Ander beleid nodig om geboorteongelijkheid te bestrijden

Array

Promovenda Vera Schölmerich: interventies op buurtniveau en veranderingen in zorgsysteem belangrijk voor bestrijding geboorteongelijkheid
Naast individuele kenmerken zoals leeftijd of etniciteit heeft de buurt waarin een vrouw woont, invloed op het geboortegewicht van haar kind en de kans op vroeggeboorte. Dit is de uitkomst van promovenda Vera Schölmerichs proefschrift “Geboren in ongelijkheid”, waar ze op 18 november op promoveert. Daarnaast laat Schölmerich zien dat de samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen beter kan en dat de huidige verloskundige zorg niet aansluit op wat zwangere vrouwen nodig hebben. Zij pleit daarom voor integrale zorg tussen verloskundigen en gynaecologen.

babys-200x183De Nederlandse overheid maakt zich zorgen over de grote ongelijkheid in geboorte-uitkomsten tussen arme en rijke buurten in Nederland. In de armste wijken van Rotterdam overlijden 17 keer zo veel babies rond de geboorte als in rijke wijken. Schölmerich analyseerde daarom gegevens van meer dan 1,6 miljoen zwangerschappen in bijna alle buurten in Nederland. Uit de analyse blijkt dat naast factoren als leeftijd en etniciteit, de buurt waarin een vrouw woont van invloed is op haar kansen op een gezonde baby. Schölmerich: “Buurten kunnen de geboorte-uitkomsten van zwangere vrouwen op verschillende manieren beïnvloeden. Denk aan een zwangere vrouw die zich in haar buurt onveilig voelt. Zij zal meer stress ervaren, en stress is een belangrijke voorspeller van een vroeggeboorte.”

Niet-westers allochtone vrouwen lopen gemiddeld hogere risico’s dan autochtone vrouwen. In arme buurten met een hoge concentratie van niet-westerse allochtonen vindt echter iets opvallends plaats: de allochtone vrouwen doen het daar beter dan hun autochtone buurtgenoten. Schölmerich noemt als verklaring hiervoor dat zwangere vrouwen met een niet-westerse achtergrond in deze buurten toegang hebben tot een groter sociaal kapitaal. “In een buurt waar de samenhorigheid groot is, zullen mensen elkaar eerder helpen – bijvoorbeeld door hun zwangere buurvrouw te vertellen naar welke verloskundigenpraktijk ze zou kunnen gaan.”

Schölmerich: “De huidige aanpak voor het verbeteren van geboorte-uitkomsten richt zich op het verbeteren van de verloskundige zorg, of op de zwangere vrouwen zelf – vooral door hun kennis over gezond gedrag te verhogen. Uit ons onderzoek blijkt dat het hiernaast belangrijk is om de buurten zelf te verbeteren – bijvoorbeeld door het gevoel van saamhorigheid te verhogen, of de veiligheid te vergroten.”

Volgens Schölmerich is het huidige systeem om vrouwen in risicogroepen in te delen in de verloskunde niet adequaat. Vrouwen worden nu ingedeeld in een ‘hoge’ of ‘lage’ risicogroep, waarbij de eerste groep zorg krijgt van een gynaecoloog en de tweede van een verloskundige. Het grootste deel van deze vrouwen zou echter als een ‘medium’ risicogroep gezien moeten worden, en hebben deels sociale risicofactoren – vaak gerelateerd aan armoede – (zoals schulden) en deels medische risicofactoren (zoals hoge bloeddruk). Schölmerich pleit voor integrale zorg binnen de verloskunde, waarin deze zwangere vrouwen zowel de verloskundige als de gynaecoloog zien. Schölmerich: “Zowel de expertise op sociaal gebied van de verloskundige als de medische expertise van de gynaecoloog kunnen dan worden ingezet. Hiervoor is een aanpassing in het beleid noodzakelijk en bovendien een verbetering van de samenwerking tussen deze vakgebieden.”

Schölmerich onderzocht de mogelijkheden tot verbetering van de samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen. Deze samenwerking is belangrijk, omdat ongeveer 80% van de zwangere vrouwen gedurende hun zwangerschap overstappen van een verloskundige naar een gynaecoloog. Deze samenwerking verloopt nog niet optimaal. Zo ontdekte Schölmerich dat zwangere vrouwen soms zelf moesten zorgen voor samenwerking tussen de gynaecologen en verloskundigen door wie ze behandeld werden. Daarnaast missen gedeelde patiëntendossiers en zijn de professionele relaties tussen verloskundigen en gynaecologen niet altijd optimaal. Zo wordt het wederzijds respect en vertrouwen door beide professionals soms als onvoldoende beschouwd.

Vera Schölmerich (1983) studeerde aan University College Utrecht en Cambridge University. Haar promotieonderzoek was een samenwerking tussen Erasmus MC, Vrije Universiteit Amsterdam en Harvard University. ZIj maakte in haar onderzoek gebruik van verschillende wetenschappelijke disciplines. De resultaten van haar onderzoek worden gepresenteerd tijdens haar promotie, op 18 november 2014, 13.30 uur, Querido zaal Onderwijscentrum Erasmus MC.

Bron: Erasmus MC

Recente artikelen