GGZ-sector in 2020: overheid moet regie in handen nemen om doorbraak e-mental health te realiseren

Array

Bij het realiseren van een goedkopere en meer doelmatige zorg speelt e-mental health – de toepassing van IT bij de behandeling van patienten in de geestelijke gezondheidszorg- een steeds grotere rol. Het resulteert niet alleen in een grotere effectiviteit, ook het bereik is groter en de inzet van schaars personeel wordt beperkt. Ondanks deze voordelen blijft een echte doorbraak van e-mental health uit. Dat concludeert Atos Consulting in een toekomstverkenning waarin zij de belangrijkste trends in de Nederlandse markt voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in kaart heeft gebracht. In vier toekomstscenario’s staat beschreven hoe deze sector er in 2020 voor kan staan. Elk scenario kent een andere rol van zowel verzekeraars als overheid en vereist een andere strategie van de GGZ-instellingen. Op dit moment wijzen alle signalen op meer marktwerking in de zorg met een overheid op afstand. Echter, de overheid kan de ontwikkeling van e-mental health niet overlaten aan marktpartijen. Zij dient de regie in handen te nemen om ervoor te zorgen dat e-mental health in de zorg wordt verankerd.

In de Nederlandse zorgmarkt is sprake van een uiterst onzeker speelveld. Op dit moment zet de overheid in op het stimuleren van marktwerking in de zorg, maar deze ontwikkeling kan door een volgend kabinet weer worden teruggedraaid. Ook de GGZ-sector – waar 5 miljard euro per jaar in omgaat – kampt met grote onzekerheden. Vanaf volgend jaar moet de GGZ-sector 110 miljoen euro per jaar bezuinigen. Tegelijkertijd is sprake van ingrijpende veranderingen in de financiering van de zorg. Zo wordt een groot deel van de GGZ gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet. Met als gevolg dat zorgverzekeraars hun zorgaanbod rechtstreeks inkopen bij GGZ-instellingen. Een andere belangrijke ontwikkeling is de opkomst van e-mental health. Nederland loopt hierin voorop, maar hoewel de resultaten positief zijn, blijft een echte doorbraak uit.

Prominente rol voor overheid
“Voor de ontwikkeling van e-mental health is een grote rol van de overheid een cruciale voorwaarde. Minister Schippers van Volksgezondheid erkent het belang van e-mental health. Zo schrijft zij in een brief aan de Kamer dat zij de inzet van IT in de zorg van groot belang vindt en initiatieven op dit terrein wil versterken. Dit is echter onvoldoende om e-mental health in de zorgmarkt te verankeren”, benadrukt Leo Wildeman, partner van Atos Consulting. “Er moeten talloze data worden verzameld, uitgewisseld en geanalyseerd, standaarden vastgesteld en de wetgeving moet worden aangepast. Veel marktpartijen zijn vanuit concurrentieoverwegingen zeer terughoudend met het delen van informatie. Bovendien vinden zij het lastig een sluitende business case op te stellen: niet alle baten komen ten goede van de partijen die investeren. Een zorgmarkt die wordt gekenmerkt door een steeds grotere marktwerking en strijdige belangen is voor de ontwikkeling van e-mental health geen goede ontwikkeling. De overheid moet op dit dossier een prominente rol claimen.”

De GGZ-markt in 2020 – vier werelden
In het door Atos Consulting opgestelde white paper wordt stilgestaan bij de belangrijkste trends in de GGZ-markt. De toekomst van e-mental health staat hierbij centraal. Door middel van interviews met 30 leden van Raden van Bestuur van GGZ-instellingen zijn de vier belangrijkste toekomstbeelden voor 2020 geschetst. De vier scenario’s geven grote verschillen voor 2020 ten opzichte van elkaar weer. Er komen echter twee dominante trends naar voren: de rol van zorgverzekeraars en de toenemende privatisering. Hierbij is het de vraag of verzekeraars regisseur worden van de zorg en of zij hierbij beschikken over een mandaat van de verzekerden. In deze situatie kunnen zij contracten sluiten met zorgaanbieders op basis van de prijs-kwaliteitverhouding en nemen patienten alleen de gecontracteerde zorg af. Bij deprivatisering van de zorg speelt de vraag hoe GGZ-instellingen in de toekomst voorzien in hun financieringsbehoefte. Laat de overheid de ruimte aan private (buitenlandse) financiers of trekt zij deze rol naar zich toe?

Scenario 1: Op het scherp van de snede
In deze wereld zijn de zorgverzekeraars de regisseur van de zorgmarkt. Zorg wordt selectief ingekocht op basis van prijs en kwaliteit. Verzekerden krijgen de zorg uitsluitend vergoed als deze wordt afgenomen van geselecteerde aanbieders. De financiering van de zorg is in handen van private partijen. Bij zorgverzekeraars is sprake van consolidatie, waardoor vier grote verzekeraars de markt domineren. Zorgaanbieders uit het buitenland krijgen op deelmarkten een steeds groter marktaandeel. Ook de GGZ-sector heeft een ingrijpende metamorfose ondergaan. Het aantal bedden is fors afgenomen en klinische zorg is in handen van private stichtingen. Ten aanzien van niet-klinische zorg is sprake van efficiente markt. De zorg wordt in gespecialiseerde centra aangeboden en er wordt geconcurreerd op prijs, kwaliteit en dienstverlening. e-Mental health is volledig geaccepteerd. Doordat de belangrijkste marktspelers – zorgverzekeraars en private zorgaanbieders – zich bewust zijn van de voordelen investeren zij fors in de inzet van IT-middelen in de zorg. De opkomst van e-mental health wordt na een voortvarende start wel afgevlakt en soms wordt het aanbod zelfs versoberd. Met als belangrijkste oorzaak dat zorgverzekeraars en private financiers hun business case niet sluitend krijgen. De overheid beschouwt het niet als haar verantwoordelijkheid om in te grijpen.

Scenario 2: consumentenmarkt
In dit scenario is volledige privatisering in 2020 een feit, hoewel het overheidstoezicht wel is aangescherpt. De zorgverzekeraars zijn er niet in geslaagd de regie naar zich toe te trekken en het vertrouwen van verzekerden te winnen. De (private) zorgaanbieders spelen hierop in door rechtstreeks met verzekerden afspraken te maken. De verzekeraars worden teruggedrongen in een administratieve rol: zij voeren de contracten uit die tussen zorgaanbieders en verzekerden zijn gemaakt. De concurrentie tussen de zorgaanbieders is hevig. Op verschillende manieren proberen zij de consument aan zich te binden: op basis van kwaliteit, specialisatie, bereikbaarheid en/of integrale dienstverlening. e-Mental health is hierbij een onderdeel van de marketingmix: er worden zelfs kortingen gegeven als de patient gebruikmaakt van e-mental health-modules. Ook de GGZ-markt heeft zich ontwikkeld tot een markt waar GGZ-instellingen hun aanbod breed in de markt moeten zetten. Externe financiers eisen een hoog rendement en inzicht in de performance van de instellingen. Zij stellen vast dat e-mental health cruciaal is om succesvol te zijn in een concurrerende markt.

Scenario 3: geleide economie
In deze wereld is de marktwerking in de zorg volledig teruggedraaid. Er is fors gesaneerd: veel ziekenhuizen zijn samengevoegd, inkomens van specialisten en zorgpersoneel zijn gekort en het basispakket tot een minimum teruggebracht. De GGZ-sector concentreert zich weer op ‘bedden’ en beperkt zich tot het behandelen van langdurige, complexe en meervoudige zorg. e-Mental health wordt weliswaar beschouwd als een methode om efficient winst te realiseren, maar de noodzakelijke randvoorwaarden – zoals investeringen en een cultuurverandering bij behandelaars – worden nauwelijks ingevuld. De markt stelt zich tevreden met een compromis dat rekening houdt met de beperkte financiele middelen en de maatschappelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het leveren van zorg.

Scenario 4: compenserende krachten
De overheid geeft in dit scenario de zorgverzekeraars een prominente rol. Waar de overheid nog steeds het aanbod bepaalt, is het aan verzekeraars te zorgen voor een efficiente uitvoering. De GGZ-sector moet laveren tussen overheid en zorgverzekeraars. Bij de overheid pleit zij voor meer geld voor noodzakelijke zorg. Niet alleen met het oog op de grote vraag, maar ook vanwege de maatschappelijke noodzaak om ambulante zorg op een geïntegreerde wijze aan te bieden. Bij zorgverzekeraars wijst zij vooral op de doelmatigheid en efficiency van een geïntegreerde aanpak. e-Mental health maakt een comeback. De overheid maakt op verzoek van de GGZ-sector geld vrij om e-mental health verder te ontwikkelen, omdat onderzoek aantoont dat op macroniveau de baten groter zijn dan de kosten. De overheid stelt wel als voorwaarde dat de GGZ-sector zorgt voor een cultuuromslag, zodat e-mental health ook door de instellingen wordt omarmd.

Op www.scenario-planning.nl is het white paper met de onderzoeksresultaten te downloaden.

Bron:  Atos Origin

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

One thought on "GGZ-sector in 2020: overheid moet regie in handen nemen om doorbraak e-mental health te realiseren"

  1. Siegfried van Hoek

    Waakzaamheid is absoluut uiterst belangrijk, want heel makkelijk kan een foute diagnose ontstaan met een multiple choice onderzoekje, waar binnen de vragen al diagnosticerend gericht zijn, wat net als elk ander onderzoek een negatieve bijwerking kan hebben in het proces these-antithese. Na zo’n onderzoekje zou het resultaat dan ook met de huisarts of andere geneeskundig vertrouwenspersoon besproken moeten worden door de client zelf, om foutieve diagnoses en medicatie met alle risico’s van dien te voorkomen. Want de volgende stap is dan medicatieaanschaf via internet? Aldus waakzaamheid geboden!

Comments are closed.

Recente artikelen