Bestaande medicijnen remmen MERS-virus in celkweken

Array

Vier bestaande medicijnen zijn in staat om het MERS-coronavirus in celkweken te remmen. Dat publiceren onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), het Rega Instituut van de KU Leuven en het Erasmus MC te Rotterdam vandaag in  Antimicrobial Agents and Chemotherapy. Voor het MERS-coronavirus, dat ernstige en vaak dodelijke luchtweginfecties veroorzaakt, zijn tot op heden geen medicijnen of vaccins beschikbaar.

De onderzoekers testten 348 medicijnen die al op de markt zijn voor andere aandoeningen. Ze keken naar de werkzaamheid van die medicijnen in cellen die geïnfecteerd zijn met het MERS-coronavirus. Bij welke dosis remden ze het virus, hoe sterk was dat remmende effect en hoeveel schade bracht het medicijn toe aan de cellen zelf (toxiciteit)? De vier stoffen met de meeste potentie waren het malariamedicijn Chloroquine, het antipsychoticum Chlorpromazine, het anti-diarreemiddel Loperamide en de hiv-remmer Lopinavir. MERS-coronavirusDeze vier medicijnen bleken het best in staat om bij relatief lage concentraties het MERS-coronavirus te remmen, terwijl zij de cellen zelf geen of relatief weinig schade toebrachten. De vier medicijnen bleken ook werkzaam tegen het aan het MERS-coronavirus verwante SARS-coronavirus en het humane coronavirus 229E.

Toepassing
Hoe de medicijnen in staat zijn om het MERS-coronavirus in celkweken te remmen, is nog niet helemaal duidelijk. Ook is nog niet getest of de medicijnen in dieren of mensen hetzelfde virusremmende effect hebben en hoe hoog de dosis dan moet zijn om zo’n effect te bereiken. De onderzoekers gaan hier nu verder onderzoek naar verrichten, onder andere met een diermodel voor MERS dat recent ontwikkeld is in het Erasmus MC. De meeste aandacht zal daarbij uitgaan naar Chloroquine en Chlorpromazine, omdat een Amerikaanse studie – die vandaag in hetzelfde tijdschrift verschijnt – deze twee medicijnen eveneens identificeerde als remmers van het MERS-coronavirus.

Kortere ontwikkeltijd
Dat de onderzochte medicijnen al langer op de markt zijn, kan leiden tot een aanzienlijk snellere toepassing bij MERS-patiënten. “Het voortraject wordt een stuk korter als je al weet hoe een medicijn zich gedraagt, wat de bijwerkingen zijn en welke dosering je kunt gebruiken”, licht prof. Eric Snijder (LUMC) toe. De hoogleraar hoopt dat een combinatie van de verschillende medicijnen de remmende werking kan versterken. “Hoewel het mogelijk niet per se nodig is om het virus voor 100 % te remmen”, voegt hij daaraan toe. “Een beperkte remming kan het afweersysteem van de patiënt wellicht al genoeg ruimte bieden om het virus zelf op te ruimen. Ook de kans op verdere verspreiding wordt dan al lager.”

Virus in opkomst
Het ‘Middle East Respiratory Syndrome-coronavirus’ (MERS-CoV) werd in 2012 voor het eerst ontdekt. In de twee jaar daarna werden ongeveer 200 nieuwe gevallen geregistreerd, maar in de afgelopen twee maanden nam dat aantal, om nog niet opgehelderde redenen, snel toe tot meer dan 600. De meeste MERS-besmettingen vinden plaats in het Midden-Oosten, waaraan het virus zijn naam ook dankt. Twee Nederlanders liepen het virus onlangs op tijdens een reis naar Saoedi-Arabië. Zij worden streng geïsoleerd verpleegd.

MERS-coronavirus
Het MERS-coronavirus kan ernstige ziekteverschijnselen veroorzaken, vooral bij mensen met andere gezondheidsproblemen. Deze patiënten krijgen last van koorts, hoesten, kortademigheid en ademhalingsproblemen. Ongeveer 30% van de geregistreerde MERS-patiënten komt te overlijden. Vanuit welke bron(nen) het virus precies op de mens wordt overgedragen, is nog niet geheel duidelijk. Mensen lijken besmet te worden door dromedarissen die geïnfecteerd zijn met het MERS-coronavirus, maar de betrokkenheid van andere dierlijke bronnen is niet uit te sluiten. Besmetting van mens op mens is ook mogelijk gebleken, maar alleen bij intensief contact.

Europees consortium SILVER
De onderzoekers uit Leiden, Leuven en Rotterdam participeren in het Europese consortium SILVER dat zich richt op het vinden van antivirale geneesmiddelen. SILVER wordt gefinancierd vanuit het zevende kaderprogramma van de Europese Unie (FP7) en richt zich op opkomende virussen en virussen waarnaar vanuit de farmaceutische industrie weinig onderzoek verricht wordt. Voor onderzoek aan veel van deze virussen, zoals het MERS-coronavirus, chikungunya-virus en ebola-virus, zijn speciale streng beveiligde laboratoria noodzakelijk.

Bron: LUMC

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen