Geen stijging overdosering paracetamol als gevolg bredere verkrijgbaarheid
ArrayOnderzoek van de Universiteit Utrecht wijst uit dat bredere verkrijgbaarheid van paracetamol niet heeft geleid tot een sterkere stijging in de toename van het aantal vragen over paracetamol aan het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC). Dit ondanks dat de verkoop van paracetamol licht is toegenomen. Het aantal vragen aan het NVIC gerelateerd aan paracetamol is een goede indicatie voor het aantal vergiftigingen als gevolg van een overdosering paracetamol in Nederland. Het aantal vragen vertoont een stijgende trend vanaf 2001. Er is echter geen sterkere stijging te zien in 2008 ten opzichte van voorgaande jaren, terwijl in dat jaar de mogelijke effecten van de grotere verkrijgbaarheid zichtbaar hadden kunnen worden.
De verkoop van paracetamol in de Algemene Verkoop (dus bij supermarkt en benzinepomp) is sinds 1 juli 2007, met de invoering van de nieuwe geneesmiddelenwet, beperkt tot verpakkingen van maximaal 20 tabletten van 500 mg sterkte. De dosering is gericht op kortdurend gebruik en de bijsluiter geeft voldoende informatie voor een verantwoord gebruik als zelfzorgmiddel. Paracetamol is in een verpakking van méér dan 20 stuks uitsluitend verkrijgbaar bij apotheek of drogist (UAD).
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen heeft voor deze indeling gekozen omdat uit de wetenschappelijke literatuur en op basis van meldingen van bijwerkingen op dit moment géén aanleiding bestaat de verpakkingsgrootte bij apotheek en drogist terug te brengen.
Het CBG neemt signalen van artsen en apothekers serieus en heeft regelmatig overleg over zelfzorggeneesmiddelen met artsen- en apothekersorganisaties. Als er aanleiding is de verpakkingsgrootte opnieuw te beoordelen, bijvoorbeeld op grond van meldingen of wetenschappelijk onderzoek, zal het CBG opnieuw een afweging maken.
Bron: CBG-MEB