België haalt Nederland in met zorg rond chronische aandoeningen

Sinds 2011 staat de ontwikkeling van de Nederlandse ketenzorg voor mensen met een chronische aandoening stil. In België niet. Daar roept de overheid eerstelijns organisaties op lokale projecten op te starten om de ketenzorg te verbeteren.

Geen initiatieven
Ik verwachtte de afgelopen jaren dat de bestaande keten-DBC’s voor de zorg aan mensen met diabetes, COPD en verhoogd risico op hart- en vaatziekten uitgebreid zou worden. Bijvoorbeeld met gezondheidseducatie betaald uit zo’n DBC. Of met een korting op de nominale ziektekostenpremie als deze patiënten een cursus volgen. Of met een shared savings aanpak, waarbij besparingen op opnamen en ligdagen in ziekenhuizen voor de helft ten goede komt aan de lokale eerste lijn. Eigenlijk zijn er sinds 2011 geen nieuwe initiatieven uitgerold om de chronische zorg te verbeteren.

Meer keten-DBC’s
Evenmin was er sprake van het uitbreiden van keten-DBC’s naar andere patiëntengroepen. Zo had ik gehoopt op keten-DBC’s voor mensen met hartfalen, depressie, CVA en neurologische aandoeningen zoals MS en Parkinson.

Belgische projecten
Deze gedachten schoten door mijn hoofd bij een oproep van het Belgische Ministerie voor Volksgezondheid die ik vorige week onder ogen kreeg. Zij verzoekt eerstelijns organisaties om projecten in te dienen om ketenzorg te verbeteren. De projecten moeten op lokaal niveau plaatsvinden in gebieden van 100.000 tot 150.000 inwoners. Ze moeten voldoen aan de Triple Aim doelen: verbeteren van de gezondheid, betere kwaliteit van zorg en tenminste gelijkblijvende kosten. De Belgische regering hoopt 20 voorstellen te honoreren. Begin 2017 moeten die van start gaan.

Kwaliteitseisen
Het ministerie verwacht met deze voorbeeldprojecten twintig procent van de Belgische bevolking te bereiken. Kenmerkend is het mobiliseren van alle politieke geledingen: alle Belgische parlementen en regeringen stemden in met het programma. Verder stelt het programma kwaliteitseisen aan de lokale projecten.

Hulp IFIC
De International Foundation of Integrated Care (IFIC) heeft het ministerie geholpen bij de voorbereiding van het programma. Zo organiseerde het IFIC een internationale visitatie van het chronisch ziekenbeleid tot 2014 in België. Wil je het Engelse IFIC-advies lezen? Klik dan hier. Een toelichting in het Nederlands op het programma van eisen waaraan de Belgische projecten moeten voldoen volgt binnenkort. Op het IFIC-congres op 23, 24 en 25 mei in Barcelona, presenteren de Belgen onder meer hun beleid. Meer informatie over het IFIC-congres vind je hier.

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen