Bestralen in plaats van verwijderen van okselklieren bij borstkanker geeft dezelfde genezingskans met minder bijwerkingen
ArrayBestralen in plaats van verwijderen van okselklieren met uitzaaiingen bij borstkanker geeft dezelfde genezingskans met minder bijwerkingen
Het bestralen van de okselklieren bij vrouwen met borstkanker en een uitzaaiing in de schildwachtklier, werkt even goed als het operatief verwijderen van deze klieren. Bovendien geeft bestralen minder bijwerkingen. Dat blijkt uit de internationale AMAROS-studie, geleid door prof. dr. Emiel Rutgers van het Antoni van Leeuwenhoek. De resultaten van deze studie werden vorig jaar al gepresenteerd op een groot Amerikaans oncologisch congres; nu is de studie ook verschenen in het toonaangevende tijdschrift The Lancet Oncology. Daarmee zijn de resultaten beschikbaar voor borstkankerspecialisten en beleidsmakers wereldwijd.
Borstkanker kan uitzaaien via de lymfeklieren. Om deze reden wordt bij borstkankerpatiënten bij wie er voor de operatie nog geen aanwijzingen voor uitzaaiingen zijn, tijdens de operatie van de tumor, ook de lymfeklier verwijderd die in het meest directe contact met de tumor staat. Deze lymfeklier wordt de schildwachtklier genoemd, en de procedure de schildwachtprocedure. Als er in de schildwachtklier kankercellen worden aangetroffen, worden meestal ook alle andere lymfeklieren in de oksel operatief verwijderd. Dit gebeurt om de kans op terugkeer van de ziekte zo klein mogelijk te maken.
Het nadeel van deze procedure is dat ongeveer dertig procent van de vrouwen waarbij de okselklieren worden weggehaald last krijgt van vochtophoping (lymfoedeem) in de arm. Deze vochtophoping beperkt de bewegingsvrijheid van de arm. Om aan te tonen dat bestraling van de oksel even veilig is als een complete okselkieroperatie, zijn in de AMAROS-studie 1425 vrouwen met uitzaaiingen in de schildwacht lymfklieren van borstkanker verdeeld tussen een groep die de gebruikelijke operatie van de okselklieren kreeg en een groep die alleen bestraling op de okselklieren ontving. De studie is in 34 deelnemende ziekenhuizen uit negen landen uitgevoerd over de periode 2001 en 2010.
Nu, ruim dertien jaar na de start van dit omvangrijke onderzoek, blijkt dat de kans op terugkeer van de kanker bij beide groepen vrouwen zeer laag is. Bestralen werkt dus net zo goed als operatief verwijderen van de okselklieren. Verder bleek dat de kans op het ontstaan van lymfoedeem in de arm na bestraling gehalveerd is ten opzichte van opereren; binnen de groep vrouwen die bestraald werd, kreeg nog maar vijftien procent last van deze vervelende bijwerking.
In het Antoni van Leeuwenhoek is het bestralen van de okselklieren in plaats van operatief verwijderen inmiddels de standaard procedure voor deze patiëntengroep.
Bron: AVL