Reactie Raad van Bestuur Catharina Ziekenhuis op artikel in Volkskrant zaterdag 9 februari
Array
De Raad van Bestuur van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven ziet zich naar aanleiding van het artikel in de Volkskrant van zaterdag 9 februari 2013 genoodzaakt te reageren op het eenzijdige en
suggestieve beeld dat is geschetst rondom het ontslag van oud-internist dr. Bravenboer. Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg heeft op 13 december 2012 uitgesproken dat het ziekenhuis volledig juist heeft gehandeld in de ontslagprocedure van Bravenboer.
Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg heeft Bravenboer hierbij geen ontslagvergoeding toegekend. Ook drie eerdere juridische procedures over dit conflict zijn door Bravenboer in 2012 verloren. Bovendien is Bravenboer in zijn rol als mogelijke ‘klokkenluider’ tot het uiterste beschermd door de Raad van
Bestuur. Onafhankelijke externe onderzoeken hebben eerder uitgewezen dat van bewust onrechtmatig declareren dan wel medisch disfunctioneren door internist dr. Blonk geen sprake was.
Aan de huidige situatie zoals geschetst in het artikel van de Volkskrant is een periode van meer danvtien jaar van conflict tussen Bravenboer en Blonk voorafgegaan. In 2009 heeft Bravenboer bij de Raad van Bestuur anoniem melding gedaan van het mogelijk disfunctioneren van zijn collega Blonk. In opdracht van de Raad van Bestuur zijn een twintigtal door Bravenboer geselecteerde dossiers – die een langere periode besloegen ? extern getoetst, waarbij serieuze verdenking bestond op
disfunctioneren. De onderzoekers wezen op de onvolledigheid van hun werkwijze en adviseerden aanvullend onderzoek. De Raad van Bestuur heeft daarop haar verantwoordelijkheid genomen en aanvullend onderzoek bevolen. Bravenboer heeft na 2009 geen nieuwe meldingen over Blonk bij de Raad van Bestuur gedaan.
Een externe commissie van drie internisten onder leiding van opleider Interne Geneeskunde prof. dr. Speelman (AMC Amsterdam) heeft begin 2010 met Blonk, Bravenboer en 16 andere collega’s gesproken. Ook is een steekproef verricht uit de patiëntendossiers van Blonk over de afgelopen tien jaar. De unanieme conclusie van de commissie luidde dat van medisch disfunctioneren van Blonk geen sprake was.
Wel bleek bij het onderzoek dat Blonk niet conform de regelgeving declareerde. Verzekeraars zijn hierover door de Raad van Bestuur prompt geïnformeerd en mede op basis van forensisch accountantsonderzoek werd de conclusie getrokken dat van fraude in strafrechtelijke zin geen sprake was. Er was dan ook voor het ziekenhuis geen juridische mogelijkheid om haar
toelatingsovereenkomst op te zeggen. De Raad van Bestuur heeft Blonk daarop een formele waarschuwing gegeven. Tijdens interne en externe vervolgcontrole bleek zij correct te declareren.
Het teveel gedeclareerde bedrag is aan de verzekeraars terugbetaald. Op grond van het rapport van commissie Speelman wordt onder supervisie van Raad van Bestuur en het bestuur van de Vereniging Medische Staf ?die gedurende het gehele traject actief betrokken is en blijft een intensief begeleidingstraject ingezet om de samenwerkingsproblemen binnen de gehele
maatschap inwendige geneeskunde te verbeteren. Dit traject verloopt succesvol. Alleen de samenwerking tussen Bravenboer en Blonk blijft – zoals in de afgelopen meer dan tien jaar een probleem. Nadat aparte begeleiding geen verbetering brengt, spreken de overige 20 leden van de maatschap uit niet met beide maten verder te willen gaan. De Raad van Bestuur neemt – gesteund door het bestuur van de Vereniging Medische Staf ? zijn verantwoordelijkheid, grijpt in en zegt de toelating van beide medisch specialisten op.
De Raad van Bestuur heeft de identiteit van Bravenboer als anonieme melder tot 13 juli 2012 beschermd. Tijdens de hoorzitting in het kader van de opzegging van de toelatingsovereenkomst verwijt Bravenboer de Raad van Bestuur onzorgvuldig met zijn melding te zijn omgegaan. Teneinde zich te verweren kon de Raad van Bestuur daarmee niet langer zijn anonimiteit beschermen. Bravenboer vecht op 16 november 2012 de opzegging van zijn toelatingsovereenkomst aan bij het
Scheidsgerecht Gezondheidszorg. Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg doet bindend uitspraak in onder meer geschillen tussen ziekenhuizen en medisch specialisten. Het Scheidsgerecht vonnist op 13
december 2012. Uit het vonnis blijkt dat het ziekenhuis in alle opzichten correct heeft gehandeld.
Bravenboer is daarmee ontslagen en de omstandigheden worden hem verweten. Hij krijgt dan ook
geen enkele ontslagvergoeding. Ook drie andere gerechtsprocedures die hij heeft aangespannen
worden door Bravenboer verloren.
Het scheidsgerecht concludeert dat na het vertrek van Bravenboer de situatie rond Blonk zodanig is
veranderd, dat haar ontslag niet meer nodig is. De leden van de maatschap Inwendige Geneeskunde
zijn het hier niet mee eens en zetten – gesteund door de Raad van Bestuur en het bestuur van de
Vereniging Medische Staf ? het ontslag van Blonk uit de maatschap door. Deze arbitragezaak loopt
nog.
De Raad van Bestuur heeft de Inspectie voor de Volksgezondheid, de verzekeraars en de Raad van
Toezicht sinds 2009 voortdurend geïnformeerd. De Raad van Bestuur betreurt de in het Volkskrantartikel
beschreven negatieve patiëntenervaringen die hun oorsprong tien jaar geleden hebben, maar
ziet nu geen reden voor verder onderzoek. Vanzelfsprekend zullen alle signalen nauwlettend worden
gevolgd.
Indien de huidige berichtgeving tot ongerustheid leidt, roept het Catharina Ziekenhuis patiënten van
Blonk op om contact te zoeken met het ziekenhuis. Er is een speciaal telefoonnummer geopend
dat ook in het weekend bereikbaar is: 040 ? 239 7930. Een ervaren ziekenhuismedewerker zal de
vragen noteren en deze mogelijk al direct beantwoorden. Mochten er vragen zijn die nader
onderzoek vergen, dan zal het ziekenhuis dit onderzoek uitvoeren en de patiënten met de
antwoorden terugbellen. Het ziekenhuis staat voor goede en veilige zorg en zal ook ?als het nodig isnu
en in de toekomst ingrijpen om dit te garanderen.
