Nederlanders met een lage opleiding komen niet aan gezonde voeding toe
Array
Mensen met een lage opleiding verschillen onderling sterk in hun eetgedrag en in hun ideeen over gezonde voeding. Sommigen hechten veel belang aan gezonde voeding en anderen zijn er nauwelijks mee bezig. Over het algemeen eten mensen met een lage opleiding vaak voor de tv. Lang niet altijd wordt de maaltijd gezamenlijk gebruikt. De onderzochte groep eet niet altijd regelmatig, slaat het ontbijt vaak over en houdt van een ‘lekkere vette hap’. Een en ander blijkt uit de studie Eetgewoonten van laagopgeleiden die het LEI heeft verricht in opdracht van het ministerie van EL&I.
De overheid wil inzicht krijgen in het eetgedrag van mensen met een lage sociaaleconomische status omdat zij een slechtere gezondheid hebben. In deze studie, een kwalitatief onderzoek waarbij 32 mensen zijn ondervraagd, is gekozen voor mensen met een lage opleiding, omdat dat één van de belangrijkste kenmerken is van een lage sociaaleconomische status.
Grote diversiteit
Onderzocht is of mensen in deze groep belang hechten aan gezonde voeding, of ze kennis daarover hebben, of ze gezonde voeding duur vinden en of ze steun in de sociale omgeving ervaren voor gezonde voeding. Ook is onderzocht of stress en negatieve emoties van invloed zijn. Duidelijk komt naar voren dat drukte en de behoefte tot verwennerij, het hebben van “lekkere trek†en gezelligheid mensen doen grijpen naar minder gezonde producten.
Weinig rust
Mensen zijn zich bewust van de ongezondheid van bepaald gedrag. Maar ze hebben weinig rust in hun leven door problemen op velerlei gebied: rond huisvesting, in hun relaties en financieel. De voeding moet daarom lekker zijn, want het bestaan is moeilijk. Het eten voor de tv vindt men gemakkelijk, gezelliger en ontspannen; soms heeft men geen eettafel en het eten voor de tv leidt de kinderen af, zodat ze makkelijker eten, ook als ze het minder lekker vinden. De lekkere, vette hap is pure verwennerij in het weekend, ’s avonds of op het werk.
Smaak en gemak
In het rapport wordt aanbevolen om bij beleid dat op deze groep gericht is, aan te sluiten op smaak en gemak, want dat zijn belangrijke aankoopmotieven voor deze groep. Bij voorlichting kan gebruik gemaakt worden van zogenaamde ’transitiemomenten’ in het leven: wanneer er kinderen geboren worden of wanneer iemand ziek wordt. Deze momenten maken mensen extra bewust over de plaats van voeding en het belang van gezonde voeding. Op deze momenten zijn zij extra ontvankelijk voor prikkels die hen aanzetten tot gezonder eten. Ook wordt aanbevolen om duidelijk te maken dat gezond voedsel niet altijd duur(der) hoeft te zijn.
