Kamerbrief over onderzoek IGZ rond alternatieve therapieen huilbaby’s

Array

Inhoud van de brief van minister Schippers (VWS) aan de Tweede Kamer over het onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) naar alternatieve therapieen voor huilbaby’s, onder andere cranio-sacraal therapie.

‘In mijn beantwoording d.d. 15 februari 2012 van de vragen van de Kamerleden Arib (PvdA) en Dille (PVV) over het nieuwsbericht dat huilbaby’s worden blootgesteld aan levensgevaarlijke alternatieve therapieen van alternatieve therapeuten (2011Z26810 en 2011Z26811) heb ik aangegeven dat ik de IGZ zal vragen onderzoek te doen naar deze praktijken.

Hierbij stuur ik u ter kennisneming de bevindingen en conclusies van de IGZ ter zake. Hieruit komt naar voren dat er geen betrouwbare gegevens bekend zijn over hoe vaak ‘holding’ bij huilbaby’s wordt uitgevoerd, noch over aantallen therapeuten die dit doen.
De IGZ houdt geen toezicht op het alternatieve zorgcircuit. Alleen wanneer er sprake is van titelmisbruik of van uitvoering van voorbehouden handelingen kan de inspectie bestuursrechtelijk optreden. Bij schade (of een ernstige kans op schade) veroorzaakt door een alternatieve beroepsbeoefenaar aan de gezondheid van een ander zal de inspectie aangifte doen bij het Openbaar Ministerie.
In het verleden (in 2005 en 2007) zijn 2 meldingen binnengekomen bij de IGZ over behandelingen van huilbaby’s. Er zijn uit het onderzoek van de IGZ geen aanwijzingen gekomen voor een structureel probleem op dit punt in de zorg.’

Bevindingen en conclusies van het onderzoek naar de behandeling van huilbaby’s door o.a. craniosacraal therapeuten
1. Inleiding en aanleiding
In opdracht van de Minister heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg onderzoek verricht naar de wijze waarop en door wie huilbaby‟s in Nederland worden behandeld.

Aanleiding voor dit onderzoek zijn vragen die door de Tweede Kamerleden Arib (PvdA) en Dille (PVV) aan de Minister van VWS zijn gesteld over levensgevaarlijke therapieen die door (alternatieve) therapeuten op huilbaby‟s zouden worden toegepast. Deze vragen komen voort uit media-aandacht voor een vonnis van de rechtbank Arnhem van 23 december 2011 waarbij een fysiotherapeut/craniosacraal therapeut schuldig is bevonden aan het overlijden van een drie maanden oude baby. Deze (huil)baby was onwel geworden tijdens een door de therapeut gegeven craniosacrale behandeling in oktober 2007. Ook in de uitzending van RTL4 op 17 december 2011 waarin gesproken werd over een „wildgroei aan therapeuten die baby‟s behandelen door ze dubbel te vouwen of diep te buigen‟, kwam deze casus aan de orde.

De Minister heeft aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg gevraagd te onderzoeken of:
a. deze „buig‟behandeling een onderdeel vormt van de opleiding tot craniosacraal therapeut, en zo ja
b. wie deze behandelingen uitvoeren,
c. en hoe vaak en
d. aan te geven hoe de inspectie in deze handhavend gaat optreden1.
2. Conclusie
Ad a en b

Het diep buigen of dubbel vouwen van huilbaby‟s is volgens de beroepsvereniging van craniosacraal therapeuten, geen craniosacrale handeling. Op de opleiding tot craniosacraal therapeut worden deze handelingen niet gedoceerd. Ook andere (alternatieve) therapeuten die eveneens huilbaby‟s behandelen, zoals manueel therapeuten, osteopaten, en chiropractoren geven aan dat diep buigen of dubbel vouwen van baby‟s niet behoort tot hun professioneel handelen. Het brengen van een baby in foetushouding door de wervelkolom sterk te buigen en daarbij de baby als het ware te „omarmen‟, wordt „holding‟ of „inbakenen‟ genoemd. Deze handeling, die een variant lijkt van „diep buigen‟ wordt niet gezien als een craniosacrale handeling en niet toegepast in een craniosacrale setting. Dat garandeert niet dat deze handeling buiten deze setting niet wordt uitgevoerd.

Zie voor vervolg bericht de site van de Rijksoverheid

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen