Overlegstructuren specialisten werken verlammend

Array

n de meeste algemene ziekenhuizen bestaan drie organen die namens specialisten met de Raad van Bestuur (RvB) overleggen: 1. het Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB) 2. een vereniging van specialisten in dienstverband en 3. het stafbestuur met contactpersonen vanuit alle vakgroepen. Onduidelijk is in welk orgaan onderwerpen aan bod komen als kwaliteitsbeleid, begrotingen, afstoten van oude- of verwerven van nieuwe aandachtsgebieden en het aannemen van nieuwe specialisten. Onduidelijk is ook met wie de Raad van Bestuur moet onderhandelen om tot eenheid van medisch en financieel beleid te komen.

Duidelijkheid
In enkele ziekenhuizen zoals het OLVG in Amsterdam, Amphia in Breda en Bernhoven in Uden bestaat wel duidelijkheid. In de eerste twee instellingen zijn het Medisch Specialistisch Bedrijf het enige contact voor de RvB. Zij hebben grote invloed op de genoemde beleidsonderwerpen. Zo doet het MSB in het Amphia grotendeels de werving en selectie van nieuwe specialisten. In Bernhoven, waar alle specialisten in dienstverband zijn, functioneert een gezamenlijk directiecomité gevormd uit de vroegere RvB en het stafbestuur.

Eén aanspreekpunt
Onderzoeksbureau TIAS geeft in een recent onderzoek aan dat slechts bij 10% van de ziekenhuizen sprake is van één aanspreekpunt van de medisch specialisten. In de ziekenhuizen met drie vertegenwoordigingen van specialisten (verreweg de meeste dus), wordt te veel en verkeerd overlegd. Zeker als de overlegorganen onderling van mening verschillen. Dan is er sprake van verlamming, want niemand weet wie wie vertegenwoordigt.

Calamiteit
In een recent artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde geven bestuursvoorzitters Bart van Berden en Hugo Keuzenkamp de MSB’s de schuld van alle beleidsverlamming in ziekenhuizen. Daarmee ben ik het niet eens. Het probleem is dat anno 2016 in de meeste ziekenhuizen specialisten met drie monden spreken. Te verwachten is, dat dit probleem voorlopig blijft bestaan, totdat in één van de verlamde ziekenhuizen een medische of bestuurlijke calamiteit optreedt. Dat kan bijvoorbeeld een conflict zijn tussen specialisten dat wordt uitgevochten over de rug van patiënten. Er ontstaat een bestuurlijke calamiteit, als een stille machtsstrijd tussen de drie gremia en de RvB de vakpers of massamedia bereikt. De beleidstraditie bij overheid en zorgverzekeraars is namelijk dat pas wordt ingegrepen als er maatschappelijke urgentie bestaat. Eerst moet het kalf verdrinken, daarna wordt de put pas gedempt.

Opties
Als er een medische of bestuurlijke calamiteit optreedt -ik verwacht dat dit in 2017 gaat gebeuren- komt eerst de schuldvraag aan de orde. Er rollen dan koppen. Dan komt er regelgeving die eenheid van medisch beleid in ziekenhuizen gaat afdwingen. Zo gaat dat in Nederland. Toch zijn er enkele andere mogelijkheden dan alleen dit kalf-en-putbeleid. Dat zijn:

  1. Zie eenheid van beleid als een kwaliteitsaspect. Ziekenhuizen waar dit niet tot stand komt, zouden onder verscherpt toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg moeten worden gesteld. Zorgverzekeraars zouden daarmee geen zaken moeten doen.

  2. Evalueer de drie genoemde goede ziekenhuis-voorbeelden en stimuleer MSB’s en RvB’s om te kiezen voor één van deze modellen.

  3. Verspreid kennis uit het buitenland over de relatie tussen specialisten onderling en de relatie met de directie en neem daarvan het goede over. In Engeland draaien tot volle tevredenheid tandwielcommissies (Cogwheel comittees) als een rader in de beleidsvorming van ziekenhuizen. Bij Kaiser Permanente zijn de ziekenhuizen bij Kaiser ondergebracht en de artsen bij Permanente. Zij werken uitstekend samen in een twee-eenheid. Duitsland kent medische hiërarchisering met Oberartzen. Ook dat werkt prima.

Ik hoop dat eenheid van medisch en financieel beleid zonder conflicten blijft bestaan in ziekenhuizen. Daarvoor zijn verschillende mogelijkheden beschikbaar. Kom op specialisten en bestuursvoorzitters: werk eraan!

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen