De teloorgang van onze verpleeghuiszorg

Array

Het recente rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over de zorg in verpleeghuizen [i] heeft veel stof doen opwaaien. Terecht, want de conclusies van de inspectie waren niet zachtzinnig:

  • bij de onaangekondigde bezoeken bleek dat negen van de tien instellingen niet of slechts deels voldoen aan de normen
  • bij meer
  • medewerkers gaven in gesprekken met de inspectie aan dat zij te weinig tijd hebben om persoonlijke aandacht te besteden aan de bewoners

zieke ouderePartijen in de Tweede Kamer zijn geschrokken van het rapport. Dat is maar goed ook, want de meeste partijen zijn er door keuzes uit het verleden zwaar medeverantwoordelijk voor. Laat ze niet zeggen dat ze niet gewaarschuwd zijn. [ii] En laat ze niet denken dat ze nu de werkelijke omvang van het probleem kennen. De IGZ beperkt haar inspecties tot risico’s voor de gezondheid. Aan risico’s voor het bredere welbevinden van bewoners laat deze inspectie zich weinig tot niets gelegen liggen. Anders gezegd: het is in werkelijkheid nog veel erger dan het nu op papier lijkt.

 

Op 25 september 2008 publiceerden Ad de Jongh en ik een artikel in Het Parool over de toekomst van de ouderenzorg. Het eindigde als volgt: “Als we het roer niet omgooien, dan hebben we na de kredietcrisis over een aantal jaren een crisis in de ouderenzorg”

 

Hoe heeft het zover kunnen komen?
• verpleeghuizen zijn risicodragend gemaakt

Het is de overheid die dit heeft bedacht en doorgevoerd. Zorginstellingen moesten niet met elkaar samenwerken maar elkaar op de zorgmarkt gaan beconcurreren op kwaliteit en prijs. Als logische consequentie verdwenen achtereenvolgens het gegarandeerde budget, de gegarandeerde vergoeding voor huur, rente en aflossing van gebouwen en de overheidsgarantie op leningen voor verbouw en nieuwbouw. Zorginstellingen zijn zo in stapjes volledig risicodragend gemaakt.

verpleeghuizen zijn stelselmatig uitgekleed

De overheid ging er vanuit dat de zorg als gevolg van prijsconcurrentie goedkoper zou worden en nam daar al heel snel middels efficiencykortingen een voorschot op. Bestuurders zagen de tarieven dalen en de risico’s toenemen. Personeelsformaties werden niet langer volledig ingevuld. Ze begonnen financiële reserves te kweken. Alle gevolgen hiervan daalden neer bij de verpleegafdelingen, die het met steeds minder vaste personeelsleden moesten doen.

verpleeghuizen zijn meegesleept in fusies

Om hun marktpositie te verstevigen en tegenwicht te bieden aan de groeiende macht van de zorgverzekeraars begonnen zorginstellingen massaal te fuseren. Er werden adviseurs binnen gehaald, beloningen en vertrekpremies van bestuurders gingen omhoog, marketingafdelingen rezen als paddenstoelen uit de grond, er ontstonden complete bestuursbureaus. Daarmee werd veel geld weggetrokken uit de zorg en ook hier kwamen de gevolgen terecht bij het personeel en de bewoners.

• verpleeghuizen zijn bedrijfsmatig gaan werken

Het streven naar efficiency zette zorgaanbieders aan tot een bedrijfsmatige aanpak. Bijvoorbeeld: het opsplitsen van bestaande taken zodat het eenvoudige werk door goedkopere medewerkers kon worden uitgevoerd. Reorganisaties deden hun intrede. Ook het taalgebruik paste zich aan. Zorg geven werd productie leveren lees: handelingen verrichten. De omvang van de arbeidscontracten werd zo klein mogelijk gemaakt. ‘Handen aan het bed’ als nieuwe slogan. Het belang van aandacht, ontmoeten en relaties verdween naar de achtergrond. Geen tijd meer voor.

• verpleeghuizen zijn garanties voor kwaliteit gaan zoeken in systemen

Voldoende kundige zorgverleners is een noodzakelijke voorwaarde om kwalitatief goede zorg te kunnen bieden. Investeren in mensen, in introductie, in scholing, in vorming, is voor verpleeghuizen een must. Veel bestuurders missen dat inzicht of voelen er niets voor om op te leiden voor de concurrent. Zij zoeken de garanties voor kwaliteit in procedures en systemen. Een minstens zo dure oplossing waarvan het resultaat per definitie tegenvalt. Met regelmaat worden verpleeghuizen met een kwaliteitscertificaat door de IGZ onder verscherpt toezicht gesteld.

• verpleeghuizen zijn registratiekantoren geworden

Alles moet vooraf geïndiceerd en genormeerd worden en achteraf nog eens geregistreerd en gecontroleerd. De registratielast in de zorg is de afgelopen jaren doorgeschoten. De NOS vroeg leden van de V&VN naar hun ervaring met registreren. Bijna 80 procent van de 1.100 respondenten gaf aan dat de balans tussen patiëntenzorg en registratielast de afgelopen jaren flink verstoord geraakt is. Ongeveer de helft zei 2 tot 3 uur per dag bezig te zijn met administratieve handelingen. In verpleeghuizen betekent het: minder personeelsleden met meer administratieve taken die moeten zorgen voor zwaardere bewoners.

Een deel van de verpleeghuisbestuurders [ik schat het op 20%] slaagt er in om doeltreffend tegenwicht te bieden aan de geschetste ontwikkelingen. Topbestuurders die voor zichzelf zelden een topsalaris hebben geregeld. Zij zijn niet primair gefocust op geld.

Veel verzorgenden doen hun werk met hart en ziel. Zij verdienen lof en waardering. Naast de bewoners en de vele vrijwilligers zijn ook zij slachtoffers van de verloedering van de verpleeghuiszorg.

Hoe keren we het tij?
Door 5 miljoen in te zetten om het besef rond kwaliteit te verbeteren en kwaliteit beter te borgen (staatssecretaris van Rijn). Door bestuurders te stimuleren om van elkaar te leren (Actiz). Door de positie van de specialist ouderengeneeskunde in het verpleeghuis te versterken? (Verenso) Door het verbeteren van het bestuurlijk leiderschap en de scholing van medewerkers? (V&VN)

Hoe sympathiek ook, met simpele recepten en losstaande acties ga je de teloorgang van de verpleeghuiszorg echt niet keren. Daarvoor zijn fundamentele veranderingen nodig!

Door: Hans Hoogerheide

[i] http://www.igz.nl/actueel/nieuws/verbetering_kwaliteit_ouderenzorg_gaat_langzaam.aspx

[ii] http://www.wiezorgterstraksvoormij.nl/pics/Toespraak%20rondetafelgesprek%204%20april%202011.pdf

Gedateerd 4 april 2011

 

Recente artikelen