Het Instituut

Dit spannende boek laat de lezer diep doordringen in de wereld van Schuylenburgh, de voorzitter van Het Instituut. Als zijn medewerker, Maarten Keyser, ernstig ziek wordt wil die nog een kans en zoekt zijn heil in een experimentele behandeling. Maar Schuylenburgh zit hem dwars. Wat Maarten wil is te experimenteel, niet bewezen en kwakzalverij.
Het conflict escaleert en zuigt de lezer mee in det machtsspel om het grote geld, de duistere wereld van de instituten.

Politieke thriller over de organisatie van de zorg
In het boek `Het Instituut` heeft Schuylenburgh de Minister in zijn vingers. Samen met zijn klankbordgroep is hij oppermachtig. Het is zijn belang om elke discussie over experimentele therapieen taboe te houden.
De Minister beslist welke gezondheidszorg wij krijgen op grond van ambtelijke rapporten. Het is een gesloten wereld; achter de schermen, in de instituten, zitten ware meesters in de intrige.
Spiegel
Wat weten we van de politiek van de zorg? De media spelen een belangrijke rol in het politieke spel en brengen thema`s als `meer handen aan het bed`, `medische missers` en `onveilige geneesmiddelen` onder onze aandacht. We horen ook van turbulente ontwikkelingen waarvan patienten kunnen profiteren.
Het zou lang moeten duren voordat deze vernieuwingen beschikbaar zijn. Waarom eigenlijk zo lang?
Op deze website staat informatie die is gebruikt bij het schrijven van `Het Instituut`.
Huppes Kemp

Wim Huppes kreeg in april 2008 te horen dat hij prostaatkanker had in een vergevorderd stadium. Zijn prostaat werd operatief verwijderd, en wat hem betrof stopte de reguliere behandeling daar. Met zijn kennis van de geneeskunde, hij werkte tot 1989 als internist in een ziekenhuis, ging Huppes experimenteren met medicijnen.

Na twee experimenten met andere middelen probeerde hij dichloorazijn.

Huppes kwam niet zelf op het idee om het middel te proberen. ‘Twee neven raadden het me aan, onafhankelijk van elkaar. De een leidt een medisch laboratorium, de ander is een alternatieve arts.’ Huppes kocht het middel bij een chemische groothandel. Huppes mocht daar grondstoffen kopen omdat hij eerder als onderzoeker in een biotechnologisch laboratorium werkte.
Belangrijker is dat hij nog leeft. Waar met reguliere bestraling en chemotherapie de dood volgens hem misschien enkele maanden zou zijn tegengehouden, is hij inmiddels ruim een jaar na de diagnose kanker nog steeds in leven en weer aan het werk.

Zijn ziekte bleek, ironisch genoeg, een voorbeeld te zijn van wat er mis is in de reguliere zorg – waarover hij voor hij kanker bleek te hebben een boek aan het schrijven was. We zijn de klos verscheen in april. In het boek stelt Huppes dat in het huidige zorgstelsel de ontwikkeling van nieuwe behandelingen niet goed mogelijk is omdat het stelsel te bureaucratisch is en verstrikt in een ‘doolhof van regels’.

Volgens Huppes, kennismedewerker bij het College voor Zorgverzekeringen, is het gevolg dat de zorg geen innovatieve sector is en dat dus iedereen een standaardbehandeling krijgt. Die is voor zo’n 85 procent van de zieken niet optimaal. Sterker nog: ‘Artsen werken volgens richtlijnen en schrijven patiënten behandelingen voor die zij vaak niet op zichzelf zouden toepassen.’ Bij mannen met uitgezaaide prostaatkanker wordt het bekken bestraald, ook als hun levensverwachting nihil is. ‘De patiënten hebben daardoor 13 procent minder kans op pijn in het bekken maar moeten er wel vaak voor naar het ziekenhuis en ervaren vervelende bijwerkingen, zoals pijn en bloed bij de ontlasting en tijdens het plassen. Bovendien staat de uitkomst vast: mensen gaan hoe dan ook dood.’

Huppes stelt voor om ook alternatieve methoden te testen in de kennisbanken. ‘Als mensen positieve effecten melden van behandelingen, kunnen deze wat mij betreft worden toegepast. Volgens mij kan dit eenvoudig omdat de door mij voorgestelde kennisbanken gaan monitoren en rapporteren wat het effect, de veiligheid en het nut is van de zorg.’

Huppes schijft ook voor het Financieel Dagblad

Recente artikelen