Hoog gedoseerde chemotherapie zorgt voor sterk verbeterde overleving bij deel van BCRA1-achtige borsttumoren #SABCS14

Array

#SABCS14 Borstkankerpatiënten met een BRCA1-achtige tumor kunnen veel baat hebben bij hoog gedoseerde chemotherapie van het type dat breuken in het DNA veroorzaakt. Dat blijkt uit onderzoek van het Antoni van Leeuwenhoek onder leiding van Sabine Linn. Er verschenen al twee studies van haar team die dit aantoonden; de derde, die deze bevinding heeft bevestigd bij een onafhankelijke patiëntengroep, verscheen deze week online first bij het wetenschappelijke tijdschrift Clinical Cancer Research. http://clincancerres.aacrjournals.org/content/early/2014/12/05/1078-0432.CCR-14-1894.abstract

B4c-BAbCQAAM0Fn.jpg_largeHet werk van Linn past binnen de trend van personalized medicine, waarbij wordt gekeken wat precies de achilleshiel van elke tumor is. De kankerbehandeling wordt hierop afgestemd. De reden waarom cellen ontsporen en kankercellen worden ligt vaak bij fouten in het DNA. Meer specifiek gaat het vaak om fouten in een of meer genen, de DNA-eenheden die het besturingssysteem van cellen vormen. BRCA1 staat in de volksmond bekend als een van de belangrijkste ‘borstkankergenen’. Een fout in dit gen geeft een sterk verhoogde kans op borst- en eileiderkanker. BRCA1-achtig betekent dat de tumor een sterke overeenkomst vertoont met een ontsporing die wordt veroorzaakt door een fout in het gen BRCA1, hoewel de fout ook in een ander gen kan zitten.

Voor haar studie keek Linn naar een groep borstkankerpatiënten die in de jaren ’90 behandeld werden in een ziekenhuis in Heidelberg. Vrouwen met en zonder zo’n BRCA1-achtige afwijking in hun borsttumor kregen destijds de hoog gedoseerde chemotherapie om te kijken of deze behandeling veilig was en hoe deze aansloeg. Linn heeft nu gekeken naar het langere termijn effect van de behandeling. Zij en haar team tonen aan dat voor vrouwen zonder de BRCA1-afwijking de geteste vorm van chemotherapie geen voordeel biedt boven de standaard chemotherapie. Maar bij vrouwen met een BRCA1-achtige afwijking in de tumor neemt de langjarige overleving dankzij deze therapie sterk toe, van ongeveer 30 naar 75 procent.

Het is dus ook zeker geen open deur dat hoog gedoseerde chemotherapie beter werkt. Linn: “Bij vrouwen met een ander type borstkanker dan het BRCA1-achtige type geeft de hoge dosering geen extra overleving, alleen meer bijwerkingen. Voor hen is het dus niet gunstig. Dat is alleen voor deze specifieke patiëntengroep zo.” Dat ligt, naast de dosering, ook aan het soort chemotherapie dat is gegeven. Linn: “Er zijn verschillende klassen van chemotherapeutische middelen voor borstkankerpatiënten, die allemaal op een andere manier werken. Normaal gesproken krijgen patiënten een mix van drie typen middelen. In dit geval ontvingen de patiënten hiernaast nog een hoge dosering van drie middelen die breuken in het DNA van cellen veroorzaken.” Gezonde cellen kunnen zulke breuken vaak repareren. BRCA1 speelt, zoals inmiddels is opgehelderd, een belangrijke rol bij dit reparatiemechanisme. Fouten in BRCA1 zorgen ervoor dat het reparatiemechanisme niet goed meer werkt. Vandaar dat deze chemo-aanpak vooral effectief is tegen kankercellen met een BRCA1-fout, en veel minder bij kankercellen met andere soorten DNA-fouten.

Er verschenen al eerder twee studies van het team van Linn die het gunstige effect van de hoog gedoseerde chemotherapie van dit type bij borstkankerpatiënten met een BRCA1-achtige tumor beschreven. Deze derde studie, waarbij is gekeken naar een andere groep patiënten dan bij de eerste twee, vormt een onafhankelijke bevestiging waarmee het bewijs voor deze therapievorm steeds sterker wordt.

Voordat deze vinding de standaard behandeling kan worden zijn er nog twee vervolgstudies nodig. Eén daarvan loopt inmiddels in het Antoni van Leeuwenhoek. In deze vervolgstudie krijgt de helft van de patiënten met een BRCA1-achtige tumor de onderzochte vorm van chemotherapie aangeboden, voorafgaand aan hun borstoperatie. De andere helft van de patiënten krijgt de standaard chemotherapie.

Bron: Antoni van Leeuwenhoek

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen