Gedragscode Medische Hulpmiddelen moet oneigenlijke beïnvloeding in de medische hulpmiddelensector tegen gaan
Onderschrijven Gedragscode Medische Hulpmiddelen door beroepsgroepen
Deze gedragscode is erop gericht oneigenlijke beïnvloeding in de medische hulpmiddelensector tegen te gaan, maar wordt momenteel alleen onderschreven door fabrikanten van medische hulpmiddelen.
Het is zaak dat ook andere betrokken partijen zich achter de Gedragscode Medische Hulpmiddelen scharen; immers, wat fabrikanten niet mogen aanbieden, mag door bijvoorbeeld zorgverleners, zorginstellingen of zorgverzekeraars niet worden gevraagd of aangenomen.
Minister Schippers (VWS) heeft met deze boodschap de afgelopen periode gesproken met zorgverleners (KNMG, OMS, NMT en V&VN), zorginstellingen (Actiz, NFU en NVZ) en zorgverzekeraars (ZN). De minister heeft nog voornemens in gesprek te gaan met inkopers van medische hulpmiddelen (NEVI Zorg). Het doel van de Gedragscode wordt onder deze partijen breed gedeeld. De beroepsverenigingen en koepels van (academische) ziekenhuizen hebben toegezegd in gesprek te treden met de Stichting GMH (waar de Gedragscode Medische Hulpmiddelen is ondergebracht) over hoe kan worden gekomen tot ondertekening van de Gedragscode door deze partijen. De KNMG heeft daartoe op 21 juni jl. ook een intentieverklaring ondertekend. Deze resultaten zijn een stap op weg naar wederkerigheid van de Gedragscode en laten zien dat ook deze partijen willen bijdragen aan het voorkomen van oneigenlijke beïnvloeding in de medische hulpmiddelensector. Schippers verwacht daarom dat deze partijen begin 2013 zullen aansluiten bij de Gedragscode Medische Hulpmiddelen.
Op 20 augustus 2012 heeft zij uit handen van de Stichting GMH de Gedragcode Medische Hulpmiddelen in ontvangst genomen. De minister heeft daarbij, naast het belang van wederkerigheid van de Gedragscode, benadrukt dat zij het belangrijk vindt dat de onderlinge relaties tussen fabrikanten en zorgverleners of zorginstellingen actief openbaar gemaakt worden en dat er consequenties worden verbonden aan het niet naleven van de Gedragscode. De minister gaat ervan uit dat dit in het komende jaar door de sector voortvarend ter hand wordt genomen.
Bron: Rijksoverheid