Organisatieonderzoek IGZ ‘Doorpakken!’

Array

Het advies van het organisatieonderzoek naar de Inspectie voor de Gezondheidszorg van Koos van der Steenhoven van ABDTOPConsult bevat aanknopingspunten voor verbetering van de werkwijze en organisatie van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
De laatste jaren is hard gewerkt door de inspecteurs en leiding van de IGZ om de kwaliteit en veiligheid in de zorg goed te monitoren en waar nodig met maatregelen te verbeteren. Het takenpakket van de IGZ en het gebied waarop zij toezicht uitoefent, is in die periode voortdurend uitgebreid en het toezichtbeleid is steeds weer aangepast. De maatschappelijke en politieke verwachtingen ten aanzien van prestaties van de inspectie zijn zeer hoog en zijn voortdurend aan verandering onderhevig. De medewerkers van de inspectie werken met grote loyaliteit en met enorme inzet om aan die verwachtingen te voldoen.

De inspectie kan de Toezichtvisie IGZ van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) goed realiseren, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. 1)  Het is noodzakelijk dat de IGZ klachten van burgers opvangt en burgers begeleidt voor zover dat nodig is. Daartoe wordt een aparte directie ‘Advies- en meldpunt’ ingericht die de klachten in ontvangst neemt, weegt en in procedure brengt. Bij meldingen van calamiteiten gaat de IGZ terstond aan de slag. Bij klachten helpt zij de burger op weg. De IGZ neemtde behandeling van de klacht niet over, maar ziet er op toe dat de verantwoordelijke zorgaanbieder de klacht goed afhandelt. De IGZ moet besturen van zorgaanbieders nadrukkelijker aanspreken op kwaliteit.
  2. 2)  Er moet een aparte wet op het gezondheidszorgtoezicht (Wgzt) komen, waarin consistent het toezicht en het takenpakket van de IGZ staan beschreven en die duidelijkheid schept in het bestuurlijke, politieke en interne debat over taken en bevoegdheden van de IGZ. De beleidsregels rondom het inzien van patiëntendossiers door de inspectie moeten worden verbeterd. De IGZ verkrijgt geen onafhankelijke status ten opzichte van de minister.
  3. 3)  De inspectie moet de rapportagelast intern bij de IGZ, maar ook extern drastisch inperken, opdat zij veel meer tijd kan besteden aan vooral onaangekondigde inspectiebezoeken. Op basis van een te ontwikkelen informatiesysteem met risico-indicatoren moeten meer onaangekondigde dan aangekondigde inspectieonderzoeken plaatsvinden.
  4. 4)  In de organisatie moet de IGZ een duidelijk onderscheid maken tussen de toezichthoudende activiteiten door de inspecteurs en de – daar al dan niet uit voortvloeiende- handhavingsactiviteiten. Zodoende kunnen inspecteurs zich volledig toeleggen op het toezicht en kunnen de opsporingsambtenaren en juristen werken aan de toepassing van de handhavingsinstrumenten.
  5. 5)  De IGZ moet zich bedienen van multidisciplinaire teams, zogenoemde ‘vliegende brigades’, die kunnen worden gevormd door IGZ-inspecteurs, maar ook door tijdelijke inspecteurs van buiten, en die in opdracht van de inspecteur-generaal bijzonder inspectiewerk begeleiden, overnemen, of starten. Daartoe, maar ook daarnaast, gaat de IGZ meer gebruik maken van parttime-inspecteurs die in deeltijd hun medische beroep uitoefenen en in deeltijd inspecteur zijn.
  1. 6)  Advies moet worden gevraagd aan de Gezondheidsraad, en eventueel ook aan het College bescherming persoonsgegevens (Cbp), over de in dit advies bepleite openbaarmaking door de IGZ van gegevens over klachten en meldingen die de inspectie ontvangt.
  2. 7)  Nader onderzoek is nodig naar een centrale organisatie voor de registratie en kwaliteit van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. Nu hebben verschillende instanties taken op dit gebied: de IGZ, het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO), het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb en het CIBG.
  3. 8)  De IGZ moet worden toegerust voor de taken die zij in het kader van de (toekomstige) Europese regelgeving moet vervullen. Dit zal leiden tot een aanzienlijke uitbreiding van het aantal fte’s.
  4. 9)  Er komt een nieuwe raad van advies die de raad van bestuur van de IGZ niet alleen van deskundig inhoudelijk advies voorziet op het terrein van het primaire proces, maar tevens aandacht besteedt aan de organisatie van de IGZ zelf en aan de plaats die de IGZ inneemt in het ministerie en in de samenleving.
  5. 10)  In de organisatie van de IGZ moeten de volgende aanpassingen worden gedaan:
    1. De top wordt verkleind naar een raad van bestuur van drie leden en de functie van hoofdinspecteur komt daardoor te vervallen;
    2. De juridische en opsporingsafdelingen moeten worden versterkt met ongeveer 20 fte’s om het handhavingsinstrumentarium beter en sneller in te kunnen zetten;
    3. Het advies- en meldpunt voor klachten wordt ingericht als directie die rechtstreeks aan de inspecteur-generaal rapporteert, hetgeen eveneens een capaciteitsuitbreiding betekent, om te beginnen met 10 fte extra;
    4. De juridische- en politiek-bestuurlijke zaken worden samen met de communicatie- en voorlichtingsactiviteiten gebundeld in één directie die rapporteert aan de inspecteur-generaal;
    5. Alle bedrijfsvoeringsactiviteiten komen in één directie Bedrijfsvoering die rapporteert aan de inspecteur-generaal;
    6. De ICT-voorzieningen moeten met kracht worden verbeterd om meer efficiëntie en effectiviteit te realiseren in de informatievoorziening en in de werkprocessen;
    7. Er wordt een actief mobiliteitsbeleid gevoerd waardoor de inspecteurs meer van plaats en onderzoekswerk kunnen wisselen;
    8. De interne rapportagelast wordt drastisch aangepakt, gestandaardiseerd en verminderd;
    9. Er vinden werkdrukdoorlichtingen plaats om de extreme werkdruk op te lossen die op sommige plekken structureel aanwezig is;
    10. Alle onderdelen van de IGZ verhuizen naar een centrale locatie in Utrecht;
    11. Om de voorgestelde organisatieveranderingen te realiseren, wordt de formatie van de IGZ uitgebreid met 50 fte.

persbericht Van der Steenhoven19-11-2012 | PDF-document, 79 kB
Organisatieonderzoek IGZ ‘Doorpakken!’19-11-2012 | PDF-document, 1082 kB

Over ABDTOPConsult
Met ABDTOPConsult pakt de rijksoverheid zelf complexe adviestaken en interim-managementvraagstukken op. ABDTOPConsult is ingesteld door de ministerraad om beter in te kunnen spelen op de vraag naar goed, efficient en flexibel leiderschap binnen het Rijk.

Met het bestaan van ABDTOPConsult neemt de behoefte aan inhuur van externe consultants af.

Consultants ABDTOPConsult
De consultants zijn onderdeel van de rijksdienst, maar opereren qua inhoud en werkwijze onafhankelijk. De consultants:

  • kennen de (rijks)overheid goed;
  • zijn lid van de topmanagementgroep;
  • zetten die ervaring in tijdens opdrachten.

De consultants van ABDTOPConsult

Bron: IGZ

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen