Acupunctuur helpt baby met stuitligging om te draaien

Array

Tijdige behandeling kan gezondheidszorg tot 10 miljoen euro besparen
Wanneer een baby tijdens de bevalling niet met het hoofd, maar met zijn achterwerk of voeten naar beneden ligt, leidt dit tot risico’s voor de gezondheid van de moeder en de baby. Een bepaalde behandeling op een specifiek acupunctuurpunt kan ervoor zorgen dat de baby vóór de bevalling ‘spontaan’ draait. In overleg met een verloskundige en onder begeleiding van een acupuncturist kan deze therapie veilig en succesvol worden toegepast. Dit concludeert Ineke van den Berg, onderzoeker van het Erasmus MC, in haar proefschrift waarop zij onlangs promoveerde.

Op basis van een echo bij een zwangerschapsduur van dertig weken kan worden voorspeld of een baby tijdens de bevalling goed zal liggen of met zijn achterwerk naar beneden ligt, de zogenoemde stuitligging. Tot enige tijd terug was de standaard behandeling om af te wachten of de baby vanzelf zou draaien. Als dat niet gebeurt, kan een gynaecoloog of verloskundige rond de 36 weken zwangerschapsduur proberen de baby te laten draaien met druk van buitenaf op de buik van de moeder. Wanneer bij 33 weken zwangerschapsduur  een specifiek acupunctuurpunt wordt gestimuleerd, blijkt dit te leiden tot beduidend meer hoofdliggingen (66%) tijdens de bevalling dan bij de afwachtende houding (34%). Van den Berg concludeert dit op basis van een grootschalige analyse van onderzoekscijfers uit Japan, Hongarije, Italie en China. Op dit moment loopt een soortgelijk onderzoek in Spanje.

De therapie  waarover het gaat heet Moxa therapie. Deze therapie maakt geen gebruik van naalden, maar van een gloeiende Moxa-staaf. Dit is een rol aangestoken bijvoetskruid, die ongeveer een duimbreedte boven een specifiek acupunctuurpunt op de kleine teen wordt gehouden. De stralingswarmte die van de rol komt zorgt voor de prikkeling van het acupunctuurpunt. Na een introductie en instructie van de acupuncturist, kan de behandeling aan de partner van de zwangere vrouw worden geleerd. Daarna wordt de Moxa therapie in de daaropvolgende twee weken door de partner thuis toegepast.

Van den Berg raadt aan deze therapie alleen toe te passen in overleg met de behandelend arts of verloskundige en met uitleg van een gediplomeerde acupuncturist. Van den Berg: “Moxa therapie is helaas ook gewoon verkrijgbaar via internet. Als die echter verkeerd wordt toegepast, kan de therapie ook een negatief effect hebben, bijvoorbeeld dat de baby juist dieper met zijn achterwerk in het bekken van de moeder vast komt te zitten. Ik zou zwangere vrouwen daarom adviseren deze therapie na overleg met hun verloskundige toe te passen, omdat die goed op de hoogte is van de gezondheidstoestand van haarzelf en haar kind. Op basis van die kennis, kan een gediplomeerd acupuncturist bepalen of Moxa therapie veilig kan worden toegepast.”

Naast de belangrijke gezondheidsvoordelen, blijkt de therapie ook te kunnen leiden tot een aanzienlijke besparing van kosten in de gezondheidszorg. In 80 procent van de bevallingen van éénlingen in stuitligging is uiteindelijk een keizersnede nodig. Naast de gezondheidsrisico’s voor moeder en kind, zijn aan die ingreep ook hoge kosten verbonden. Met behulp van een computermodel, berekende Van den Berg dat de toepassing van Moxa-therapie rond de 33e week van de zwangerschap, in combinatie met het uitwendig draaien in de 36e week van de zwangerschap blijkt te leiden tot een flinke daling in het percentage keizersneden bij éénlingzwangerschappen. Het gaat om een vermindering van 54 procent keizersneden in vergelijking tot de afwachtende houding. Van den Berg: “Om tot een globale inschatting te komen van de besparing in kosten, leg ik deze percentages naast de geboortecijfers uit 2002, wat de meest zuivere vergelijking is omdat Moxa therapie toen nog vrijwel niet in Nederland werd toegepast. In dat jaar werden 7.135 baby’s in stuitligging geboren. Ik kom dan tot een besparing van zo’n 10 miljoen euro.”

De positieve effecten van acupunctuur en Moxa-therapie zijn verankerd in de traditionele Chinese geneeskunde. Deze vorm van therapie wordt in toenemende mate toegepast in combinatie met de reguliere gezondheidszorg. Van den Berg vond het daarom van belang om met haar proefschrift te komen tot een wetenschappelijke onderbouwing van de effecten van acupunctuur, ingebed in de Nederlandse gezondheidszorg en niet los daarvan.

Tot slot pleit Van den Berg voor een hoge kwaliteit van zorg en veiligheid en een grote mate van transparantie voor patienten van acupuncturisten, net zoals dat voor de reguliere Nederlandse gezondheidszorg geldt. “Een patient moet erop kunnen vertrouwen dat zijn acupuncturist hem behandelt volgens de laatste inzichten en met de juiste hygienische voorzorgsmaatregelen. De acupuncturist moet dan ook een erkende opleiding hebben gevolgd en afgerond en zijn vaardigheden bijhouden met regelmatige bijscholing. Van acupuncturisten die lid zijn van een erkende beroepsvereniging, weet je dat dit in orde is”, aldus Van den Berg.

Recente artikelen