Klacht IGZ tegen kinderpornopsychiater ontvankelijk of niet?

Array

Is de klacht van IGZ tegen de kinderpornopsychiater Van R. ontvankelijk of niet. Dat is de vraag na de uitspraak van het Centraal Tuchtcollege van 12 februari 2015. Het Regionaal Tuchtcollege Zwolle behandelde afgelopen vrijdag de zaak van de Nijmeegse psychiater van R.. De Nijmeege psychiater Van R. werd in maart 2012 werd veroordeeld voor het bezit van 66.000 foto’s en filmpjes. Hij kreeg een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar.

Nu het Centraal Tuchtcollege een eerdere klacht met betrekking tot de tweede tuchtnorm van het Zwolse Tuchtcollege heeft herzien is het erg interessant wat het Regionaal tuchtcollege Zwolle zal doen in de uitspraak tegen de Nijmeegse psychiater.

De toepassing van de tweede tuchtnorm, zoals in de uitspraak in Hoger Beroep van het Centraal Tuchtcollege, is met het vonnis van 12 februari jl. verder uitgekristalliseerd: het handelen van een BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar (in een bestuurlijke of een leidinggevende functie) kan aan de tuchtrechter worden voorgelegd als zijn handelen voldoende weerslag heeft op de individuele gezondheidszorg zo stelt het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. TuchtzaakIn de publieke behandeling van de zaak, die de Inspectie voor de gezondheidszorg tegen Van R. aanspande, ging het vooral over de vraag of de psychiater de tweede tuchtnorm geschonden heeft en of de klacht van IGZ wel ontvankelijk is. Tot op heden is er nog nooit een zaak bij het Regionaal Tuchtcollege van Zwolle ontvankelijk verklaard waarbij een zorgverlener een maatregel krijgt opgelegd wegens schending van de tweede tuchtnorm. Het Centraal College van de gezondheidszorg heeft nu een eerder oordeel van het Tuchtcollege Zwolle nu verworpen.

Psychiater Van R., die veroordeeld werd voor het downloaden van kinderporno, hoeft van de IGZ zijn beroep niet te verliezen, maar de IGZ vraagt het tuchtcollege om passende maatregelen. De IGZ wil een maatregel waardoor de voor kinderporno veroordeelde psychiater geen individuele gezondheidszorg kan verlenen aan minderjarigen en patiënten met seksueel deviant gedrag en/of met een (voorgeschiedenis van) seksueel misbruik of andere problematiek van seksuele aard. Maar tijdens de zitting van afgelopen vrijdag bleek de onhaalbaarheid al van deze beroepsbeperking in het geval van Van. R.. Vaak komt een voorgeschiedenis van  seksueel misbruik pas in de loop van een behandeltraject aan het licht als oorzaak van andere psychische problematiek, zo legde één van de psychiaters van het tuchtcollege uit.

De advocaat van Van R. pleitte dat de arts het misdrijf niet heeft gepleegd in de hoedanigheid van arts maar in de privésfeer.  De IGZ bleef van mening dat de gedragingen van Van R. in strijd zijn met de algemene zorgplicht die iedereen ten aanzien van het leven en de gezondheid van zijn medemens in acht moet nemen. “Het handelen van Van R. raakt de waarden van zijn beroep van psychiater in de kern”, zo pleitte de advocaat van de IGZ. “Door het handelen van Van R. wordt dit wezenlijk aangetast en dit kan het niet los worden gezien van de hoedanigheid van arts, ook al vond het niet plaats in de uitoefening van die hoedanigheid”, zo pleitte de IGZ.  “De eis van handelen in hoedanigheid die de tweede tuchtnorm stelt, moet dan ook zo worden uitgelegd dat deze norm op het onderhavige handelen van de arts van toepassing is”, aldus de IGZ in de tuchtzaak. “Het verwerven, in bezit hebben, verspreiden of bekijken van kinderporno door zorgprofessionals  is een risico voor de zorg en dermate grensoverschrijdend dat dit in strijd is met de professionaliteit en integriteit die van een zorgverlener mag worden verlangd. Dit soort strafrechtelijk handelen kan niet los worden gezien van het handelen als professional. Een patiënt verkeert per definitie in een afhankelijkheidsrelatie en daarmee in een kwetsbare positie ten opzichte van een beroepsbeoefenaar. Een patiënt moet vertrouwen kunnen hebben in de beroepsbeoefenaar en deze moet de vertrouwensband van zijn/haar patiënt niet schaden door zijn privégedragingen. Een patiënt moet ervan op aan kunnen dat een zorgverlener respectvol omgaat met lijf en leden en gedachten van de patiënt”, aldus de raadsvrouwe van de IGZ.

Voorlopige uitspraak in de zaak van Van R. is op vrijdag 20 maart 2015

Janine Budding, MedicalFacts

 

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen