Herniaprik helpt wel, maar niet genoeg

Array

hernia vaMPA EXTRA – De hevige pijnen waar herniapatiënten wekenlang aan lijden, zijn moeilijk te bestrijden. Pijnstillers werken nauwelijks, alleen injecties met corticosteroïde kunnen soms de pijn verlichten. Dat concludeert huisarts Antje Spijker-Huiges in haar proefschrift, waarmee ze in december promoveerde. Door die injecties maken patiënten in het jaar na de behandeling ook nog eens minder kosten. Toch zou Spijker de therapie nog niet standaard voorschrijven. “Een significant verschil betekent niet altijd een relevant verschil.”

Een hernia ontstaat door een ontsteking in de rug, bij de zenuwen. Die veroorzaakt een brandende pijn vanuit de rug naar de benen en voeten. Een huisarts kan bij deze klachten weinig doen. De ontsteking trekt na twee maanden meestal vanzelf weg. “Dat zijn twee heel vervelende maanden”, weet Spijker. “Patiënten hebben dan veel pijn, kunnen hun werk niet altijd doen en moeten veel sociale activiteiten stopzetten.” In de praktijk spreken huisartsen over radiculair syndroom, omdat huisartsen de diagnose stellen op basis van symptomen; pas als in het ziekenhuis de ontsteking is aangetoond, heet het een hernia.

Ontstekingsremmende pijnstillers
Een huisarts staat dus vaak machteloos. ”Ik kan maar één advies geven: blijf bewegen. Soms schrijf ik ook pijnstillers voor, omdat patiënten dan het gevoel hebben dat we alles proberen. Maar dat helpt niet of nauwelijks.” Tijdens haar onderzoek onderzocht Spijker een andere manier van pijnstilling: injecties met ontstekingsremmende corticosteroïden. “Patiënten kregen die soms al op de pijnpoli in het ziekenhuis, maar het effect bij het radiculair syndroom is nooit onderzocht op de groep die alleen door de huisarts wordt behandeld.” Bij een hernia wordt de ontstekingsremmende stof in de rug gespoten. Zo werkt de ontstekingsremmer alleen plaatselijk en geeft het vrijwel geen bijwerkingen. Spijker onderzocht patiënten die deze injecties kregen en verder onder behandeling van de huisarts stonden. Die vergeleek ze met patiënten die ook bij de huisarts behandeld werden, maar zonder injecties. In totaal onderzocht ze ongeveer 80 patiënten.

Significant
Spijker hield bij hoe de pijnbeleving van patiënten veranderde. “Bij beide groepen werd de pijn in de loop van de tijd minder, maar bij patiënten die ook injecties kregen was de verbetering groter.” Een veelbelovend resultaat, want de resultaten zijn significant. “Dat betekent dat er minder dan 5 procent kans is dat het verschil tussen beide groepen toevallig is, dus meer dan 95 procent kans dat de injecties inderdaad de pijn verminderen.” Spijker ontdekte nog iets anders over de injecties: “De injecties blijken kostenbesparend te zijn. In het eerste jaar na de behandeling bleken patiënten die injecties kregen minder ziekteverzuim te hebben en minder medische kosten te maken. Dat is wel bijzonder: een middel dat én effect heeft, én kostenbesparend werkt.” Waarom dan toch niet standaard invoeren?

Klinisch relevant
“Het verschil is niet groot genoeg”, verklaart Spijker. Uit eerder onderzoek was al bekend hoeveel de pijn moet verminderen om te kunnen zeggen dat de injecties echt effectief zijn. Het verschil dat Spijker vond, was echter kleiner. “We zeggen daarom dat het effect niet klinisch relevant is. Als je met vragenlijsten de hoeveelheid pijn bepaalt, heeft een patiënt minder pijn. Toch voelt hij zich er niet beter door. Er is wel een statistisch verschil, maar de patiënt schiet er eigenlijk niets mee op.”

Je kunt het vergelijken met het weer: als er op weg naar je werk 5 millimeter regen is gevallen, ben je heel nat geworden. Als er op de terugweg 4,8 millimeter regen valt, kan dat significant minder zijn. Er is een echt verschil. Toch maakt het in je beleving niet uit: beide keren regent het hard en word je heel nat. Dat verschil is voor jouw beleving dus niet relevant. Zo hebben herniapatiënten na de behandeling net zo goed pijn als patiënten zonder die behandeling. Hun kwaliteit van leven verandert niet.

Advies
Spijker zou als huisarts de injecties niet aan iedere herniapatiënt voorschrijven, want er zit ook een risico aan deze behandeling. “Bij ongeveer één op de honderd patiënten gaat de injectie mis, waardoor ze in het ziekenhuis belanden.” Toch raadt ze de injecties niet altijd af. “Je moet het per geval bekijken. Soms wil een patiënt het risico nemen.” Spijker benadrukt dat het onderzoek bij een brede patiëntengroep gedaan is. Uit eerdere onderzoeken blijkt dat de injecties bij bepaalde vormen van hernia’s wel zinvol kan zijn. “Voorlopig moeten we concluderen dat er geen reden is om de injecties standaard voor te schrijven. In individuele gevallen en bij behandeling in het ziekenhuis kunnen de injecties wel echt helpen.”
Bron: Kennis InZicht/UMCG

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen