Prinses Margriet woont Rode Kruis bijeenkomst bij in Genève
ArrayHare Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet der Nederlanden woont van woensdag 7 tot vrijdag 9 november 2012 de 26e Governing Board van het Internationale Rode Kruis in Genève bij. Prinses Margriet is lid van de Governing Board van de Internationale Federatie van Rode Kruis en Rode Halve Maan-verenigingen en erevoorzitter van het Nederlandse Rode Kruis
Prinses Margriet is al vanaf haar studententijd actief bij het Rode Kruis. Cees Breederveld, algemeen directeur: “Ze is al jaren nauw betrokken bij het Rode Kruis. Met name als het om de inhoud gaat. Als het gaat om het bereiken van kwetsbare mensen, speelt ze een heel belangrijke rol.â€
Een zeer betrokken voorzitter
Na haar actieve rol als vrijwillige verpleegster is ze in 1987 benoemd tot vice-voorzitter van het Rode Kruis. Vanuit deze functie bezoekt ze meerdere ramp- en oorlogsgebieden. In Afrika gaat ze langs bij aidswezen. Tijdens de Kosovo-oorlog bezoekt ze een vluchtelingenkamp in Albanie. Haar betrokkenheid bij de slachtoffers siert haar. “Als je daar niet bij ontroerd raakt… Ik vroeg later ook aan de journalist die mee was of hij daar geen last van had. Hij maakt hetzelfde mee, hij filmt hetzelfde. Hij zei dat hij een scherm om zich heen had getrokken, ik kan dat niet.
Prinses Margriet zet klimaatverandering op de agenda
In 1984 ontvangt prinses Margriet een Kruis van Verdienste. Dit is de hoogste onderscheiding die het Rode Kruis toekent aan personen die zich op een bijzondere wijze hebben ingezet voor het Rode Kruis. In 1995 wordt ze gekozen als voorzitter van de Standing Comittee. In 2000 zet Prinses Margriet klimaatverandering op de agenda bij het Rode Kruis. Ze is nauw betrokken bij de oprichting van het klimaatcentrum in Den Haag in 2002. Het klimaatcentrum is een expertisecentrum van het Internationale Rode Kruis op het gebied van klimaatverandering. Het klimaatcentrum helpt zusterverengingen van Rode Kruis om zich beter voor te bereiden op de humanitaire gevolgen van klimaatverandering.
Bron: Rode Kruis Ziekenhuis