3 miljoen euro Europese subsidie voor toxicogenomics project naar minder dierproeven

Array

Deze maand wordt een flinke stap gezet in de richting van een proefdiervrije wereld. Dan start bij de vakgroep Toxicogenomics van het Maastricht Universitair Medisch Centrum het diXa-project (Data Infrastructure for alternatives to animal-based Chemical SAfety testing). Donderdag 20 en vrijdag 21 oktober a.s. vindt de officiele start plaats van het project waarvoor de Europese Gemeenschap bijna 3 miljoen euro subsidie beschikbaar heeft gesteld vanuit het 7e kaderprogramma.

Projectleider en vakgroepvoorzitter prof.dr. Jos Kleinjans: “Het is de vakgroep Toxicogenomics voor de derde opeenvolgende keer gelukt een dergelijk groot EU-project (www.newgeneris.org en www.carcinogenomics.eu) niet alleen binnen te halen,  maar ook vanuit Maastricht te gaan coördineren.”
Deelnemende partijen aan het diXa-project zijn behalve het coördinerende Maastricht UMC+ het European Molecular Biology Laboratory (Duitsland), Max Planck Society for the Advancement of Science (Duitsland), Genedata (Zwitserland), Imperial College London (Groot Brittannie), EU Joint Research Centre (Italie) en het Klinikum der Universität Köln (Duitsland).

Toxiciteit
Nieuwe biologische technieken maken een fundamentele verschuiving mogelijk in het begrijpen van toxiciteit en de manieren om toxische processen te bestuderen. De zogeheten ‘omics’-technologieen maken het mogelijk op grote schaal genetische en moleculaire processen in kaart te brengen. Zo komen geheel nieuwe inzichten tot stand in het hoe en waarom van toxische effecten.
Toxiciteit is een complex biologisch fenomeen, waar veel factoren een rol in spelen. De ‘omics’-technologieen binnen toxicologisch onderzoek maken het mogelijk dit complexe netwerk van factoren te ontrafelen en deze kennis vervolgens in te zetten om testmethoden voor het bepalen van de veiligheid van chemische stoffen te ontwikkelen die gebaseerd zijn op een grondig begrip van het biologische proces in de mens.

diXa
Donderdag 20 en vrijdag 21 oktober vindt in Maastricht de officiele kick-off plaats van het diXa-project dat dit in de ‘wetenschappelijke praktijk van alledag’ gaat realiseren. “In dit project, dat drie jaar gaat duren gaan we zeven databases uit Europese Toxicogenomics projecten (die allen gebruik maken van -omics, bioinformatics en computational biology om alternatieven voor huidige proefdiermodellen voor het bepalen van toxiciteit) aan elkaar knopen, samen met data bases die informatie bevatten over menselijke ziektes”, legt prof. Kleinjans uit. “Op die manier ontstaat er één grote database die deskundigen kunnen gebruiken via een website die publiek toegankelijk zal zijn. Zo wordt het beter mogelijk om te kijken welke mogelijke gezondheidsschadelijk effecten een chemische stof heeft, ook op langere termijn.”
Dit moet resulteren in het in de toekomst terugdringen van het aantal dierproeven in het onderzoek naar geneesmiddelen, industriele chemicalien en in de cosmetica-industrie. Voor de cosmetische industrie in Europa is al wettelijk van kracht dat geen proefdieren meer mogen worden gebruikt voor het bepalen van de veiligheid  van nieuwe stoffen in hun producten.

Zie: http://toxicogenomics-um.nl

Maastricht UMC+

Met ingang van januari 2008 zijn het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) en de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht gefuseerd tot het achtste universitair medisch centrum van Nederland. De nieuwe organisatie heet Maastricht UMC+.
Het Maastricht UMC+ heeft als kerntaken: patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs en opleiding. Daarin nemen, naast de standaard patiëntenzorg, topklinische zorg en topreferente zorg een belangrijke plaats in. Deze zijn nauwgezet afgestemd met het fundamenteel en het (experimenteel) klinisch onderzoek. Dit resulteert in de klinische onderzoeksspeerpunten hart en vaten; oncologie, chronische ziekten en geestelijke gezondheidszorg en neurowetenschappen.

Recente artikelen