Laat patiënten zich inschrijven voor zorggroepen

Array

Chronisch zieken zijn in drie groepen in te delen. De eerste groep redt het met enkel zelfmanagement en heeft geen behoefte aan extra zorg vanuit de eerstelijn. De tweede groep ontvangt disease management ofwel ketenzorg. Deze patienten hebben één enkele chronische aandoening en geen co-morbiditeit. Zij zijn ingeschreven in een ketenzorgprogramma, worden opgeroepen voor regelmatige controles en de ontwikkeling van de aandoening wordt gemonitord. De derde groep heeft meer dan één chronische aandoening, ontvangt dezelfde zorg als de tweede groep en bovendien begeleiding en ondersteuning van een case manager. Deze patienten ontvangen netwerkzorg en geen ketenzorg. De case manager werkt in een klein team en levert de patient maatwerk en geen standaardzorg zoals bij ketenzorg. Onder de derde groep vallen bijvoorbeeld diabetespatienten met kanker, COPD patienten met hartfalen, terminale patienten met multi orgaan lijden, dementerende patienten met een chronische aandoening en ook kankerpatienten met een depressie. Deze driedeling bevalen Prof. Chris Ham en Guus Schrijvers aan tijdens het vijfde nationale congres chronische zorg dat op 1 juli plaatsvond op de Universiteit Utrecht. Eerstgenoemde is directeur van het wereldberoemde King’s Fund Centre te London, een onafhankelijke instelling dat de NHS onderzoekt. Het financiert zichzelf uit de rente van de erfenis die de Engelse koning Edward in het begin van de twintigste eeuw aan dit fonds schonk. De Californische zorgorganisatie Kaiser Permanente heeft de driedeling ontwikkeld. Het Verenigd Koninkrijk heeft deze overgenomen. Nederland nog niet. Hier schrijven patienten zich niet in voor een ketenzorgprogramma. Vele Nederlandse patienten met diabetes en  COPD weten waarschijnlijk niet, dat ze in zorggroep patient zijn. In Duitsland waar chronische zieken zich wel moeten inschrijven voor een disease management programma, doet 20% dat niet. Die heeft de zaakjes op orde en komt uit zichzelf wel op de regelmatige controles. Of wil geen zelfmanagement bedrijven. Wie zich in Duitsland inschrijft, belooft daarmee regelmatig te komen voor controles en aanbevolen leefstijlen in acht te nemen. Deze mededeling deed Evert Jan van Lente, de derde inleider op het congres op 1 juli, dat 270 deelnemers trok. Van Lente (van Nederlandse afkomst) werkt in Berlijn en  is adjunct directeur zorginnovatie van de Duitse zorgverzekeraar AOK, met 27 miljoen verzekerden en een marktaandeel van 37% van de Duitse bevolking. Nederland heeft ook nog niet erkend dat case managers in netwerkzorg geschikt zijn voor de zorg van chronische patienten met meer dan een aandoening. In de AWBZ is er geen aparte bekostiging voor. Tijdens het congres op 1 juli kwamen veel vragen naar voren over ketenzorgprogramma’s die mensen met comorbiditeit moeten behandelen. Internationaal en theoretisch is dus het antwoord: niet doen, overlaten aan case managers.

De Power Point Presentaties van Evert Jan Van Lente, Chris Ham en Guus Schrijvers tref je aan op www.unitzorginnovatie.nl doorklikken op ‘Gehouden congressen’. Ondergetekende heeft Ham en Van lente geïnterviewd voor de camera over tips voor de Nederlandse langdurige zorg. De interviews duren zes minuten en staan op dezelfde subpage van genoemde website. Over enkele dagen staan PPP’s en interviews erop.

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen