In de ketenzorg komen consulten van specialisten aan huisartsen steeds vaker voor. Zij krijgen bijvoorbeeld het verzoek een foto van eczeem, een ECG, een spirometrie-uitslag of een fundusfoto te beoordelen. Dat verzoek komt dan via het internet of per fax van huisartsen die deze ondersteunende diagnostiek zelf hebben gedaan of dat hebben laten doen onder hun verantwoordelijkheid. Voor dit werk kunnen specialisten op dit moment vaak geen geld vragen. Of ze moeten een complete DBC openen, maar dan wordt dat een rekening van honderden euro’s voor zeg maar tien minuten beoordelingswerk. Het zou goed zijn en de ketenzorg bevorderen, als specialisten een redelijke vergoeding krijgen voor een consult aan huisartsen. Zelf denk ik aan een bedrag van 25 euro bij een afhandelingstijd van tien minuten. Een vergelijkbaar probleem doet zich voor bij poliklinische verrichtingen die zowel een huisarts als een specialist kan uitvoeren, bijvoorbeeld het verwijderen van een wrat. Het past in de prijstheorie, dat gelijke prijzen worden betaald voor gelijke diensten. In dit voorbeeld zou een specialist geen DBC mogen openen maar een gelijk tarief als de huisarts moeten hanteren. Al deze gedachten kwamen naar voren tijdens een Julius Seminar “Zorgonderzoek in de eerste lijn“, dat hoogleraar huisartsgeneeskunde Niek de Wit had georganiseerd op donderdag 10 november. Vele zorginnovaties van de utrechtse huisartsgeneeskunde passeerden daar de revue. Bovengenoemd thema over consulten aan huisartsen komt ook aan de orde op de Julius Masterclassen Eerstelijn en Chronische Zorg, die in januari 2012 starten.