Onderzoek naar lopen en staan bij scoliose na chirurgische correctie

Array

Stoornissen in de balanshandhaving en in het looppatroon komen veelvuldig voor bij patienten met adolescente scoliose.  Deze stoornissen kunnen soms hinderlijk zijn voor de patient. Ook kunnen er op lange termijn afwijkingen aan andere gewrichten ontstaan als gevolg van een veranderde belasting.

De Sint Maartenskliniek in Nijmegen doet sinds 2009 onderzoek naar de veranderingen in het lopen en staan na een chirurgische correctie van de wervelkolom bij scoliose zonder andere spierskelet-afwijkingen (idiopathische scoliose).

Gevolgen op de lange termijn
Bij het in kaart brengen van de looppatronen gaat het vooral om de mobiliteit in een deel van de wervelklolom. Het idee is dat de wervels die niet zijn vastgezet bij de operatie het verlies aan mobiliteit gaan compenseren door meer te bewegen. Mogelijk kan daardoor op de lange termijn extra slijtage ontstaan aan die wervels. Daarnaast wordt gekeken of een vastgezette rug effect heeft op de knie-en heupgewrichten door een veranderd looppatroon. Doordat niet bij alle operaties dezelfde wervels zijn vastgezet, kunnen de wetenschappers belangrijke biomechanische effecten bestuderen van het aantal gefuseerde wervels en het niveau van de fusie (thoracaal en thoracolumbaal). Dit kan clinici helpen met het voorspellen en voorkomen van additionele problemen bij fusie van de wervelkolom.

Methode van onderzoek
Aan het onderzoek nemen meisjes van 12 t/m 18 jaar deel die op de opnamelijst staan voor een operatie met een diagnose van idiopathische scoliose. De wetenschappers hebben bewust gekozen om alleen meisjes deel te laten nemen omdat dit type onderzoek het meeste voorkomt bij meisjes en er op deze manier een homogene onderzoeksgroep ontstaat. Op dit moment doen 19 meisjes mee, het streven is om 25 meisjes te includeren. Op 3 momenten wordt een meting gedaan: voor de operatie, 3 maanden na de operatie en 1 jaar na de operatie.

Tussenresultaten
De eerste resultaten geven aan dat de deelneemsters de testen zowel voor als na de operatie goed uit kunnen voeren. Ook is gebleken dat vooral de rotaties in de romp meer uigesproken zijn bij de hogere loopsnelheden. De rotatie is voor de operatie asymmetrisch, maar blijkt na de operatie weer meer symmetrisch te worden. In de bewegingen van de heup, knie en enkel zijn tot nu toe geen verschillen gevonden met het ‘normale’ looppatroon. Einde 2012 zullen meer resultaten bekend zijn.

Meer informatie over het onderzoek naar scoliose vindt u op de site van de Sint Maartenskliniek.

Recente artikelen