Confrontatie werkt niet bij rokende COPD-patiënt. Economische prikkels wel?

Array

Huisartsen, hun praktijkondersteuners, longartsen en longverpleegkundigen staan drie wegen open om patienten met COPS te overtuigen om met roken te stoppen. Zij kunnen ten eerste informatie geven over de gevolgen van het roken. Zij geven een foldertje mee aan de patiént. Dit is gebruikelijke zorg. Ten tweede kunnen zij motiverende gespreksvoering (in vakjargon: motivational interviewing) hanteren, waarin zij samen met de patient voor- en nadelen van diens rookgedrag nagaan en een individuele stopstrategie opzetten. Ten derde kunnen zij de patient confronteren met de gevolgen van hun gedrag. Hierbij gaan zij hard in tegen cognitieve dissonantie. Als een patient bijvoorbeeld zegt dat ‘het wel meevalt’, overtuigt de professional met feiten, longfoto’s en toekomstperspectieven dat dat niet het geval is. In een Randomized Clinical Trial (RCT) onderzocht de Maastrichtse hoogleraar Onno van Schayck of ‘çonfrontatie’ meerwaarde heeft boven ‘motivational interviewing’ en ‘gebruikelijke zorg’. Dat blijkt op korte termijn wel effect te hebben: meer patienten stoppen met roken. Op lange termijn is het percentage stoppers even hoog als bij motivational interviewing. Al deze informatie gaf Van Schayck op het Nationaal Congres COPD Ketenzorg dat op 14 oktober op  de Universiteit Utrecht plaatsvond. Aan dit congres namen ruim 200 personen deel, waaronder vele huisartsen, verpleegkundigen en longartsen. De vraag van ondergetekende of een economische prikkel COPD patienten doet stoppen met roken, antwoordde VanSchayck enthousiast met ja.  Hij had hiervoor twee argumenten. Ten eerste bestaat er de korte periode dat stoppen met roken wel verzekerd was : Minister Klink voerde dat in en Minister Schippers haalde dat eruit. In die korte periode steeg het aantal stoppers in Nederland met 144.000 personen, een ongekend aantal. Ten tweede hebben patienten met COPD vaak een laag inkomen. Zij zijn blij met bijvoorbeeld een verlaging van de  nominale premie met bijvoorbeeld 100 euro. Tijdens koffie en lunchpauze voerde ondergetekende verwoede gesprekken over het invoeren van een financiele prikkel voor COPD-patienten, die willen stoppen met roken. Door minder opnamen vanwege exacerbaties heb je die korting op de premie snel terugverdiend, was de leidende gedachte bij experts van COPD-zorg. Welke zorgverzekeraar wil een experiment op dit terrein aangaan?  Stuur een mail naar [email protected]. tot zover dit bericht. Op 10 januari start onze Masterclass Geïntegreerde Zorg voor Chronisch  Zieken. Zie hiervoor ook de berichten hierboven.  Surf dan naar www.unitzorginnovatie.nl klik door op ‘Masterclassen’, lees de uitvoerige brochure en meld je aan.

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen