Verpleegkundige follow-up na kankerbehandeling

Array

Verpleegkundige zorg in de periode die volgt op de behandeling van hoofd-halskanker levert een goede, veilige en verantwoorde bijdrage aan het herstel van de patiënt. Dit is een van de conclusies van Jacqueline de Leeuw, verpleegkundig expert bij het UMC St Radboud, in het proefschrift waarop zij 13 maart promoveert.

Na een medische behandeling met radiotherapie, een operatie en/of chemotherapie begint voor de kankerpatiënt een periode van herstel en het weer oppakken van de draad van het leven. Tijdens deze follow-up fase zijn er routinecontroles in het ziekenhuis om de effecten van de behandeling te beoordelen en beperkende gevolgen en bijwerkingen te verminderen of te behandelen. Voor mensen met hoofd-halskanker heeft de behandeling bijna altijd gevolgen voor spreken, eten, drinken, slikken, kauwen, ruiken of proeven. Deze beperkingen vragen om aanpassingen van de leefstijl en de dagelijkse gewoonten.

goede-zorgBehoeften en problemen
Jacqueline de Leeuw van het UMC St Radboud onderzocht de bijdrage van verpleegkundige spreekuren in de follow-up fase aan het herstel van patiënten met hoofd-halskanker. Uitgangspunt is: wat zijn de problemen en behoeften van de patiënten en hoe kan de verpleegkundige zorg hierop aansluiten?
Patiënten hebben gerichte medische en paramedische hulp nodig, bijvoorbeeld van de specialist en de logopedist, maar daarnaast voelen veel kankerpatiënten zich na de behandeling fysiek en psychisch getraumatiseerd en worstelen ze om te begrijpen wat er met hen is gebeurd en hoe hiermee om te gaan. Tussen patenten zijn hierin aanzienlijke verschillen. De een heeft er grote moeite mee om weer op gang te komen en krijgt weinig steun van zijn omgeving, terwijl de ander zich snel hervindt en zich goed weet aan te passen aan de nieuwe situatie.

Kwaliteit
De Leeuw onderzocht de kwaliteit van verpleegkundige follow-up spreekuren, waarin de individuele zorgen en lasten na een behandeling van hoofd-halskanker benoemd, erkend en waar mogelijk aangepakt worden. Ze concludeert dat deze spreekuren veilig, verantwoord en van hoog niveau zijn. Wel zijn in de gesprekstechniek en het reageren op signalen van emotionele spanning soms nog verbeteringen mogelijk.

De uitkomsten wijzen op een toegevoegde waarde van deze spreekuren aan het herstel; vooral aan het herstel van de symptomen die verband houden met de ziekte en de behandeling. De Leeuw volgde de patiënten gedurende een jaar na de medische behandeling. Om het daadwerkelijke effect van de verpleegkundige follow-up te kunnen bepalen is ander, en langduriger onderzoek nodig. Interessant is of patiënten op de langere termijn bijvoorbeeld eerder weer aan het werk gaan, of minder gebruik maken van specialistische zorg.

Individueel zorgplan
De Leeuw is ervan overtuigd, dat follow-up zorg afgestemd moet worden op de individuele patiënt. `Voor sommige patiënten is een follow-up van een half jaar al voldoende’, zegt ze, `terwijl anderen een of meerdere jaren nodig zullen hebben.’ Verpleegkundigen kunnen die individuele behoefte in
een gesprek goed inschatten, onder andere door adequate meetinstrumenten te gebruiken. De Leeuw verwacht dat de verpleegkundige in de toekomst ook veilig en verantwoord een deel van de medische routinecontroles, die vijf jaar duren, kan overnemen.

Voordat De Leeuw aan dit onderzoek begon, werd nog getwijfeld of verpleegkundigen deze complexe patiëntengroep in de follow-up fase wel goede zorg konden bieden. Deze twijfel is nu weggenomen. Een van De Leeuws aanbevelingen is dan ook, dat de oncologieverpleegkundige in overleg met de patiënt
een individueel (na)zorgplan opstelt, waarin de medische, paramedische en verpleegkundige aspecten van de follow-up geïntegreerd worden. Een oncologieverpleegkundige kan de zorg in de follow-up periode coördineren. Dit gebeurt ook al bij andere patiëntengroepen, bijvoorbeeld bij chronisch
zieken.

Geïntegreerd
De Leeuw gaat nog verder. `Om deze en andere patiënten echt goede zorg te bieden,’ zegt ze, `zouden ze eigenlijk al vanaf het moment dat de diagnose gesteld is, een zorg- en behandelplan moeten krijgen waarin de medische, paramedische en verpleegkundige aspecten geïntegreerd zijn. Niet alleen na, maar ook voorafgaand aan en tijdens de periode van de medische behandeling kan verpleegkundige steun aan de patiënt van belang zijn voor diens herstel.’

De Leeuw benadrukt, dat haar onderzoek zich richt op de best mogelijke zorg voor de patiënt. `Ik heb geen onderzoek gedaan naar de kosten, maar het is niet per se zo, dat verpleegkundige follow-up de zorg goedkoper maakt. Ik vind dat we eerst moeten vaststellen wat de beste kwaliteit van zorg voor onze patiënten is. Pas als we dat weten, kunnen we bepalen of we daar het geld voor over hebben.’

bron: UMC St Radboud

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen