Nog steeds geen zoutreductie in voeding

Kamervragen over zoutreductie
PvdA-Tweede Kamerlid Khadija Arib heeft minister Edith Schippers van Volksgezondheid kamervragen gesteld over de gezondheidswinst door zoutreductie.Aanleiding daartoe was het onderzoek ‘Minder zout graag!’ van studenten van de Open Universiteit waarin staat verlaging van de zoutinname in Nederland met 5 gram per dag kan leiden tot 110.000 minder gevallen van hart- en vaatziekten, 40.000 minder beroertes en 4000 minder doden per jaar.

Zoutgehalte in diverse levensmiddelen in 2010 niet gedaald
Het gemiddelde zoutgehalte in voorverpakt brood, soep, kaas, kant- en klaarmaaltijden, sauzen, chips & zoutjes, koek & banket, vleeswaren en (diepvries) snacks is in 2010 niet significant veranderd ten opzichte van 2009. Ook bestaan de in 2009 geconstateerde grote verschillen in zoutgehaltes binnen dezelfde productsoorten nog steeds. Onderzoek van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) wijst dit uit.

Inzet industrie in 2010 niet significant zichtbaar
De nVWA heeft de bemonsterde producten vergeleken met de monitoring die zij in 2009 heeft uitgevoerd op 984 producten uit diverse productgroepen (in totaal tien). Uit de analyses bleek destijds al dat er grote verschillen zijn in zoutgehaltes van producten binnen dezelfde productsoort. Deze verschillen bestaan nog steeds. Daarnaast is het gemiddelde zoutgehalte niet significant veranderd ten opzichte van 2009.
In Nederland heeft de levensmiddelenindustrie het initiatief genomen om het zoutgehalte in bewerkte levensmiddelen geleidelijk te verlagen. De branchevereniging Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) had zich ten doel gesteld om voor begin 2010 een gemiddelde vermindering van het zoutgehalte van 12% te behalen in bewerkte voedingsmiddelen. Medio 2010 berichtte de FNLI dat gemiddeld een 10% reductie is bereikt ten opzichte van de Nevotabel (Nederlandse Voedingsmiddelen) uit 2006. De FNLI streeft ernaar om de hoeveelheid toegevoegd natriumchloride (zout) te verminderen tot uiteindelijk een gemiddelde reductie van 20 tot 30% is bereikt ten opzichte van 2006.

Verschillen in zoutgehaltes binnen dezelfde productsoorten
Er kunnen diverse redenen zijn waarom het ene product van dezelfde productsoort een hoger zoutgehalte heeft dan de andere. De onderzoeksdata lijken wél aan te geven dat het mogelijk is het zoutgehalte van producten te verlagen.

Werkwijze onderzoek
De nVWA heeft van juni tot en met november 2010 in totaal 968 producten bemonsterd om te kunnen vergelijken met de bemonsterde producten uit 2009. Het gaat om producten uit de productgroepen voorverpakt brood, soep, kaas, kant- en klaarmaaltijden, sauzen, chips & zoutjes, koek & banket, vleeswaren en (diepvries) snacks. De nVWA heeft monsters genomen van zowel A-, C- als huismerken.
In een aantal productgroepen bleek het assortiment sterk veranderd. Het ging dan om wijzigingen in etiket (huismerk), verpakking, producent of aanduiding. Wanneer een product niet meer in de handel was werd indien mogelijk een ander basisproduct bemonsterd.
In het laboratorium werd het gehalte aan chloride in het monster bepaald. Daarna werd het gehalte aan keukenzout berekend. Uit de resultaten is gebleken dat het zoutgehalte in de bemonsterde producten in 2010 niet significant is gedaald ten opzichte van de producten uit 2009.

Risico’s te hoge zoutinname
Een van de aandachtspunten in de nota ‘Gezonde Voeding’ van het ministerie van VWS is reductie van zout in levensmiddelen. Een te hoge zoutinname vergroot namelijk het risico op het ontstaan van verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten.
In Nederland is de gemiddelde zoutinname van volwassenen ongeveer 9 gram per dag. Dit is 1,5 keer de hoeveelheid die de Gezondheidsraad als maximum adviseert (6 gram per dag). Volgens de Voedingsnota van VWS blijkt uit cijfers dat naar schatting meer dan 70% van de dagelijkse hoeveelheid zout die consumenten innemen afkomstig is van verwerkte producten.

Arib wijst erop dat zoutreductie in voedsel praktisch gezien het best haalbaar is en het snelste gezondheidswinst oplevert, vergeleken met het stimuleren van meer bewegen, gezonder eten en drinken of minder roken en alcohol drinken.

Meer informatie:

Bron: VWA & EVMI

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen