Kinderen met ADHD raken vaker ernstig gewond
Array
Kinderen tot 18 jaar die medicatie krijgen voor ADHD belanden ongeveer twee keer zo vaak in het ziekenhuis na een ongeval dan leeftijds- en seksegenoten. Het risico is het sterkst verhoogd in de periode vóór het eerste medicatievoorschrift en voor de leeftijdsgroep van 12 tot 18 jaar.
Dat blijkt uit analyse van gegevens uit de Pharmo-database, waarin gegevens over afgeleverde medicatie zijn gelinkt met gegevens over ziekenhuisopnamen (Eur Child Adolesc Psychiatry. 2013; epub 4 juni).
Els van den Ban (Altrecht ggz) en collega’s namen uit de database een steekproef van 150.000 kinderen tot 18 jaar. Van hen gebruikten ruim 1200 ADHD-medicatie. Deze cases werden naar leeftijd en sekse gematcht met ieder zes controles. De onderzoekers keken naar ziekenhuisopnamen in het jaar voorafgaand aan het eerste recept voor methylfenidaat of atomoxetine, tijdens gebruik en in de periode daarna, gemiddeld 4,5 jaar lang.
Kinderen met ADHD-medicatie bleken aanzienlijk vaker in het ziekenhuis te worden opgenomen voor fracturen, intracraniële letsels of open verwondingen: 11,5 per 1000 persoonsjaren tegen 5,3 per 1000 persoonsjaren. Ook na correctie voor het gebruik van andere psychiatrische medicatie bleek er sprake van een 2 keer zo hoog risico (‘incidence rate ratio’ (IRR): 2,0; 95%-BI: 1,5-2,7). Het cohort bestond in overgrote meerderheid uit jongens (80%). Ten opzichte van leeftijdsgenoten hebben meisjes met ADHD zelfs een sterker verhoogd risico: 9,6 ziekenhuisopnamen per 1000 meisjes met ADHD per jaar, tegen 2,3 in de controlegroep (IRR: 4,3; 95%-BI: 1,9-9,8). In het jaar vóór het eerste recept hadden kinderen in de medicatiegroep nog iets vaker ongelukken dan tijdens het gebruik, maar dit verschil was niet significant.
Bron: NTvG/bijdrage van Esther van Osselen
