Nieuwe test spoort tafeltennistalent op

Hoe kun je bij jonge sporters voorspellen wie de grote uitblinkers in de snelle tafeltennissport gaan worden? Promovenda Irene Faber van het Radboudumc onderzocht en verbeterde een test die de potentie van jonge kinderen in kaart brengt voor een carrière als toptafeltennisser. Volgens haar zijn de resultaten ook goed te gebruiken voor het opsporen van talenten in andere sporten.

Tafeltennis is een van de snelste sporten en je hebt als speler dan ook de nodige motorische vaardigheden nodig om er in uit te blinken. Om al vroeg te weten wie de talenten van de toekomst gaan worden, gebruikt de Nederlandse Tafeltennis Bond sinds 1998 een test.

Daarmee testen ze jaarlijks 6-10 jarigen tijdens de landelijke Talentendag. Het grote voordeel van deze test is dat een beter beeld ontstaat over de potentie van kind, aangezien het verschil in ervaring een ondergeschikte rol heeft. De test vindt zijn oorsprong in Duitsland en daar lijkt het gebruik vruchten af te werpen. De mannen staan inmiddels in de top 5 en de vrouwen in de top 10 van de wereld.

Hoewel de test al een aantal jaren wordt gebruikt, werd hij niet eerder wetenschappelijk geëvalueerd. Daarom onderzocht bewegingswetenschapper en fysiotherapeut Irene Faber de acht verschillende testonderdelen bij 113 tafeltennisspelers. De resultaten van Faber’s onderzoek, dat deels uitgevoerd werd bij Saxion Hogeschool, verschenen deze week in het  Journal of Sport Sciences en zullen eind deze maand in Annals of Research in Sport and Physical Education verschijnen. De testonderdelen leveren stabiele testscores op en lijken de talenten eruit te kunnen pikken.

Een van de zes onderdelen was een oog-hand coördinatietest die ze zelf ontwierp en waarover ze begin dit jaar in PLOS ONE publiceerde. Bij dit onderdeel gooit de speler zo vaak mogelijke achtereen binnen 30 seconden met de ene hand een tafeltennisbal tegen een rechtopstaande tafeltennistafel aan, en vangt deze vervolgens met de andere hand op zonder dat het balletje de vloer mag raken. Bij de andere onderdelen worden de kinderen getoetst op o.a. het balgevoel, snelheid, coördinatie, kracht en wendbaarheid.

Nu alle onderdelen vast staan kan de nieuwe test tijdens de landelijke Talentendag gebruikt gaan worden. Faber: “Vanaf nu kunnen we ook starten met het verzamelen van data over een langere periode om uiteindelijk beter te voorspellen of  een opgespoord talent ook daadwerkelijk is doorgebroken.” Faber verwacht dat de test met eventueel wat aanpassingen ook goed te gebruiken is voor het ontdekken van talent in andere oog-hand sporten en/of balsporten, zoals bijvoorbeeld tennis, squash en badminton.

Jan de Leeuw