor de gezondheidszorg en dus voor de bevolking. Daarom is een actief overheidsbeleid van belang.

2. Investeringen in farmacie versterkt Nederland als kennisland
Nederland moet het hebben van kennis. Een groei (in plaats van afname) van het farmaceutisch onderzoek draagt daar aantoonbaar aan bij. Geen andere sector investeert wereldwijd zoveel in onderzoek en ontwikkeling. Nederland moet de kansen grijpen en vasthouden om economisch en maatschappelijk te profiteren van wereldwijd vooraanstaand klinisch onderzoek. Dat gaat niet vanzelf. Daar moeten we wel wat voor doen (en laten).

3. De lange termijn moet uitgangspunt zijn
Startpunt voor succes is een langetermijnvisie voor de verdere ontwikkeling van de (bio)farmaceutische industrie. Innovatie moet structureel worden gestimuleerd en beloond. Omdat het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen een zaak van lange termijn is, moet die visie meer dan één kabinetsperiode omvatten. Financieringsprogramma’s mogen niet per kabinetswisseling op de schop gaan. Kredietfaciliteiten moeten een looptijd hebben van minstens tien jaar. Dat stimuleert de interesse van bedrijven in privaat-publieke samenwerkingsvormen.
Een goede mogelijkheid is de oprichting van een Life Sciences Acceleration Pool: een investeringsfonds voor de Nederlandse life sciences met daarin bijdrages van private en publieke partijen. Het verdient aanbeveling om aan te sluiten bij de visie Lifesciences 2020 van het Nationaal Genomics Initiative en andere partijen.

4. Waar staat Nederland op achterstand?
Onnodig lange procedures voor onderzoek, toelating en vergoeding van geneesmiddelen dienen geen doel en roepen irritatie op. Bedrijven vergelijken Nederland met het buitenland en dat valt te vaak in ons nadeel uit. Dat is te voorkomen door instanties dwingend te houden aan vastgestelde wettelijke termijnen en Europese regels in te voeren zonder extra Nederlandse regels of belemmeringen. Verbetering van het klimaat voor productie en export van geneesmiddelen zit soms in kleine zaken, zoals vereenvoudiging en versnelling van procedures voor toewijzing van geneesmiddelprijzen. Dat zorgt ervoor dat er vanuit Nederland naar bepaalde gebieden in de wereld geexporteerd kan worden.

5. Investeren en verdienen zijn twee kanten van de medaille
Internationale bedrijven zijn bereid te investeren in een land als zij ook de mogelijkheid hebben daar de vruchten van te plukken. Farmaceutische bedrijven zijn commerciele ondernemingen die niet graag opereren op vijandig gezinde markten. Nederland heeft de naam gekregen weinig belangstelling te hebben voor innovatie op het vlak van geneesmiddelen, behalve bij direct betrokken wetenschappers en patienten.
Er is soms weinig erkenning voor het belang van nieuwe ontwikkelingen, met name de stapsgewijze innovatie. Innovatieve en oudere middelen worden soms al te gemakkelijk als onderling vergelijkbaar en inwisselbaar gezien, waarmee de waarde van onderzoek en ontwikkeling impliciet wordt ontkend. Een overheid doet er goed aan niet in deze stroom mee te gaan en alle nieuwe ontwikkelingen op waarde te beoordelen.

Bron: Nefarma

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen