Antwoord Kamervragen over gehandicapten die niet meer naar dagbested..

Array

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over het bericht dat gehandicapten niet meer naar hun dagbesteding kunnen als gevolg van het Kunduz-akkoord.

Vragen van het lid Wolbert (PvdA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat gehandicapten niet meer naar hun dagbesteding kunnen als gevolg van het Kunduz-akkoord (ingezonden 20 juni 20120).
1
Kent u het bericht dat rolstoelgebruikers geen taxivervoer meer dreigen te krijgen als gevolg van de maatregelen uit het begrotingsakkoord van de Kunduz-coalitie?
Antwoord
Ja, het bericht is mij bekend.
2
Als het taxivervoer niet meer betaald kan worden, welke alternatieven heeft u dan voor mensen in een rolstoel voorhanden?
3
Mogen instellingen het vervoer vanuit de instelling weigeren, in lengte limiteren of in frequentie rantsoeneren, of is dat verboden?
4
Kregen instellingen tot nu toe teveel vergoedingen voor de vervoerkosten, of maakten de bewoners naar uw opvatting te vaak gebruik van dit vervoer? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, waarom bezuinigt u dan op de mobiliteit van gehandicapten?
Antwoord op de vragen 2, 3, 4,
De partijen uit het Begrotingsakkoord hebben gekozen voor een harmonisatie van de tarieven voor vervoer van en naar dagbesteding/behandeling en daar minder middelen voor beschikbaar te stellen. Dit vervoer is een aanspraak waarop een client recht heeft en waarvoor een instelling wordt bekostigd. Daarvoor krijgt de instelling vanaf 2013 een nieuw normbedrag. Het is aan de instelling de exploitatie en het vervoersaanbod efficient te realiseren. Daarbij dient in overleg met de client vervoer gerealiseerd te worden. Er kan sprake zijn van limitering als een client bijvoorbeeld alleen met de taxi naar een veel verderop gelegen aanbieder wilt reizen, terwijl alternatieven in de buurt aanwezig zijn.
In 2011 heeft de NZa door PriceWaterhouseCoopers onderzoek laten doen naar een nieuw normtarief voor het vervoer van en naar dagbesteding/behandeling. Dit onderzoek is in maart 2012 opgeleverd. Uit dit onderzoek is gebleken dat er sprake is van een grote spreiding van de kosten die instellingen maken bij de organisatie van het vervoer. Dit varieert van ca. €2 voor een vervoersbeweging (retour) tot en met €50 en hoger. De wijze waarop instellingen het vervoer organiseren, varieert. In het onderzoek wordt een beperkt verschil gevonden tussen de kosten intramuraal en extramuraal voor vervoer. Verder zijn geen relaties gevonden tussen, kosten en vervoersafstand, kosten en reistijd en kosten en het al dan niet kind zijn van de vervoerde client.
Op grond van de bestaande beleidsregel vervoerskosten krijgt de instelling een normbedrag voor een vervoersbeweging (een retour). Daarbovenop wordt 75% van de meerkosten van het vervoer vergoed. De NZa merkt op dat de mogelijkheid voor een instelling om de meerkosten van vervoer af te wentelen, niet noodzaakt tot een doelmatige organisatie ervan. PriceWaterhouseCoopers merkt op dat in de afspraken tussen instellingen en zorgkantoren er maar beperkt aandacht is voor de doelmatige inzet van vervoer.

Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen