Chronische aandoeningen verkleinen kansen van jongeren met intellectuele beperkingen op de arbeidsmark

Adolescenten met een intellectuele beperking hebben vaak bijkomende chronische aandoeningen en daarmee een grotere kans op emotionele en gedragsproblemen. Deze factoren verkleinen hun kans om volwaardig deel te nemen aan de maatschappij. Dat stelt drs. Barth Oeseburg in zijn proefschrift, waarop hij woensdag 17 november promoveert.

Van de leerlingen  (12 – 18 jaar) met een intellectuele beperking heeft 63 % daarnaast een of meer chronische aandoeningen. Aldus concludeert Oeseburg in zijn onderzoek. Dit kunnen zowel lichamelijke (zoals kinderreuma of astma) als mentale (autisme, ADHD en dergelijke) problemen zijn. Onder leerlingen zonder intellectuele beperking is het percentage dat een chronische aandoening heeft veel lager (12%).

Zelfstandig
Op verzoek van koepelorganisatie PROREC Noord onderzocht Oeseburg de leerlingen van scholen voor praktijkonderwijs en de Regionale Expertisecentra in Groningen en Drenthe. “Adolescenten worden daar voorbereid op het zelfstandig functioneren in de samenleving”, zegt Oeseburg. “Ze leren er de basale dingen, als boodschappen doen en eten koken. Maar ook arbeidsvaardigheden om later een kans te maken op een baan.”

Alle leerlingen in zijn onderzoeksgroep hebben in ieder geval een intellectuele beperking. Met vragenlijsten voor de ouders, mentoren op school en informatie van de huisartsen van de jongeren stelde Oeseburg vast welke bijkomende problemen de kinderen hebben. “Hierbij viel op dat de ouders meer problemen signaleerden dan de mentoren en de huisartsen van de leerling. Dat kan komen omdat de ouders zelf een diagnose stellen, maar ook omdat huisartsen en scholen niet alle informatie kennen.”

Gedragsproblemen
Van de leerlingen met een intellectuele beperking die ook een chronische aandoening hebben, blijkt – afhankelijk van het aantal en de aard van de chronische aandoeningen – 30 tot 64 % daardoor emotionele en gedragsproblemen te hebben, zo stelde Oeseburg vast. “Een kind met een intellectuele beperking en kinderreuma kan bijvoorbeeld door overbelasting op school vaak last hebben van pijn en vermoeidheid en daardoor probleemgedrag vertonen. Tot nu toe wordt niet altijd onderkend dat de problemen door de chronische aandoening worden veroorzaakt”, legt Oeseburg uit. “Maar de emotionele – en gedragsproblemen verkleinen wel de toch al geringe kans op de arbeidsmarkt.”

In zijn onderzoek zag Oeseburg dat scholen vaak niet goed op de hoogte zijn van de chronische aandoeningen en de samenhang met emotionele – en gedragsproblemen van hun leerlingen. “Dat is wel belangrijk, want deze groep is erg kwetsbaar. Je wilt niet dat ze op hun achttiende thuis op de bank belanden. Of erger, in de criminaliteit of drugsverslaving terechtkomen.”

Daarom beveelt Oeseburg de scholen voor speciaal en praktijkonderwijs aan de leerlingen bij binnenkomst nog beter door te lichten en de ouders concrete vragen voor te leggen. Bijvoorbeeld de vragen die hij in zijn onderzoek ook gesteld heeft. Zo krijgt de school een beter beeld van een leerling. “Bovendien is het belangrijk al in een vroeg stadium een arbeidsmarktdeskundige te betrekken”, stelt Oeseburg.  “Dan kun je al vroeg de capaciteiten en interesses van de leerling afstemmen met de eisen voor bepaalde functies op de arbeidsmarkt. En heeft de leerling nog genoeg tijd om de juiste vaardigheden te leren voor een baan die bij hem past.”

Curriculum Vitae
Barth Oeseburg (Groningen, 1961) studeerde HBO-V in Groningen. Tijdens zijn werkzaamheden als verpleegkundige in het UMCG, studeerde hij in de avonduren sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Nadat hij in 1993 afstudeerde, bleef Oeseburg werkzaam voor het UMCG. Hij was de eerste verpleegkundig consulent Multiple Sclerose van Nederland en startte verschillende zorgvernieuwingsprojecten, onder andere over thuiszorg. In 2001 maakte hij de overstap naar wetenschappelijk onderzoek bij de afdeling Gezondheidswetenschappen van de RUG. Inmiddels werkt Oeseburg in het UMCG Wenckebach Instituut als opleidingscoördinator verpleegkundige vervolgopleiding chronisch zieken.

Oeseburg promoveert tot doctor in de medische wetenschappen bij prof.dr. J.W. Groothoff en prof.dr. S.A. Reijneveld. Hij verdedigt zijn proefschrift, met de titel ‘Prevalence and impact of chronic diseases in adolescents with intellectual disability’ op woensdag 17 november om 16.15 in het Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen.

Bron: UMCG

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen