Boterzacht convenant

Array

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van VWS heeft maandag 5 september het Convenant investeringen langdurige zorg afgesloten. Doelstelling van dit convenant is het bevorderen van de kwaliteit van de langdurige zorg door extra medewerkers op te leiden en aan te nemen en de huidige medewerkers op te leiden tot een hoger kwalificatieniveau.

Er is voorzien in 12.000 extra medewerkers om de langdurige zorg te versterken. Begin 2014 zal gemeten worden of dit aantal gehaald is. Vertrekpunt is het aantal medewerkers dat werkzaam is in de langdurige zorg op 1 januari 2012.

Om een en ander te bekostigen, zal er structureel een bedrag van 852 miljoen euro per jaar extra in de langdurige zorg worden geïnvesteerd. Een bedrag van 636 miljoen zal via verhoging van de maximumtarieven van de ZZP’s rechtstreeks bij de zorginstellingen terecht komen. Het restant wordt doorgeleid naar de algemene contracteerruimte en een door VWS ingesteld stagefonds.

Met het afsluiten van dit convenant wordt erkend dat de langdurige zorg meer en beter opgeleide medewerkers nodig heeft. Dat werd tijd. Het kostendekkend maken van de zorgzwaartepakketten is overigens een sigaar uit eigen doos. Bij de invoering van de ZZP’s heeft de overheid de kosten flink gedrukt door op verdekte wijze de hoeveelheid zorg terug te dringen (via de indicaties) en de prijs te verlagen (via de tarieven). Dat wordt nu ongedaan gemaakt.

Het convenant roept vragen op. Wat opvalt, is dat de vakbonden en de ouderenorganisaties niet tot de ondertekenaars behoren. Dat wekt bevreemding. Als je als staatssecretaris zo nadrukkelijk roept dat je de zelfredzaamheid en de eigen regie van ouderen wil bevorderen, dan ligt het toch voor de hand om de ouderenorganisaties partij te maken? En als je garanties wil scheppen dat de doelstellingen van het convenant gehaald worden, dan kan je niet zonder de vakbonden.

Ieder die in de veronderstelling leeft dat je de gerealiseerde effecten op macroniveau kunt monitoren, leeft in een droomwereld. Daarvoor zijn er teveel hobbels en valkuilen. Het convenant spreekt bijvoorbeeld over “medewerkers”, maar het maakt nogal wat uit of een medewerker een halve formatieplaats bezet of een hele. Hoeveel extra formatieplaatsen moeten die 12.000 medewerkers opleveren? Het convenant laat zich er niet over uit. Tellen oproepmedewerkers ook mee of alleen medewerkers met een vast contract?

Dan het gegeven dat niet alle medewerkers in de langdurige zorg aan het bed staan. De sector kent administratief personeel, technisch personeel, stafpersoneel, leidinggevend personeel. Wat als we er straks vooral nieuwe managers bij krijgen of allerlei ondersteuners om de administratieve lasten van zorgverleners te verlichten. Geen enkele instantie is in staat om deze bewegingen loepzuiver in beeld te brengen. Laat staan om te beoordelen of er zoveel is gedaan aan het scholen van zittende medewerkers, dat er landelijk sprake is van een “passende mix van kwalificatieniveaus” (Convenant art.3 lid 1).

Als het op macroniveau niet te monitoren valt, hoe kan je dan wel nagaan of zorginstellingen een betekenisvolle bijdrage leveren aan de doelstellingen van het convenant? Lees de overeenkomst er maar eens op na die de vakbonden op 28 juli jl. hebben afgesloten met de Amsterdamse zorgaanbieder Cordaan . En zie met eigen ogen hoe je de boterzachte bepalingen van het convenant kan omzetten in verplichtende resultaatgerichte afspraken.

Recente artikelen