Bevindingen congres ‘Cardiovasculair Risicomanagement: van weten naar doen!’
Array
Op dinsdag 10 december jongstleden organiseerde het Platform Vitale Vaten in de Eenhoorn te Amersfoort het congres ‘Cardiovasculair Risicomanagement: van weten naar doen!’. Binnen de kortste keren was het congres volgeboekt. Ruim 200 zorgprofessionals zoals praktijkondersteuners, verpleegkundigen, huisartsen, medisch specialisten, diëtisten, fysiotherapeuten en apothekers namen actief deel aan het volle programma. Het is duidelijk dat het onderwerp leeft in de praktijk onder zorgverleners in zowel de eerste als tweede lijn en de nodige aandacht behoeft.
Stand van zaken
De zorg voor chronisch zieken moet anders worden georganiseerd om te kunnen voldoen aan een groeiende zorgvraag en de toename van multimorbiditeit: meer mensen met méér dan een chronische ziekte. In 2009 introduceerde het Platform Vitale Vaten onder de bezielende leiding van voorzitter Cor Spreeuwenberg de zorgstandaard Cardiovasculair Risicomanagement. Deze zorgstandaard beschrijft – in aanvulling op de gelijknamige CBO-richtlijn/NHG-standaard – hoe de zorgverlener de zorg gestructureerd kan organiseren in nauwe samenwerking met de patiënt zelf. Met als belangrijkste uitgangspositie: de zorgstandaard is niet alleen van de professional, maar óók van de patiënt. En juist dat laatste punt blijkt in de praktijk niet altijd even gemakkelijk te zijn.
Positieve ontwikkelingen
Waar staan we nu eigenlijk na vier jaar implementatie van de zorgstandaard? Een blik terug op de afgelopen jaren levert een flink aantal positieve ontwikkelingen op. Er is een beweging op gang gekomen die tot concrete resultaten heeft geleid. Zoals
De patiëntenpopulatie waar het om draait is beter in kaart gebracht. Door deze registratie zijn patiënten met (een verhoogd risico op) chronische hart- en vaatziekten beter benaderbaar. De integrale bekostiging vanuit de keten-DBC CVRM heeft bewerkstelligd dat zorgverleners meer met elkaar zijn gaan samenwerken en het multidisciplinaire aanbod is toegenomen.
Een significante toename is geconstateerd bij huisartsen die het individuele zorgplan meer hebben omarmd en er pro-actiever mee aan de slag zijn gegaan.
Acht praktijkprojecten toonden aan dat een CVRM-zorgprogramma volgens de zorgstandaard loont. Patiënten blijken meer te bewegen en minder te roken.
In de praktijk komt het erop neer dat aan de basis en randvoorwaarden moet worden voldaan voordat uiteindelijk resultaat van de implementatie zichtbaar is én blijft.
Verbeteringen in de toekomst
Patiënten moeten zich te allen tijde gesteund voelen door zorgverleners en patiëntenorganisaties. Tijdens het congres kwam duidelijk naar voren dat we op de goede weg zitten om dit te realiseren, maar er nog flink wat werk aan de winkel is. Er valt nog veel winst te behalen op diverse terreinen. Het Chronic Care model biedt een kader voor het verbeteren van de kwaliteit van de chronische zorg. Inzet op alle zes domeinen van dit model is van groot belang. Samenwerking en zelfmanagement zijn belangrijke aandachtspunten. Patiënten hebben ondersteuning nodig bij zelfmanagement. Ook moet er meer aandacht komen voor een gezonde leefstijl en mentale gezondheid. Kosteneffectiviteit, tijd en financiering zijn medebepalende factoren. Op alle niveaus blijft samenwerking essentieel om de ingeslagen noodzakelijke koers voort te zetten. Niet alleen zorgverleners, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars maar ook de patiënt zelf spelen hierin een belangrijke rol. Door ieder afzonderlijk wordt al veel stappen gezet. Ondersteuning en bundeling hiervan is noodzaak!
