Raad van State: Opheffing rookverbod kleine cafes juridisch onjuist

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten. Met het besluit wil de minister het rookverbod opheffen in kleine buurtcafés (kleiner dan 70 m2) die geexploiteerd worden door een zelfstandige zonder personeel. De minister heeft het besluit op 5 juli 2011 gepubliceerd, waarmee ook het advies van de Afdeling advisering openbaar is geworden.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 29 april 2011 advies uitgebracht over het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten. Het advies van de Afdeling advisering over dit ontwerpbesluit is op 5 juli 2011 door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport openbaar gemaakt. Met het ontwerpbesluit wil de minister het rookverbod opheffen in kleine buurtcafés (kleiner dan 70 m2) die geexploiteerd worden door een zelfstandige zonder personeel. Dit voornemen werd al aangekondigd in het regeerakkoord. De Afdeling advisering maakt opmerkingen over de probleemanalyse, de zelfstandige zonder personeel, het rookverbod in internationaal en Europees verband en het perspectief van de volksgezondheid. Zij adviseert het besluit aan te passen.

Aanleiding
Het rookverbod voor de horeca dat op 1 juli 2008 inging, geldt nu ook voor horeca-inrichtingen waar geen personeel werkzaam is. De uitvoering heeft in de praktijk tot problemen geleid. Exploitanten van kleine cafés stelden dat zij niet de mogelijkheid hadden om voor hun klanten een rookruimte in te richten. Zij hebben noch ruimte, noch financiele middelen daarvoor. Deze opstelling heeft geleid tot een aantal gerechtelijke procedures.

Opheffing rookverbod kleine cafés proportioneel?
Volgens de Afdeling advisering maakt het besluit niet duidelijk dat door het rookverbod kleine cafés een significant omzetverlies hebben geleden en adviseert dat in de toelichting uiteen te zetten. Verder adviseert zij aan te tonen dat het uitzonderen van de kleine horeca van het rookverbod proportioneel is, gelet op de doelstellingen van de Tabakswet. Deze doelstellingen zijn het beperken van het tabaksgebruik en het tegengaan van hinder voor degenen die geen tabak gebruiken. Het ontbreken van personeel acht de Afdeling advisering geen toereikend argument. Mede gelet op dat algemene gezondheidsdoel, dat ook betrekking heeft op bezoekers, adviseert zij dit argument beter te onderbouwen.

Criteria
Om de kleine buurtcafés uit te zonderen, moet naast een beperkte oppervlakte worden voldaan aan het criterium van ‘een zelfstandige zonder personeel’ (zzp-er). De keuze voor deze definitie brengt mee dat de directeur-grootaandeelhouder niet onder de uitzondering van het rookverbod valt, omdat hij geen zzp er is. Gevolg hiervan is dat het antwoord op de vraag of in een klein café mag worden gerookt, afhankelijk wordt van de juridische vorm waarin het café wordt gedreven. Dit terwijl de feitelijke situatie doorslaggevend zou moeten zijn. Hiermee wordt de doelstelling van het ontwerpbesluit mogelijk niet bereikt. Daarom adviseert de Afdeling advisering voor de vrijstelling van het rookverbod als criterium te hanteren een caféhouder die zonder personeel zijn horecabedrijf exploiteert.

Tabaksontmoedigingsbeleid
Ten slotte meent de Afdeling advisering dat ook moet worden gelet op de gevolgen van het besluit voor de volksgezondheid en aan de signaalwerking die afwijking van het tabaksontmoedigingsbeleid kan betekenen. Daarom adviseert zij in de toelichting bij het besluit meer duidelijkheid te gegeven over de samenhang met de door de minister toegezegde Preventienota en het tabaksontmoedigingsbeleid.

Lees hierde volledige tekst van het advies.

Bron: Raad van State

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

https://www.medicalfacts.nl

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.