Meisje krijgt gekweekt bloedvat
ArrayBij een 10-jarige meisje met extrahepatische poortader obstructie heeft een bypass procedure ondergaan tussen de superieure mesenteriale vene en de intrahepatische links poortader (meso Rex bypass) in het Sahlgrenska University Hospital in Göteborg, Zweden. Een 9 cm lange keweekte ader van een allogene donor. De iliacale ader werd decellularised en vervolgens recellularised met endotheelcellen en gladde spiercellen van stamcellen verkregen uit het beenmerg van de ontvanger. Na twee weken was het geproduceerde weefsel klaar om ingebracht te worden. Bij de operatie bleken inderdaad geen geschikte vaten aanwezig, dus werd de gefabriceerde ader gebruikt als bypass tussen de vena mesenterica superior en de vena portae. Naderhand bleek de bloedstroom in de bypass goed. De patient kreeg geen immunosuppressiva. Dit transplantaat werd gebruikt, omdat navelstrengader van de patient niet geschikt was en andere strategieen (bijvoorbeeld levertransplantatie) vereist levenslang immunosuppressie.Â
Tot 9 maanden na de ingreep ging het goed met patiente, en bleven de laboratoriumwaarden normaal. Echter, na 1 jaar bleek de doorbloeding in de shunt beperkt als gevolg van mechanische verstopping van weefsel in de mesocolon. Een tweede stamceltransplantatie van de vorige graft zorgde voor een langer vat en door deze tweede operatie werd de druk verminderd in het vat verminderd van 20 mm Hg tot 13 mm Hg en de doorbloeding was 25-40 cm / s in de poortader. Met de herstelde portale circulatie van de patient verbeterde tevens de fysieke en mentale functies en groei. De patient heeft geen anti-endotheelcellen antilichamen en ontvangt immunosuppressieve geneesmiddelen. Een Zweeds team onder leiding van Michael Olausson publiceert over deze casus in The Lancet.
In een commentaar bij het artikel zijn Martin Birchall en George Hamilton kritisch over de toepasbaarheid van de methodiek. Voordat deze voor een grotere groep patienten geschikt zou zijn, moet er volgens hen eerst een standaardtechniek komen waarmee zulke transplantaten op een kwalitatief goede manier kunnen worden geproduceerd, en vervolgens moeten klinische trials het nut aantonen.