Kleine en middelgrote slachterijen leven richtlijnen BSE niet goed na
ArrayUit een onderzoek van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) blijkt dat een deel van de kleine en middelgrote slachterijen in Nederland de regels onvoldoende naleeft. Op verzoek van het ministerie van VWS heeft bureau Risicobeoordeling & onderzoeksprogrammering (BuRO) van de nVWA geadviseerd over de risico’s van het ten onrechte niet testen van runderen op BSE. BuRO constateert dat er sprake is van een verwaarloosbaar risico voor de volksgezondheid. De niet-naleving van de genoemde bedrijven kan echter meer risico’s met zich meebrengen. BuRO adviseert daarom het toezicht op de vleesketen te optimaliseren en meer te baseren op te verwachten risico’s.
Uit het onderzoek bleek dat bij 6 van de 17 onderzochte slachterijen de verplichte testen op BSE bij in totaal 125 runderen niet waren uitgevoerd. Ook kon bij sommige slachterijen niet worden vastgesteld dat risicomateriaal correct was verwijderd en vernietigd.
Risico
BSE-positieve runderen worden met de huidige preventieve maatregelen nauwelijks of niet meer aangetroffen. De kans dat door de geconstateerde nalatigheden een rund met BSE in de voedselketen kan zijn terechtgekomen, is uitermate klein. Het hiermee samenhangende risico voor de volksgezondheid is nagenoeg verwaarloosbaar. Ook dit risico kan echter worden vermeden als de betreffende slachterijen hun verantwoordelijkheid nemen en de regelgeving beter naleven.
Advies
Ondanks het verwaarloosbare risico heeft BuRO geadviseerd het vlees van de betreffende runderen dat nog niet is geconsumeerd, terug te roepen en te vernietigen. Op basis van de Algemene Levensmiddelen Verordening (ALV) was deze actie al in gang gezet. Behalve het risico van BSE kunnen de geconstateerde tekortkomingen ook aanleiding geven tot andere risico’s, zoals de contaminatie van vlees met bacterien. Daarom adviseert BuRO ook om de toezichtsystematiek in de vleesketen meer af te stemmen op de te verwachten risico’s.
Maatregelen
De terugroepactie van het vlees van de niet-geteste runderen is inmiddels nagenoeg afgerond. De betrokken bedrijven zijn onder een verscherpt toezichtregime geplaatst. Bovendien is van 6 bedrijven de erkenning tijdelijk geschorst. Tegen 1 bedrijf loopt een strafrechtelijk onderzoek. De nVWA heeft alle overige bedrijven waar runderen worden geslacht, aangeschreven en hen nogmaals gewezen op het verplichte testen van runderen ouder dan 72 maanden op BSE. De nVWA zal de roodvleesslachthuizen in de komenden maanden hierop gericht controleren.
De nVWA heeft in overleg met het ministerie van EL&I en vertegenwoordigers van de sector al in juni 2011 besloten om het toezicht op de vleessector te herstructureren en het meer dan nu het geval is, risicogebaseerd in te richten. De nVWA is op dit moment bezig deze systematiek uit te werken.
Het bureau Risicobeoordeling & onderzoeksprogrammering van de nVWA oordeelt en adviseert wetenschappelijk onderbouwd over mogelijke bedreigingen van de voedsel- en productveiligheid, diergezondheid en dierenwelzijn. De onafhankelijke uitoefening van deze opdracht is geregeld in de Wet onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit die in 2006 door het parlement is aangenomen. Adviezen in het kader van de wet worden uitgebracht aan de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Bron: nVWA