Samenwerking voorkomt onnodige pijn kankerpatiënt

Array

Ondanks het feit dat er steeds meer aandacht is voor pijnbestrijding bij kankerpatienten kan het nog altijd beter. Goede samenwerking tussen de huisarts en de behandelend specialist is daarbij van groot belang. Beiden dienen aandacht te hebben voor pijn bij kanker en tijdig te signaleren als de pijn onvoldoende onder controle is. Gelukkig zijn er tegenwoordig diverse manieren om pijn bij kankerpatienten eerder en beter in kaart te brengen en worden de behandelingsmogelijkheden steeds beter. In het ziekenhuis is steeds meer aandacht voor pijn. Verpleegkundigen op kankerafdelingen meten tegenwoordig vrijwel standaard de zogenaamde ‘pijnscore’, net zo routinematig als het tellen van de pols en meten van temperatuur en bloeddruk. Soms worden kankerpatienten in een late fase van hun ziekte niet meer in het ziekenhuis behandeld en komt de patient weer in handen van de huisarts. Ook in de thuissituatie zijn nieuwe pijnmedicamenten goed toepasbaar.
Dat stellen prof. dr. W.W.A. Zuurmond van het VUmc en Dr. G.J. Timmers van het Amstelland Ziekenhuis vandaag tijdens de bijeenkomst ‘Oncologie: De rol van de huisarts’.

58% van de kankerpatienten geeft aan dat de pijn te vergelijken is met onverdoofd kiezen trekken. Het machteloos toekijken wordt door 90% van de verzorgers als ergste factor beschouwd in het terminale proces. 53% is vanwege de pijn angstig geworden om zelf kanker te krijgen. Dat blijkt uit recent onderzoek ‘Doorbraakpijn: 11 op een schaal van 10’, uitgevoerd door TNS NIPO onder 640 mantelzorgers en hulpverleners. Het gaat om jaarlijks 40.000 terminale kankerpatienten, die met name in de laatste 2 à 3 maanden voor hun dood te kampen hebben met ernstige pijn, waaronder opvlammende pijnscheuten die ineens op kunnen komen, zogenaamde doorbraakpijn.

Het onderzoek werd verricht in opdracht van farmaceutisch bedrijf Takeda, producent van de snelwerkende pijnstiller Instanyl. Instanyl is een spray die door de neus wordt toegediend en daardoor snel in het bloed wordt opgenomen. Bij de behandeling van doorbraakpijn staan het belang van snelle werking buiten kijf. Toediening van bepaalde pijnstillers via de neus werkt sneller en gerichter dan alternatieven als een pil en lolly. Volgens mantelzorgers is doorbraakpijn onbehandeld niet langer dan 5 minuten vol te houden.

Bovendien hebben kankerpatienten door de chemokuren vaak blaren en wonden in de mond waardoor een pil of een lolly pijnlijk of zelfs onmogelijk is. Volgens het onderzoek kampt tweederde van de patienten met slikklachten, misselijkheid, braken of ontstoken mondslijmvlies. Bij 40% van de patienten is het onmogelijk een pijnstiller via de mond toe te dienen.

Emoties thuis
Timmers: Een goede samenwerking met de huisarts maakt dat de patient die geen chemotherapie meer krijgt of in een laatste fase van zijn of haar ziekte verkeert vaak goed in de thuissituatie kan worden begeleid. Pijnbestrijding heeft in deze fase van de ziekte absolute priotriteit. De nieuwe medicamenten, zoals Instanyl, maken het mogelijk om goede pijnbestrijding ook in de thuissituatie te garanderen. Mocht er dan toch een noodsituatie ontstaan, waarbij de zorg of de behandeling thuis niet langer volstaat dan haal ik de patient weer even terug naar het ziekenhuis. Tijdig overleg tussen huisarts en specialist en omgekeerd is daarbij belangrijk, zeker omdat de patient graag zo snel mogelijk weer naar huis wil. Samen sta je sterker om het welzijn van de patient te bevorderen, hoe moeilijk ook.

“Doorbaakpijn wordt vaak door patienten beschreven als 11 op een schaal van 0 tot 10”, stelt internist dr. Marieke van den Beuken, verbonden aan het Maastricht UMC en betrokken bij het onderzoek. “De rest van de dag gaat het best, maar op die momenten van doorbraakpijn hebben ze echt verschrikkelijke pijn. Het gevolg is dat ze uit angst voor de pijn nergens meer naar toe gaan en maar stil in bed blijven liggen.”

 

Recente artikelen