Genvariatie verklaart erfelijke aanleg extreme obesitas

Array

Mensen met ernstig overgewicht zijn wel in staat om af te vallen, maar slagen er vaak niet in om op het lage gewicht te blijven. Dat vereist een omslag in het (eet)gedrag. Onderzoekers van de Universiteit Maastricht en Maastricht UMC+ hebben genvariaties gevonden die mogelijk verklaren waarom mensen met extreme obesitas zo moeilijk los komen van hun oorspronkelijke (eet)gedrag. Uit analyse van de genen van 30 personen met extreem overgewicht bleek dat zij vaker dan verwacht drager zijn van bepaalde varianten van de zogenaamde protocadherine-genen. Deze varianten lijken gepaard te gaan met een verminderde werking van protocadherines in de hersenen, eiwitten die verantwoordelijk zijn voor verbindingen tussen zenuwcellen. Het idee is nu, dat de noodzakelijke omschakeling in de hersenen voor gedragsverandering daardoor wordt bemoeilijkt. De resultaten van dit onderzoek zijn deze week verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Genes & Nutrition.

dna1Eerste auteur prof. dr. Edwin Mariman, hoogleraar Functionele genetica: “Onderzoek heeft uitgewezen dat ernstig overgewicht een gevolg is van leefstijl, maar ook van erfelijke aanleg. Die erfelijke aanleg wordt momenteel niet goed begrepen. Met de ontrafeling van het menselijke erfelijke materiaal zijn al vele erfelijke factoren voor overgewicht bekend geworden, maar bij elkaar verklaren zij minder dan 10% van de aanleg voor overgewicht in de bevolking. Een groot deel van die aanleg is dus nog zoek. Deze studie voegt weer iets toe aan onze kennis.”

Volgens Mariman houden deze onderzoeksresultaten verband met het verzadigingshormoon leptine: “Eerder is over leptine gerapporteerd dat het de zenuwverbindingen in de hersenen kan beïnvloeden, dat proces wordt ook wel neurale plasticiteit genoemd. Onze bevindingen in de richting van de protocadherines geven een aanwijzing hoe dat op moleculair niveau geregeld is. Het is nu belangrijk om deze bevindingen te bevestigen met genetisch en functioneel onderzoek. Als dat lukt, zullen de protocadherine-genen in de toekomst hun weg vinden naar de reguliere DNA-diagnostiek voor risico op extreme obesitas.”

Volledige titel van het artikel: High frequency of rare variants with a moderate-to-high predicted biological effect in protocadherin genes of extremely obese, Edwin C. M. Mariman, F. G. Bouwman, Erik E. J. G. Aller, Marleen A. van Baak, Ping Wang, Genes & Nutrition DOI 10.1007/s12263-014-0399-1.

Maastricht UMC+

Met ingang van januari 2008 zijn het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) en de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht gefuseerd tot het achtste universitair medisch centrum van Nederland. De nieuwe organisatie heet Maastricht UMC+.
Het Maastricht UMC+ heeft als kerntaken: patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs en opleiding. Daarin nemen, naast de standaard patiëntenzorg, topklinische zorg en topreferente zorg een belangrijke plaats in. Deze zijn nauwgezet afgestemd met het fundamenteel en het (experimenteel) klinisch onderzoek. Dit resulteert in de klinische onderzoeksspeerpunten hart en vaten; oncologie, chronische ziekten en geestelijke gezondheidszorg en neurowetenschappen.

Recente artikelen