Alle partijen willen patiëntveiligheid verhogen

Het is natuurlijk geen nieuws dat patiëntveiligheid binnen de gezondheidszorg te allen tijde centraal staat. Toch kunnen én moeten er nog flinke slagen worden gemaakt. Bijvoorbeeld door unit dose scanning of door traceerbaarheid van medische hulpmiddelen. Wat tijdens de plenaire sessie van het GS1 congres al aan de orde kwam, werd tijdens de sectorupdate gezondheidszorg nog eens bevestigd: om de patiëntveiligheid te verhogen is productidentificatie van het allergrootste belang. Een aantal praktijkverhalen passeerde de revue met als gemene deler de behoefte aan één standaard.

NVZA: Coderen op het kleinste niveau
Tjalling van der Schors, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van ZiekenhuisApothekers (NVZA), sprak over coderen op het kleinste niveau met als focus het voorkomen van fouten bij toediening. “Met barcodescanning kunnen fouten hierbij met ten minste 50% worden gereduceerd”, zo stelde hij. In 1964 werd er al over gesproken dat elk pilletje afzonderlijk identificeerbaar moet zijn tot het moment van toedienen, maar de ontwikkelingen verliepen zeer traag. “In Amerika zijn wel grote stappen gezet, met name doordat er toezicht op de processen is vanuit de overheid en door eisen vanuit de FDA. Het percentage ziekenhuizen dat barcodescanning bij toediening heeft geïmplementeerd, is hier gestegen van 1,4% in 2002 tot 88,4% in 2014.” De NVZA heeft vorig jaar het standpunt ingenomen dat toedieningsregistratie zou moeten gebeuren door middel van unit dose scanning, oftewel coderen op het kleinste niveau. “Maar omdat lang niet alle geneesmiddelen zijn voorzien van de juiste code moet heel veel omgepakt worden. Eigenlijk vreemd als je weet dat je het aan de bron direct goed kunt doen.” De NVZA roept leden op om unit dose scanning te implementeren. “Medicatie die gebruikt wordt moet in een geschikte verpakking zitten en de juiste code bevatten. Daarover willen we een akkoord realiseren met onze partners en we moeten ook zelf op deze manier gaan werken. We vragen daarom van leveranciers om de juiste code ook op unit dose niveau aan te brengen, zodat omlabelen in ziekenhuizen niet nodig is.”

Pfizer: Artikelcodes toevoegen: een ingewikkeld proces
Ook Just Weemers, Head of Regulatory Affairs Netherlands bij Pfizer, ging in op single unit codering. Hij benadrukte het belang van de projectgroep van VWS. Deze groep moet duidelijk maken op welke wijze de barcode kan bijdragen aan patiëntveiligheid. Er moeten antwoorden komen op vragen als: wat moet de code bevatten, waar moet deze worden aangebracht en op welke producten is een code noodzakelijk? “Uiteindelijk is het doel om gezamenlijk overeenstemming te bereiken over hoe we dit mogelijk kunnen maken.” Weemers vertelde dat een code toevoegen op een product ingewikkelder is dan het lijkt. “Er zijn veel verschillende producten in verschillende sterktes en verschillende vormen. Het beheer van artikelcodes, ook wel GTIN’s genoemd, wordt cruciaal. Je moet een goed systeem opzetten om de productinformatie aan de codes te koppelen en er moet een goed kwaliteitsproces aan worden gekoppeld.” Ook aan het toekennen van een artikelcode zitten allerlei haken en ogen. “Het wordt bijvoorbeeld complexer als je wereldwijd werkt. En er moet worden vastgesteld hoe je een single unit definieert en wanneer een artikelcode moet worden gewijzigd.” Tot slot benadrukte Weemers dat toediening van een medicijn weliswaar door het ziekenhuis gebeurt, maar dat de verantwoordelijkheid van een leverancier wel verandert wanneer het ziekenhuis uitgaat van de gegevens die een leverancier aanlevert. “Dat is iets om rekening mee te houden.”

Bernhoven: Scannen van high risk medicatie
De volgende spreker was Sandra de Bruin, teamleider OK in het Bernhoven ziekenhuis. Ze ging in op het scannen van high risk medicatie op de OK. “Het dubbelchecken van deze medicatie gaf veel problemen. Iedereen deed het op een andere manier en er waren geen eenduidige labels.” Vorig jaar april is zij daarom gestart met een pilot. “Wij denken ons doel te kunnen bereiken door gebruik te maken van een apparaat met een read back methode. Het leest hardop voor wat er op de ampul staat en fungeert als dubbelcheck. Met het apparaat scannen we een ampul, printen we een label en brengen het aan op de spuit.” Dit proces is veel veiliger, maar het duurt wel vrij lang. “Dat kan een probleem zijn bij spoedsituaties, dus daarover zijn we in gesprek met de leverancier van het apparaat.” Een van de grootste problemen waar het ziekenhuis tegenaan liep was het ontbreken van barcodes op de ampullen. “Maar we geloven in dit apparaat en hebben daarom 24.000 ampullen laten omlabelen.” Het apparaat is nu nog een stand alone systeem. “Het is een van onze ambities om een koppeling te maken met patiëntgegevens en het EPD. Verder willen we de voorzijde van alle medicatie die we gebruiken van een GS1 barcode voorzien. Uiteindelijk hopen we deze werkwijze bovendien te kunnen uitbreiden over het hele ziekenhuis, maar zover zijn we nog lang niet”, stelde De Bruin vast. Toch vertrouwt ze erop dat er grote stappen gezet zullen worden. “Om aan te sluiten op het thema van het congres: we kunnen voor zilver gaan, maar ik denk dat goud zeker haalbaar is als alle partijen samenwerken!”

OLVG over medische hulpmiddelen: Één barcode maakt omlabelen overbodig
“Als je wordt geopereerd, verwacht je dat de juiste spullen op het juiste moment beschikbaar zijn. Toen ik als leidinggevende op de OK werd aangesteld, was ik dan ook heel verbaasd”, vertelde Ingeborg Wanrooij, teamleider bedrijfseenheid OK-complex OLVG-West. “Er was niet bekend wat we op voorraad hadden of met hoeveel derving we te maken hadden. Het voorraadproces stond goed op papier, maar in de praktijk werkte het anders.” Tijd voor een verbeterslag. “Om te definiëren hoe groot het probleem was, hebben we de voorraad handmatig geteld. Die bleek een waarde van 1,4 miljoen euro te vertegenwoordigen. We wilden ook meer inzicht; wat voor producten hadden we in huis, met welke leveranciers deden we zaken en wat gooiden we eigenlijk weg en waarom.” In eerste instantie leek de oplossing eenvoudig: scannen, net als bij Albert Heijn. “Maar zo simpel was het niet. Op de OK worden heel veel producten gebruikt, van verschillende leveranciers met verschillende codes.” Om het proces te verbeteren is gestart met traceerbaarheid van alle implantaten. “We kozen voor het tijdelijk omlabelen met een geel, herkenbaar label, waarbij we gebruikmaken van de informatie die de leverancier in een eigen barcode heeft opgenomen. We vermelden ook de expiratiedatum en de prijs van het product om het prijsbewustzijn te stimuleren. Er is minder registratietijd en omdat er na het scannen een besteladvies volgt en we duidelijker afspraken hebben gemaakt over wie bestellingen doet, is de voorraad nu altijd up-to-date. Andere, bijkomende voordelen zijn de rust en het overzicht in het OK-gebied en de enorme kostenbesparingen, op jaarbasis meer dan een ton”, vertelde Wanrooij. Ze heeft nog wel een grote wens: één standaard voor een barcode binnen de zorg, zodat omlabelen niet meer nodig is. Wanrooij sloot af met tips voor andere ziekenhuizen die een verbeterslag willen maken. “Begin met een specialisme, selecteer de juiste stakeholders, stel duidelijke doelen en communiceer de resultaten zodat iedereen weet waarom je dit doet.”

Voldoen aan (inter)nationale wetgeving
Amanda DeLaroque, projectmanager gezondheidszorg GS1 Nederland, besprak de oplossingen die GS1 kan bieden op het gebied van standaardisatie. Sinds 9 februari is Europese FMD-wetgeving van kracht. Deze nieuwe Europese regelgeving moet vervalste geneesmiddelen uitbannen, door elk product met een uniek serienummer te identificeren. Daarnaast heeft de FDA in Amerika eisen gesteld aan leveranciers van medische hulpmiddelen. Alle verpakkingen moeten worden voorzien van een unieke identificatie. De barcode is de basis van alle informatie die je vervolgens aanlevert aan de database van de FDA. En wat ook belangrijk is om te weten: in verschillende andere landen wordt eveneens gewerkt aan nieuwe wetgeving. “GS1 biedt de sleutel tot concrete data: het Global Data Synchronisation Network (GDSN). Deze internationale standaard voorziet al sinds 2004 bestaande systemen van correcte data zodat scannen de juiste productdata oplevert. Verschillende sectoren vertrouwen al jarenlang op de GS1 standaard. Onderdeel van deze standaard is GS1 Data Source Healthcare, een standaard die specifiek is ontwikkeld voor de gezondheidssector en is gebaseerd op GDSN.” Het is een single source datastroom waarbij de leverancier gegevens maar één keer invoert en de informatie beschikbaar kan stellen aan verschillende data afnemers, zoals overheden. “Door te kiezen voor GS1 Data Source Healthcare wordt niet alleen voldaan aan (inter)nationale wetgeving, maar kunnen ook recalls makkelijker worden uitgevoerd en kunnen processen worden geoptimaliseerd wat interessante kostenbesparingen oplevert”, stelde DeLaroque. Tijd voor actie dus. “De wetgeving is er al, evenals de standaard. Loop niet achter, maar begin vandaag.”

Conclusie
Tom Pereboom, die de sessie namens de Business Council leidde, sloot zich hierbij aan. “Standaardisatie staat bij verschillende gremia op de agenda met als doel voor elkaar te krijgen dat iedereen met één standaard gaat werken. Daarnaast zijn er binnen ziekenhuizen veel succesvolle initiatieven om, met behulp van standaardisatie, veiliger te werken en kosten te besparen. Laten we elkaar scherp houden en informatie delen. Met elkaar kunnen we veel bereiken. Alle betrokken partijen binnen de zorgsector, inclusief de softwareleveranciers, moeten er gezamenlijk voor zorgen dat we gaan voldoen aan de standaard in de wereld.”

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen