Epilepsieonderzoek ontvangt 150.000 euro
Array
Onderzoek van dr. Floor Jansen, staflid Kinderneurologie, is gehonoreerd door het WKZ-fonds met een bedrag van bijna 150.000 euro. Titel van het onderzoeksproject: ‘Clobazam or methylprednisolone for ESES syndrome: an European, multicenter, randomized controlled clinical trial’. Het onderzoek richt zich vooral op kinderen met epilepsie en de chirurgische behandeling hiervan. Floor Jansen is in 2007 gepromoveerd op dit onderwerp.
Het gehonoreerde onderzoek richt zich op kinderen met moeilijk behandelbare epiliepsie. Jansen: ‘Elektrische Status Epilepticus in Slaap (ESES) beschrijft een EEG-patroon van door slaap uitgelokte epileptische activiteit dat vrijwel alleen voorkomt op kinderleeftijd. Vaak gaat dit EEG-patroon gepaard met epileptische aanvallen, milde motorische problemen, en vaak een dramatische taalstoornis, of een stilstand of regressie van cognitief functioneren en gedrag. Hoewel de EEG-afwijkingen spontaan verbeteren vóór de volwassen leeftijd, blijven ernstige cognitieve functiestoornissen aanhouden bij een groot aantal patienten. Op dit moment weten we eigenlijk niet goed hoe we deze ernstige vorm van epilepsie het beste kunnen behandelen.’
‘Deze Europese klinische trial gaat het effect vergelijken van dagelijkse orale toediening van clobazam met maandelijkse intraveneuze pulse therapie met methylprednisolon. Het primaire doel is verbetering van de geassocieerde cognitieve functiestoornissen. De samenwerking tussen de afdeling Kinderneurologie van het UMC Utrecht en het European Network on Epilepsy Research (ENER) biedt de unieke mogelijkheid om deze zeer belangrijke trial uit te voeren.’
Klinische implicatie
De opzet van dit project is eigenlijk heel praktisch en heeft een duidelijke klinische implicatie, vervolgt Jansen. ‘Het grote voordeel van deze studie is dat het een Europese multicenter studie is. Belangrijke buitenlandse onderzoekers hebben zich al aan deze studie verbonden waardoor het mogelijk is een groot aantal patienten te onderzoeken. Hoewel deze aandoening bekend staat als weinig voorkomend blijkt dat de symptomen tegenwoordig steeds vaker en vroeger herkend worden. De resultaten van deze studie zullen hopelijk een belangrijke bijdrage leveren aan de dagelijkse kinderneurologische praktijk.’
bron: UMC Utrecht
