Altrecht onderzoekt inzet van cannabidiol bij patiënten met fobieën
ArrayHet Altrecht Academisch Angstcentrum is een onderzoek gestart naar de effectiviteit van het gebruik van cannabidiol bij behandeling van patiënten met fobieën zoals een paniekstoornis met of zonder agorafobie of een sociale angststoornis.
Fobieën zoals paniekstoornis met of zonder agorafobie of een sociale angststoornis vormen een groot en serieus gezondheidsprobleem, met een geschat voorkomen bij de bevolking van 15%. De eerste keuze behandeling van fobieën bestaat uit cognitieve gedragstherapie, al dan niet gecombineerd met antidepressiva. In dit onderzoek richten wij ons op het toetsen van de effectiviteit van toevoeging van cannabidiol aan de cognitieve gedragstherapie bij de groep patiënten die ondanks deze relatief effectieve behandelvormen onvoldoende opknappen.
Vanuit recent onderzoek hebben wij aanwijzingen dat we met zo’n “augmentatie”strategie het uitdoven van angst kunnen bevorderen, met name in situaties die bij patiënten tot veel angst en vermijdingsgedrag leiden (bijvoorbeeld bij patiënten met angst om alleen op straat te lopen). De hypothese is dat we hiermee de moeilijke stappen in het behandelproces waarbij patiënten hun vermijdingsgedrag moeten doorbreken kunnen vergemakkelijken en versnellen.
Cannabidiol leidt tot een beter behandeleffect
Het eerste doel van het onderzoek is om uit te zoeken in hoeverre de toevoeging van cannabidiol aan exposure therapie leidt tot een beter en sneller behandeleffect. Cannabidiol is een natuurlijke stof, die in kleine hoeveelheden in de hersenen voorkomt en betrokken is bij prikkeloverdracht tussen zenuwcellen. Het is een stof uit een geheel andere groep van boodschappers dan de stoffen in de nu gangbare medicijnen tegen angst (serotonine, dopamine, etc). Om deze stof op wetenschappelijk verantwoorde wijze te kunnen testen is het noodzakelijk om cannabidiol dubbelblind te testen bij een groep fobische patiënten. Dat betekent dat bij iedere patiënt geloot zal worden of zij exposure therapie krijgen met of zonder cannabidiol.
Welke patiënten hebben het meest baat bij nieuwe behandeling?
Het tweede doel van de studie is om uit te zoeken wie de meeste baat hebben bij deze nieuwe behandeling. Daarnaast gaan we met behulp van experimentele taken bestuderen hoe de patiënten in het algemeen omgaan met angstprikkels. Tenslotte gaan we bestuderen of bepaalde genetische profielen van patiënten samenhangen met therapiesucces. Uit dieronderzoek en uit onderzoek bij proefpersonen zonder angststoornis (Heitland en anderen, Transl Psychiatry, 2012) is gebleken dat het cannabinoïde systeem een cruciale rol speelt in het uitdovingsproces van angst. De voorgestelde nieuwe behandeling richt zich op het beïnvloeden van dit systeem. Ons uiteindelijke doel is om met behulp van deze zoektocht naar individuele patiënt kenmerken, uiteindelijk profielen te kunnen ontdekken die mensen karakteriseren die het meeste baat kunnen hebben bij deze therapie. En dat kan dan veel individueel lijden voorkomen (door aan minder mensen onnodig ineffectieve behandelingen te geven) en kosten effectiviteit van behandeling verbeteren.
Risico’s?
Cannabidiol is een bestanddeel van de hennepplant dat niet de geestverruimende of andere “high”makende effecten veroorzaakt waar de hennepplant om bekend staat, in tegenstelling tot het andere bestanddeel van cannabis, tetrahydrocannabinol (THC). Cannabidiol kan vanwege de afwezigheid van geestverruimende en direct belonende eigenschappen/ bijwerkingen veilig worden ingezet voor medische doeleinden.
Bron: Altrecht