Populatiegebonden bekostiging, en als je dan gereformeerde patiënt bent?

Op 27 mei 2012 hier stond het bericht met de kop “Populatiegebonden bekostiging in de geestelijke gezondheidszorg, ja of nee?”. Twee grote instellingen reageerden enthousiast: De Brijder te Den Haag en Lentis te Groningen. Met hun overleg ik verder. Maar lezer René Boog aarzelt. Hij werkt als arts Maatschappij en Gezondheid bij Eleos, is een landelijk werkende instelling voor gereformeerde geestelijke gezondheidszorg (GGz). Hij mailt:  Populatiegebonden hangt sterk aan de regio-gedachte: dichtbij huis kwalitatief goede zorg ontvangen. En als dit niet voldoende of onmogelijk is: verder weg de verlangde zorg betrekken. Inderdaad is in dichtbevolkte (Randstad)gebieden deze gedachte wel uit te werken. Al zijn er natuurlijk vele vragen te stellen over de criteria: moet je de DSM IV-classificatie ordenen naar incidentie en prevalentie? Gaat het over alle leeftijdscategorieen (7% van de jeugd heeft te behandelen ‘2elijns’-stoornissen, we zien maar maximaal de helft)? Hoe kan dit met de voorgenomen overheveling van de jeugd-ggz naar de gemeenten? Wat doe je met dat deel van je populatie wat kiest voor identiteitsgebonden zorg binnen de regio? Populatiegebonden bekostiging zet bovenregionaal/landelijk werkende instellingen in een andere stand. Of je moet de populatie die antroposofische of expliciet christelijke zorg wil ontvangen onderscheiden van de anderen in de regio en op hun kenmerken gebaseerde financiering uitsluiten van de criteria. Of iets dergelijks. Dat zou allemaal uitgezocht moeten worden.Ik ben benieuwd of de vrije artsenkeuze en het recht op zorg zoals vastgelegd in onze wetgeving overeind kan blijven bij de populatiegebonden bekostiging.” Tot zover René Boog. De reactie van ondergetekende is de volgende. In mijn beoogd experiment krijgen twee grote GGz-instellingen over het jaar 2014 hetzelfde bedrag van de zorgverzekeraar uitbetaald als in 2012. Zij ontvangen dat bedrag als lump sum. Daarvoor in de plaats leggen zij de beoogde prestaties over 2014 vast  in een service level agreement. Die prestaties staan niet in volumina opgeschreven, maar in termen van 1. toegangstijden (bv. Geen langere wachtlijsten dan in 2012) 2. patientenervaringen (even goede scores op bijvoorbeeld de GGz thermometer als in 2012) en werken volgens de beschikbare standaarden (vast te stellen op basis van bijvoorbeeld IGZ procesindicatoren en met behulp van een zware visitatie). De door mij genoemde GGz instellingen hebben  een groot marktaandeel in hun regio maar geen monopolie. Een instelling als Elios waar René Boog werkt, kan gewoon blijven doorgaan. Zijn er meer GGz-instellingen die met mij een experiment willen voorbereiden met populatiegebonden bekostiging? Stuur dan een mail naar [email protected] Op het congres over recente ontwikkelingen in de chronische zorg op 29 juni komt de  Populatiegebonden Bekostiging ook uitvoerig aan de orde. Want ook voor mensen met diabetes, MS en CVA is deze een optie. Wil jij n aar dit congres? Klik dan hier.

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen