Boehringer Ingelheim kondigt nieuwe ontwikkelingen van Pradaxa® aan

Boehringer Ingelheim bevestigt dat Pradaxa momenteel onderzocht wordt voor gebruik bij nieuwe groepen patiënten met hart- en vaatziekten, en dat er vergevorderde plannen zijn om gegevens te verzamelen over het dagelijkse gebruik van Pradaxa bij patiënten met non-valvulair atriumfibrilleren (NVAF). Deze plannen vormen de hoeksteen van een speciaal initiatief waarmee Boehringer Ingelheim de wetenschappelijke kennis op het gebied van CVA-preventie en interventiecardiologie met Pradaxa wil uitbreiden.

Het nieuwe onderzoek zal een nog duidelijker beeld geven van het veiligheids- en werkzaamheidsprofiel van Pradaxa. Sinds het middel 20 jaar geleden werd ontdekt, is Pradaxa uitgebreid onderzocht in het klinische onderzoeksprogramma RE-VOLUTION. stolselDit onderzoeksprogramma bestaat uit 10 klinische studies, waaraan wereldwijd al ruim 40.000 patiënten uit meer dan 100 landen hebben deelgenomen.1-11

 

“Door voort te bouwen op eerder klinisch onderzoek en de al opgedane praktijkervaring met Pradaxa willen we het baten-risicoprofiel van Pradaxa nog beter in kaart brengen. We hopen zo in toenemende mate beter gehoor te kunnen geven aan de behoeften van patiënten” verduidelijkt prof. Klaus Dugi, Boehringer Ingelheims Corporate Senior Vice President Medicine. “We zijn op het moment druk in overleg over plannen voor belangrijke nieuwe klinische studies. Binnenkort kunnen we meer over deze plannen naar buiten brengen.”

 

In de RE-LY studie, een van de omvangrijkste klinische CVA-preventieonderzoeken ooit verricht onder patiënten met NVAF, is de werkzaamheid en veiligheid van Pradaxa in kaart gebrachtbij de behandeling van non-valvulair atriumfibrilleren.8,9 Ook binnen de volgende toepassingsgebieden is Pradaxa inmiddels onderzocht:

  • preventie van veneuze trombo-embolie (VTE) bij patiënten die een electieve totale heup- of knievervangende operatie ondergaan;1-4

  • acute behandeling van diep veneuze trombose (DVT) of longembolie (LE);5,6

  • preventie van terugkerende DVT of LE.7

 

Boehringer Ingelheim heeft onlangs bij de Amerikaanse en Europese regelgevende instanties een aanvraag ingediend voor goedkeuring van het gebruik van Pradaxa bij patiënten met DVT of LE.

 

Lopende onderzoeken met Pradaxa

Er zijn op dit moment twaalf door Boehringer Ingelheim gesponsorde studies met Pradaxa gaande. Het betreft onder meer onderzoeken naar het gebruik van Pradaxa bij patiënten met een verminderde nierfunctie, onderzoeken naar het gebruik bij pediatrische patiënten en onderzoeken naar potentiële behandelmogelijkheden bij maag-darmklachten. Ook vindt er op dit moment een klinisch fase I onderzoek plaats met een experimenteel antidotum dat het antistollingseffect van Pradaxa zou moeten couperen.12

 

Daarnaast verzamelt Boehringer Ingelheim door middel van langlopende programma’s  belangrijke gegevens over het gebruik van Pradaxa in de dagelijkse praktijk. Zo is het GLORIA-AF Registry Program een omvangrijkste wereldwijd registratieprogramma’s. Gloria-AF is opgestart om inzicht te krijgen in verschillende aspecten van langdurig gebruik van orale antitrombotische behandelingen ter preventie van non-valvulaire AF-gerelateerde CVA’s onder praktijkomstandigheden. Voor het GLORIA-AF Registry Program worden momenteel in 35 landen actief patiënten geworven. Wereldwijd kunnen er naar verwachting tot 56.000 patiënten aan deelnemen. Om het gebruik van Pradaxa in de dagelijkse praktijk nog beter te kunnen beoordelen, werkt Boehringer Ingelheim bovendien nauw samen met vooraanstaande ziekenhuizen, verzekeraars, instanties op het gebied van zorgonderzoek en overheidsinstanties in de VS.

 

Opgedane ervaring met Pradaxa

Pradaxa is op het moment in ruim 100 landen goedgekeurd voor gebruik ter preventie van CVA en systemische embolie bij patiënten met non-valvulair atriumfibrilleren en voor de primaire preventie van VTE na een totale heupvervangende of een totale knievervangende operatie.13,14 Met de meer dan twee miljoen patiëntjaren aan ervaring die sinds het in de handel brengen met Pradaxa is opgedaan, voert dit middel wat ervaring betreft de NOAC-klasse aan. Bij vergelijking met een situatie zonder behandeling kan het gebruik van Pradaxa bij patiënten met NVAF naar schatting al wel 93.000 CVA’s voorkomen hebben vanaf het moment van goedkeuring.13

Pradaxa is al in meer dan 100 landen goedgekeurd. Het middel is goedgekeurd voor gebruik ter preventie van CVA en systemische embolie bij volwassen patiënten met non-valvulair atriumfibrilleren met CVA, TIA of systemische embolie in de anamnese, en/of LVEF < 40%, en/of symptomatische hartfalen (? NYHA 2), en/of ?75 jaar en/of ?65 jaar in combinatie met diabetes mellitus, coronair vaatlijden of hypertensie en voor de primaire preventie van veneuze trombo-embolie bij volwassen patiënten die electief een totale heupvervangende of een totale knievervangende operatie hebben ondergaan.14

Pradaxa is een directe trombineremmer (DTI)15 en was het eerste geregistreerde middel van een nieuwe generatie directe orale antistollingsmiddelen voor  de preventie en behandeling van acute en chronische trombo-embolische ziekten.

Krachtige antitrombotische effecten worden bereikt met directe trombineremmers door specifiek de activiteit van (zowel vrij circulerend als stolselgebonden) trombine te blokkeren; trombine is een enzym dat een centrale functie vervult in het proces dat tot de vorming van een stolsel (trombus) leidt. In tegenstelling tot vitamine K-antagonisten, die de aanmaak van verschillende stollingsfactoren beïnvloeden en een variabel effect vertonen, biedt dabigatran etexilaat een effectieve, voorspelbare en consistente antistolling, met een laag potentieel voor interacties met andere geneesmiddelen en zonder kans op interacties met voedingsmiddelen, en zonder noodzaak van routinematige bloedstollingsbewaking of dosisaanpassing.

Referenties:

  1. Eriksson BI. et al. Dabigatran etexilate versus enoxaparin for prevention of venous thromboembolism after total hip replacement: a randomised, double-blind, non-inferiority trial. Lancet. 2007;370:949–56.

  2. Eriksson BI. et al. Oral dabigatran versus enoxaparin for thromboprophylaxis after primary total hip arthroplasty (RE-NOVATE II*). A randomised, doubleblind, non-inferiority trial. Thromb Haemost. 2011;105(4):721-9.

  3. Eriksson BI. et al. Oral dabigatran etexilate vs. subcutaneous enoxaparin for the prevention of venous thromboembolism after total knee replacement: the RE-MODEL randomized trial. J Thromb Haemost. 2007;5:2178–85.

  4. Ginsberg JS. et al. Oral thrombin inhibitor dabigatran etexilate vs North American enoxaparin regimen for prevention of venous thromboembolism after knee arthroplasty surgery. J Arthoplasty. 2009;24(1)1–9.

  5. Schulman S. et al. Dabigatran versus warfarin in the Treatment of Acute Venous Thromboembolism. N Engl J Med. 2009;361:2342–52.

  6. Schulman S. et al. A Randomized Trial of Dabigatran Versus Warfarin in the Treatment of Acute Venous Thromboembolism  (RE-COVER II). Oral presentation from Session 332: Antithrombotic Therapy 1. Presented on 12 December at the American Society of Hematology (ASH) Annual Meeting 2011.

  7. Schulman S. et al. Extended Use of Dabigatran, Warfarin or Placebo in Venous Thromboembolism. N Engl J Med. 2013;368:709–18.

  8. Connolly SJ. et al. Dabigatran versus warfarin in patients with atrial fibrillation. N Engl J Med. 2009;361:1139-51.

  9. Connolly SJ. et al. Newly identified events in the RE-LY® trial. N Engl J Med. 2010;363:1875-6.

  10. Connolly S. J. et al. The Long Term Multi-Center Extension of Dabigatran Treatment in Patients with Atrial Fibrillation (RELY-ABLE) study. Circulation. 2013;128:237-243.

  11. Oldgren J. et al. Dabigatran vs. placebo in patients with acute coronary syndromes on dual antiplatelet therapy: a randomized, double-blind, phase II trial. Eur Heart J. 2011;32:2781-9.

  12. van Ryn J. et al. Reversal of dabigatran clotting activity in the rat ex vivo by a specific and selective antibody fragment antidote: are there non-specific effects on warfarin, rivaroxaban and apixaban? Poster P4848 to be presented on 3 September 2013 at European Society of Cardiology Congress 2013 (31 August – 4 September, Amsterdam, The Netherlands)

  13. Boehringer Ingelheim data on file.

  14. Pradaxa Summary of Product Characteristics, 2013

Di Nisio M, et al. Direct thrombin inhibitors. N Engl J Med. 2005; 353:1028-40.

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen