ICT zorg verbetert door kleine beloning voor zorgprofessionals

Array

Amerikaanse ziekenhuizen hebben de afgelopen jaren hun ict-systemen aanzienlijk verbeterd. Hun gemiddelde score in het Electronic Medical Record Adoption Model (EMRAM) steeg van 2,8 in 2009 naar 4,4, eind 2015. De enorme verbetering van de Amerikaanse zorg-ict komt door het Meaningfull Use programma van de Amerikaanse regering. Dit vijfjarenprogramma (2011-2016) beloont ziekenhuizen die verder digitaliseren. Ik hoop dat overheid en zorgverzekeraars in Nederland ook zo’n Meaningfull Use programma opstarten. Want kleine financiële prikkels werken, zo leert de gedragseconomie in theorie en de Amerikaanse zorg in de praktijk.

Verbeteringen
De verbetering van de EMRAM-score in Amerika komt doordat ziekenhuizen hun verpleegkundige dossiers hebben gedigitaliseerd en samengevoegd met de medische dossiers. Ook hebben zij veel meer decision support systems ingebouwd in hun IT-systemen. De managementrapportages zijn verbeterd. Patiënten hebben de mogelijkheid gekregen om hun elektronische dossier in te zien en via het internet contact te hebben met artsen en verpleegkundigen. Ook de medicatiebewaking is beter geworden dankzij barcodering en extra checks tussen recepten en afgeleverde medicatie.

Digitalisering
Een EMRAM-score drukt de mate van digitalisering van een ziekenhuis uit. Als een ziekenhuis een nul scoort op deze score, dan worden alle gegevens op papier vastgelegd. Bij een score van zeven, is het ziekenhuis volledig gedigitaliseerd. De spectaculaire stijging van de Amerikaanse EMRAM-score en de link naar het Meaningfull Use programma werd gelegd door John Hoyte. Hij is directeur van Himms, de organisatie die de EMRAM-score van duizenden ziekenhuizen in Amerika, Azië en Europa registreert. Eind januari sprak hij op de Cocir-conferentie in Brussel, die ging over ketenzorg en ict. Hij en ondergetekende gaven daar lezingen over zorg-ict respectievelijk ketenzorg in internationaal perspectief.

Beloning
Amerikaanse ziekenhuizen die meededen aan het Meaningfull Use programma kregen een financiële beloning van 21.250 dollar per specialist in het eerste jaar. Voor de latere jaren ontvingen ze per specialist 8.500 dollar. Dat betekent voor een ziekenhuis met honderd specialisten ruim 2 miljoen dollar aan extra inkomsten voor het eerste jaar en 850.000 dollar voor latere jaren. Alleen ziekenhuizen met een langjarig zorg-ict-plan konden zich aanmelden voor het Meaningfull Use programma.

Gedragseconomie
De bedragen die uitgekeerd worden via het Meaningfull Use programma zijn laag vergeleken met de totale ziekenhuisbegroting van vaak honderden miljoenen dollars. Dat die lage bedragen resulteren in grote, positieve effecten is een bewijs dat gedragseconomie werkt. Dit nieuwe vakgebied gaat onder meer uit van kleine financiële prikkels met een groot psychologisch effect. Het Meaningfull Use programma is een paradepaardje van de regering en genereert veel publiciteit. Ziekenhuisbestuurders konden het daarom niet maken het programma te negeren en hebben dan ook en masse meegedaan.

Nederland
Ook de Nederlandse zorg zou gebaat zijn bij het verbeteren van de ict. Daarom zou ik het toejuichen als overheid en zorgverzekeraars in ons land eveneens zo’n Meaningfull Use programma gaan opstarten, inclusief kleine financiële prikkels. En niet alleen voor ziekenhuizen, maar voor alle zorgaanbieders.

Wat vind jij? Denk je dat zo’n programma ook in Nederland zou werken? Graag hieronder je reactie!

Guus Schrijvers

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen