Onderzoek naar rol sociale verschillen bij kankerzorg in Nederland

Array

Mensen met kanker die hoger op de sociale ladder staan, krijgen vaker een ingrijpende behandeling dan mensen die een lagere sociaaleconomische status hebben. Zo krijgen laag opgeleide prostaatkankerpatienten met een kleine tumor vaker hormoonbehandeling en uitwendige (gewone) bestraling, terwijl hoger opgeleiden vaker geopereerd worden en inwendige bestraling (brachytherapie) krijgen. Dat blijkt uit het proefschrift waarop ir. Mieke Aarts, onderzoeker bij het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) in Eindhoven, volgende week gaat promoveren aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

In het proefschrift beschrijft Mieke Aarts de verschillen in diagnose, behandeling en overleving van mensen met kanker. Dat deed ze aan de hand van literatuurstudie en met behulp van gegevens afkomstig uit de Kankerregistratie, een databank waarin informatie van alle kankerpatienten in Nederland is opgeslagen. Daaruit komt naar voren dat niet alleen bij prostaatkanker, maar ook bij dikkedarm, borst- en slokdarmkanker mensen met een hoge sociaaleconomische status vaker een ingrijpende behandeling ondergaan. Bovendien is deze behandeling vaker gericht op genezing in vergelijking met mensen die lager op de sociale ladder staan.

Voorlichting en voorkeur
Opmerkelijk is dat bovengenoemde behandelverschillen volgens Mieke Aarts niet volledig verklaard kunnen worden doordat de tumor vaak groter en verder uitgezaaid is bij kankerpatienten met lage sociale status. Ook kunnen de behandelingsverschillen niet volledig worden toegeschreven aan de aanwezigheid van bijkomende zieken, zoals diabetes, COPD, of hart- en vaatziekten. Die komen namelijk 50% vaker voor bij kankerpatienten die lager op de sociale ladder staan. Mogelijk worden de behandelingsverschillen beïnvloed door de voorlichting aan de patient (het begrijpen van voorlichting en het zelf zoeken naar informatie) én de voorkeuren van zowel patient als arts. Verder blijkt dat patienten met een hogere sociaaleconomische status eerder nieuwe behandelmethoden ondergaan dan mensen met een lagere status.

Zo werd brachytherapie (inwendige radiotherapie bij een relatief kleine tumor) in eerste instantie vooral toegepast bij patienten met prostaatkanker met een hoge sociaaleconomische status en enkele jaren later pas bij patienten met een lage sociaaleconomische status. “Opmerkelijk is dat bijkomende ziekten nauwelijks een rol speelden bij die keuze. Het lijkt er op dat niet de gezondheid van de patient, maar de persoonlijke voorkeuren van de patient geleid hebben tot het hoge gebruik van brachytherapie bij patienten met een hoge sociaaleconomische status”, zegt Mieke Aarts.

Leefstijl en gedrag
Bovendien onderzocht Mieke Aarts het vóórkomen van kanker bij de verschillende sociaaleconomische groepen. Zij vond dat veel vormen van kanker het vaakst voorkomen bij mensen met een lagere opleiding. Waarschijnlijk komt dat door verschillen in leefstijl, zoals roken, ongezonder eten en minder bewegen. Verschillen werden ook beschreven bij huidkankers (basaalcelcarcinoom en melanoom), die juist vaker vóórkwamen bij mensen met hoge sociale status. Dat lijkt samen te hangen met overmatig zonnen (zonvakanties, zonnebanken), wat in eerste instantie alleen was weggelegd voor mensen met hogere inkomens. Ook prostaatkanker kwam frequenter voor bij mannen met een hogere status. Dit komt waarschijnlijk doordat mannen die hoger op de sociale ladder staan vaker een PSA-test laten uitvoeren. Dat is een test waarmee prostaatkanker in een vroegtijdig stadium opgespoord kan worden.

Bevolkingsonderzoek
Om kanker vroeg op te sporen, zijn in Nederland bevolkingsonderzoeken voor borst- en baarmoederhalskanker opgezet. Hoewel deelname aan bevolkingsonderzoeken gratis is, komt uit de studie van Mieke Aarts naar voren dat vrouwen met een hoge sociaaleconomische status vaker deelnemen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker vergeleken met vrouwen met een lage sociaaleconomische status. “Daarom is het van belang dat bij het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker, dat in 2013 van start gaat, extra aandacht wordt geschonken aan deze specifieke groep mensen”, zegt Mieke Aarts.

Overlevingskansen
In het proefschrift staat ook te lezen dat mensen met een hoge sociaaleconomische status de hoogste overlevingskans hadden voor prostaat-, slokdarm-, dikkedarm-, en borstkanker. Deze betere prognose kan niet volledig worden toegeschreven aan verschillen in behandeling, bijkomende ziekten, levensstijl (roken, alcohol, bewegen) of tumorgrootte. “Het is niet uitgesloten dat sociaaleconomische verschillen ook een rol spelen bij het omgaan met gezondheidsvaardigheden. Niet iedereen is in staat om voorlichting over gezondheid, ziekte en behandeling goed te interpreteren”, aldus Mieke Aarts.

Betere toegang tot zorg
Mieke Aarts komt tot de slotconclusie dat er ook in Nederland sociaaleconomische verschillen bestaan in de kankerzorg. “Vaak wordt gedacht dat de zorg in Nederland voor iedereen toegankelijk is, maar uit de resultaten van onze studies blijkt dat er toch ruimte voor verbetering is. Hoewel de verschillen klein zijn en niet eenvoudig te veranderen, kunnen huisartsen en praktijkondersteuners mogelijk een belangrijke rol spelen in het verbeteren van de toegang tot deze zorg. Dat kan bijvoorbeeld door mensen bewuster te maken van zowel de ziekte als de behandelmogelijkheden, het stimuleren van een gezonde(re) leefstijl en het verstrekken van informatie die beter aansluit op de belevingswereld van individuele patienten.”

  • De promotie van ir. Mieke Aarts op het proefschrift ‘Socioeconomic determinants of cancer risk, detection, and outcome in the Netherlands since 1990’ vindt plaats op dinsdag 19 juni om 13.30 uur in de Senaatszaal van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Promotor is prof.dr. J.W.W. Coebergh. Copromotor is dr.ir. W.J. Louwman.
Over het IKZ
Het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) is een kennis- en kwaliteitscentrum op het gebied van de oncologische en palliatieve zorg in Noord-Brabant en Noord-Limburg. In deze regio wonen 2,3 miljoen mensen. De werkzaamheden van het IKZ zijn onder meer gericht op onderzoek en het ondersteunen van zorgverleners, patientenverenigingen en beleidsmakers. Ook biedt het IKZ begeleiding aan ziekenhuizen en andere zorginstellingen bij het opzetten en invoeren van innovaties. Op die manier wordt een actieve bijdrage geleverd aan het realiseren van de best mogelijke zorg voor mensen met kanker in de eigen regio.
Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen