Oratie Willie Peijnenburg over milieuverontreiniging en biodiversiteit
Array
Prof.dr.ir. Willie Peijnenburg spreekt op maandag 19 september zijn oratie uit. Hij is sinds september 2010 bijzonder hoogleraar Environmental Toxicology and Biodiversity. In zijn oratie behandelt Peijnenburg het evenwicht tussen materiele vooruitgang, sociale verbetering en de kwaliteit van de leefomgeving.
Effect op biodiversiteit
Peijnenburg gaat in het bijzonder aandacht besteden aan de invloed die klimaatverandering, veranderend landgebruik en uitstoot van nieuwe stoffen hebben op de biodiversiteit (=de verscheidenheid aan levensvormen). In eerste instantie wil hij de effecten van gezondheidsbedreigende stoffen als geneesmiddelen, nanodeeltjes en bestrijdingsmiddelen in kaart brengen. Ook klassieke stofgroepen, zoals metalen, zijn onderwerp van studie. Wat gebeurt er als organismen op het land en in het water daaraan worden blootgesteld?
Geen proefdieren meer
Niet alleen veldwerk en analyse, maar ook modellen op basis van de chemische structuur van schadelijke stoffen moeten een beeld geven van verontreinigende effecten. Inzet van modellen maakt tests op proefdieren overbodig en draagt bij aan de zoektocht naar groenere alternatieven voor de meest kwalijke milieuvervuilende stoffen. Dat past goed in het milieubeleid van de overheid, waar duurzaamheid het uitgangspunt is.
Samenwerking met RIVM
Peijnenburg heeft een aanstelling bij het Centrum van Milieuwetenschappen (CML) van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Dit op gezamenlijk initiatief van de Universiteit Leiden en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Beide partners profiteren van deze structurele samenwerking, waarbij wetenschappelijke vragen rond stoffen, duurzaamheid en biodiversiteit samenkomen. Leiden kan de resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar biodiversiteit direct beschikbaar te maken voor gebruik in (Europese) regelgeving. Het RIVM heeft via de leerstoel toegang tot wetenschappelijk onderzoek op het gebied van duurzaamheid en biodiversiteit. Daarnaast hebben beide instellingen toegang tot elkaars uitgebreide kennisnetwerken.
Bron: Universiteit Leiden.
